Het ministerie van OC&W is dringend op zoek naar nieuwe ideeën die de overstap van MBO naar HBO gemakkelijk moeten maken. Ook studenten is om een bijdrage gevraagd, door plaats te nemen in het ‘Studentenlab’. Hieronder een interview met Anneke Postma, coördinator instroom en aansluiting , en vier bijdragen van studenten die hieraan meewerken.
Waarom dit Studentenlab?
‘Het Studentenlab is een initiatief van het ministerie van OC&W. Daar vindt men dat er op het mbo te veel talent is dat de kans niet krijgt om door te groeien. Het ministerie besloot ook om studenten in te zetten om met innovatieve ideeën te komen, en heeft de hbo’s en de roc’s gevraagd om te stimuleren dat studenten zich hiervoor aanmelden.’
En hoeveel hebben zich er gemeld?
‘Samen met Binne Keulen heb ik zo’n veertien studenten persoonlijk gesproken. Die hebben afgelopen maandag te horen gekregen of ze ‘mee mogen doen’. Ik verwacht dat de eerste regionale bijeenkomst in januari zal zijn. Daarna zijn ze er zo’n vier maanden mee bezig en het is de bedoeling dat ze met een of meer ideeën weer terugkeren naar hun school, waar die dan uitgevoerd gaan worden. Vanaf augustus kunnen we hier beginnen, dan kan subsidie worden aangevraagd. De minister heeft een fiks bedrag gereserveerd.’
Hoe waren de gesprekken?
‘Hartstikke leuk. De studenten waren allemaal heel gemotiveerd, en hadden allemaal zoiets van: wat mij is overkomen, mag een ander niet óók gebeuren. Ze komen van verschillende roc’s maar vaak vertelden ze hetzelfde verhaal. Dat ze fluitend door het mbo waren gekomen, en op het Hbo ineens hard moesten leren. Of ze kregen op het mbo te horen dat ze ergens goed in waren – maar op het hbo kregen ze heel iets anders te horen.’
En welke opleiding moet nu wat gaan veranderen?
‘We gaan uit van gezamenlijkheid: we kijken naar mogelijkheden voor verbeteringen bij de roc’s én in het hbo. Daarover zijn we dan ook in overleg met de roc’s. Zo onderzoeken we op dit moment bij welke opleidingen het nu minder goed gaat, bij welke vakken en op welk moment, om daar dan samen met de mbo’s een oplossing voor te zoeken. Daarnaast zijn we nu bijvoorbeeld bezig ,met de ontwikkeling van keuzedelen. Een keuzedeel is een soort minor voor het mbo. In het keuzedeel voorbereiding hbo vormen hbo-studievaardigheden de basis.’
‘Minder stage, meer theorie’
Bastiaan Kauffeld had zijn havo niet afgemaakt, en koos voor de MBO opleiding Sport en Bewegen. Nu is hij eerstejaars technische bedrijfskunde.
‘De overgang MBO-HBO was best zwaar. Je moet veel meer studeren, bent veel meer op school en je moet ook thuis echt aan de bak. Wat mij moeite kostte was het ‘leren om te leren’. Op het MBO las je wat, je bekeek een power point – en daar had ik genoeg aan. Maar ik haal nu prima cijfers. Het grote verschil is dat ik de MBO-opleiding niet leuk vond, en deze wel.’
‘Ik weet uit gesprekken op het MBO dat MBO-studenten op nivo 4 veel meer kunnen dan van ze wordt gevraagd. De opleiding kan best zwaarder. Maak een nivo 4+ of 5, voor studenten die meer kunnen en naar het HBO willen. Laat ze wat extra’s doen; laat ze alvast wennen aan het feit dat je op het HBO veel meer moet doen. Geef ze minder stage-uren en juist meer theorie, in de vorm van projecten. Dan kunnen ze daar aan wennen.’
‘Begin met taaltoets’
Lidy Uiterwijk Winkel voltooide MBO Sociaal Cultureel Werk en begon daarna met de studie journalistiek.
‘Ik kreeg vooral problemen door mijn Nederlands. Op het MBO had ik daar nooit commentaar op gehad. Ze zeiden dat ik goed schreef – op de d’s en t’s werd niet echt gelet en we kregen daar ook nooit de regeltjes geleerd. De andere journalistiekstudenten hadden die basiskennis wel, en dat bleek in de taaltoetsen een gigantische kloof te zijn. In het tweede jaar ging het al beter – niet omdat ik vanuit de opleiding gesteund werd; ik heb het mezelf aangeleerd. ‘
‘Mijn advies voor de opleiding: meer aandacht besteden aan taal. Eigenlijk moet ze bij de aanmelding beginnen met een taaltoets. En dan níét de studenten die de toets niet halen afwijzen, maar studenten die bereid zijn om zich extra in te zetten, daarbij te steunen.’
‘gezamenlijk naar de Open Dag’
Lisanne van Weezep voltooide de studie onderwijsassistent aan het Alfa College in Hoogeveen en is nu tweedejaars pedagogiek.
‘De manier hoe ik leerde op het mbo, kon ik niet meer toepassen op het hbo, en ik bleek veel grammaticale fouten te maken in mijn verslagen. Ook kwam ik veel herhaling tegen in het eerste jaar. Dit is een voordeel geweest. Ik kon klasgenoten die van de havo afkwamen een bepaald onderwerp uitleggen, als zij het niet wisten. Maar ik weet dat veel mbo’ers dit wel vervelend vinden.’
‘Mijn tips: zorg dat de mbo-studenten die geïnteresseerd zijn in het hbo hierover lessen krijgen (wat ze kunnen verwachten, wat er gaat veranderen), dat ze de juiste begeleiding krijgen én zorg ervoor dat mbo-studenten, als opleiding, gezamenlijk open dagen gaan bezoeken. (Dat heb ik niet gedaan op het alfa college). Je bent dan samen met je klasgenoten en zo kun je samen oriënteren welke studie het beste bij je past.’
‘Leer dingen zelf uit te zoeken’
Merel Huigen volgde de opleiding voor onderwijsassistent en stapte daarna over naar pedagogiek. Ze is nu eerstejaars.
‘De opleiding bevalt me zeker, maar het niveau is pittig. Het maken van verslagen vind ik geen probleem; ik heb ook geen moeite met Nederlands schrijven. Maar de tentamens vind ik wél heel lastig. Dat begint al bij de readers en boeken. Het gaat nu al wat beter, maar zeker in het begin begreep ik écht niet wat er stond. En bij de tentamenvragen begreep ik gewoon niet wat er gevraagd werd. Dat komt door het veel hogere theoretische niveau van de opleiding.’
‘De overgang naar pedagogiek zou een stuk makkelijker zijn geweest als we daar tijdens de opleiding tot onderwijsassistent meer op waren voorbereid. Ze zouden bijvoorbeeld de opdrachten die je krijgt in de loop van de jaren steeds theoretischer kunnen maken. Dan kun je daar aan wennen. En ze zouden je op het MBO meer moeten stimuleren om dingen zelf uit te zoeken. In de opdrachten wordt alles veel te veel voorgeschoteld, veel te veel uitgelegd hoe je wat moet doen – nu moet ik dat veel meer zelf bedenken.’ (MH)
Dag Mw. Postma, ik heb aanvullende vragen over uw ervaringen met doorstromers vanuit het MBO. Kunt u mij uw contactgegevens sturen