Studenten beheersen het Nederlands onvoldoende, zo klagen hogescholen en universiteiten. Is het op Windesheim ook zo slecht gesteld met de taalbeheersing?
Arnold Bronkhorst (35)
docent bij sport en bewegen
“In mailtjes van studenten kom ik veel taalfouten en kromme zinnen tegen. Eindwerkstukken zijn meestal wel op orde. Wij beoordelen vrij streng op taal, maar we trainen studenten ook vanaf het eerste jaar om kritisch op hun eigen teksten te zijn, ze te herlezen of door een ander te laten lezen
enzovoort. Dan bouw je het op.”
Naomi Voorsluys (19)
derdejaars communicatie
“Ik volg een minor op Windesheim en ik merk dat studenten hier veel beter in taal zijn dan op de hogeschool waar ik vandaan kom. Van sommigen verbaast het me dat ze het hbo binnenkomen. Maar ja, als je als hogeschool strenger bent met toelaten, neemt het aantal studenten af.”
Paul Noort (64)
docent schriftelijke communicatie bij businessopleidingen
“De schrijfvaardigheid van eerstejaars ligt lang niet altijd op havo-5-niveau. Middelbare scholen krijgen te weinig uren en personeel om hun leerlingen voldoende taalvaardigheid bij te brengen. Kennelijk vinden we dat in Nederland niet belangrijk genoeg.”
Ruben van Wijngaarden (20)
derdejaars bouwkunde
“Ik vind dat ik wel goed ben in taal. Maar ik vind taalvaardigheid veel belangrijker voor bijvoorbeeld leraren of journalisten dan voor studenten van onzeopleiding. Bouwkundigen communiceren veel meer via tekeningen of modellen. De eisen mogen dus best per opleiding verschillen.”
Renate de Kok (19)
tweedejaars industrieel product ontwerpen
“Ik snap wel dat jongeren slechter worden in taal. We worden steeds internationaler en multicultureler en daardoor krijg je minder aandacht voor het Nederlands. Leraren moeten daar niet te moeilijk over doen, al vind ik het wel onprofessioneel staan als je taalfouten maakt.” (JS)