“Robin, die jongen van de receptie, is meegegaan op groepsreis. Dat vind ik nou zo zielig. Een vakantie voor het type Koos Vriendloos”, verkondigde mijn nieuwe collega spottend. Ik lachte een beetje schaapachtig terug en heb maar niet gezegd dat ook ik mijn vakantie heb doorgebracht met een groep onbekenden.
Ik snap dat groepsreizen een bepaald imago hebben. Namelijk dat van mensen die nog steeds (mijn god hoe is het mogelijk?!) witte sokken in sandalen dragen. Hun camera te alle tijde in de houtgreep houden en net iets te goedgehumeurd zijn. Of het andere uiterste: losgeslagen pubers die een echte zuipvakantie tegemoet gaan. Maar alles wat hier tussenin ligt, lijkt niet te bestaan. Toch bestaat dat wel degelijk, want ik maakte het mee afgelopen zomer in Italië. Van trio’s naast mij in de tent (ik herhaal: naast mij) en drankspelletjes om negen uur ’s ochtends tot de werken van Leonardo DaVinci bestuderen en verschillende musea bezoeken.
Maar waarom moet het beeld van een groepsreis dan toch zwart of wit zijn? Ik ben namelijk niet vriendloos en ook geen losgeslagen puber. Er bestaat dus een grijs gebied. En in dat grijze gebied kan je als student zowel drankjes doen en met de voetjes van de vloer als een beetje kunst en cultuur opsnuiven. En dat heb ik dus gedaan afgelopen zomer. Had ik dit maar tegen mijn nieuwe collega gezegd…
Hanneke Bijker
is studente journalistiek