Move bitch, move! Ik staar naar het scherm van mijn telefoon en zucht. Mijn Instagram-ervaring is compleet verpest: het staat vol met fitchicks. Armspieren, groene shakes en benen die van een man hadden kunnen zijn.
Chagrijnig swipe ik met mijn chipsvingers over het scherm naar de volgende afbeelding. Nog zo’n fitte selfie. “Lekker in de sportschool vandaag en ik voel me zóóó zen. Nog even tien push ups en ik kan er weer hééééélemaal tegenaan.” Nou, geweldig. Moest je dat nu zo nodig met mij delen terwijl ik met mijn hand in de naturel ribbelchips zit en ik de resten van het sausje in mijn mondhoeken voel plakken?
Het is niet eerlijk. De hele wereld lijkt naar de sportschool te gaan en ik zit vastgeplakt aan de bank. Mijn keuken ruikt naar beschimmelde vagina’s. Met een zucht pak ik een deken, waaronder ik mij verstop. Stiekem scrol ik verder en bezoek ik de verschillende fit-accounts. Ik trek de deken nog wat strakker om mij heen, zodat ik mijn drie vetrollen niet hoef te zien. Twee op mijn buik, één op mijn rug. ‘Liever te dik in de kist, dan weer een feestje gemist’, zoals een zekere volkszanger het onlangs treffend verwoordde.
De volgende ochtend neem ik een lekker ontbijtje. Een zelfgebakken pannenkoek met Nutella, een schaaltje aardbeien erbij (want: gezond!) en een groot glas sinaasappelsap. Vers gepest, dus ook gezond, toch? En ach vooruit: een broodje uit de oven met een paar plakken kaas. Zuivel, gezond! Totdat ik mijn Instagram open. De fitgirl-invasie. Havermout is er niks meer bij. Nee: het zijn de shakes met eiwitten en de cracker met twee schijfjes komkommer met de subtitle: ‘oh my wat een goed begin van de dag’ die mij ertoe doen neigen iemand te willen slaan.
Oké, stop: ik beken. Ik sport ook. Af en toe. Wanneer ik van de bank naar het toilet loop en andersom. En mijn keuken? Die ruikt weer fris naar bloemetjes, sinds ik het afwasmiddel heb uitgevonden. Maar oh my, dat narcistische gedoe! Als ik nog één blokjesbuik zie die niet afkomstig is van Channing Tatum of Jim Bakkum, blijf ik voor eeuwig onder mijn kleedje vetribbels tellen.
MICHELLE VAN DER MOLEN
is vierdejaars journalistiek