08 september 2016 – Journalistiekstudent Daniël Joe Heemskerk zit liever in de bioscoop dan in een schoolbankje. Deze week bekeek hij: ‘The infiltrator’.
Agent Robert Mazur (Bryan Cranston, die je misschien kent van de serie Breaking Bad) gaat undercover om het drugskartel van Pablo Escobar op te rollen.
Een herhaling van Cranstons rol in Breaking Bad?
Ja en nee. Nee, omdat Robert een lieve familieman is, die geen vlieg kwaad zou doen. Maar als Robert verandert in zijn undercover-personage, moet je oppassen. Er is een hele sterke scène waarin Robert met zijn vrouw in een restaurant aan het dineren is en hij wordt gezien door een van de mannen van Escobar. Binnen enkele seconden verandert hij van lieve man naar een complete psycho. En geloof mij, dat doet Cranston met zoveel overtuiging dat je als kijker net zo erg schrikt als de mensen in het restaurant.
Een film over de spanningen van een dubbelleven?
Spannend is het zeker! De film begint met een scène waarin Robert undercover is, en alles gaat bijna mis als de draad van de afluisterapparatuur die hij draagt een gat in zijn shirt brandt. Helaas ziin er ook de nodige clichés . Wanneer Robert undercover is, weigert hij zich te laten verwennen door een stripper, omdat hij trouw wil blijven aan zijn vrouw. Daarmee verraadt hij zichzelf bijna. Pff!
Zien?
Ja! Vooral dus door Bryan Cranston. Waar anderen in deze film wat overdreven spelen, acteert Cranston erg subtiel, klein en onvoorspelbaar. En juist dat maakt ‘The Infiltrator’ een goede film.