Ik ben een nostalgisch persoon. Kan met weemoed terugverlangen naar geuren, geluiden van weleer. Het Groninger dialect van mijn grootouders. Zwarte piet met een roe. Kaas met een zilveruitje bij de borrel. Een glaasje sigaretten op tafel bij de verjaardagsfeestjes van mijn opa en oma. Macaroni met smackworst, kerrie en verder niets.
Ooit studeerde ik zelf op Windesheim. In de jaren negentig. Je kunt het je misschien moeilijk voorstellen, maar de wandelroute van het station naar Windesheim was globaal hetzelfde als nu, alleen liep je toen nog door een landschap van weilanden, brede sloten en verwaarloosde boerderijen. Alles van toen is weg, de stad rukte op en nu loopt de schier oneindige stroom studenten dwars door een soort vinex-achtige woonwijk (je zult elke dag maar al die studenten over je stoep hebben!).
Op Windesheim zelf hebben we de A, B, C en D gebouwen die nog dateren uit die oertijd, al zijn er in de loop der jaren de nodige keren ‘make-overs’ geweest en mijn oude opleiding is inmiddels al weer tweemaal verhuisd. Nee, voor een mens zoals ik die het oude nog op waarde kan schatten is er op Windesheim weinig meer dat aan weleer doet denken. Nergens een vitrine met oude Windesheim-parafernalia, een historisch overzicht, een vergeten relict uit vervlogen tijden. Wie herinnert zich nog dat onbegrijpelijke fallus-achtige kunstwerk voor de hoofdingang? De telefooncel in het C-gebouw? De typemachines voor de studenten die geen computer hadden!
Windesheim is bezig met een eeuwige vlucht naar voren. We worden liever niet aan ons verleden herinnerd. Om de vijf jaar moet het meubilair vernieuwd worden en waar klaslokalen vroeger afgesloten oases van rust waren door de afwezigheid van smartphones en laptops, moeten volgens de laatste trends nu ook alle klaslokalen van glas worden om nog meer prikkels binnen te laten. Een soort ‘big brother’-klas. Het grappige is dat je door die glazen wanden in de gang van het x-gebouw goed kunt zien wat studenten echt op hun laptops doen tijdens de lessen: jurkjes uitzoeken bij de Zalando bijvoorbeeld. Erg grappig, dat hadden we vroeger helaas niet. Maar dat terzijde.
Als nostalgicus ben ik onder de indruk van hoe Windesheim altijd maar met de toekomst bezig kan zijn. Ongelooflijk: het instituut zonder geschiedenis. Hoewel de naam ‘Windesheim’ natuurlijk een en al geschiedenis is. Maar ik denk niet dat er nog studenten zijn die deze naam nog kunnen koppelen aan de Moderne Devotie. Dat is eigenlijk ook helemaal niet erg. Windesheim klinkt namelijk wel sjiek, een beetje als ‘Nijenrode’. En dat is belangrijk in de marketing. En laten we eerlijk wezen: er is geen Hogeschool in Nederland die al zo lang onder dezelfde naam opereert! Toch iets ontdekt waarin we niet veranderd zijn.
Tot mijn blijdschap is er nog iets wat sinds mijn studentenjaren op Windesheim nooit veranderd is. Iets wat blijkbaar zorgvuldig gekoesterd wordt als een kwetsbare folkloristische Windesheim-traditie. Een gebruik dat al decennialang ongewijzigd elke dag weer volgens strikte protocollen uitgevoerd wordt: de enorme verkeerschaos voor het C-gebouw. Of er nu wel of geen gele mannetjes of rood-witte kleutermuurtjes worden neergezet: het blijft een heerlijke chaos!
D.A.T.A.