Journalistiekstudente en filmfreak Michelle van der Molen steekt haar mening niet onder (bioscoop)stoel of bank. Deze week bekeek ze: ‘Tuintje in mijn hart’.
Een komedie over een vernederlandste Surinamer, Leo Alkemade, die terugkeert naar zijn roots. Denk: ‘witte mensen’ met Surinaamse accenten, clichés waar je eigenlijk niet om mag lachen en een prachtige tropische omgeving.
Hoe vaak heb jij met je tenen zitten krommen?
Een ontelbaar aantal keren. Ik heb tijdens de film een paar keer naar links gekeken, waar een vriendin van me zat. We hadden precies dezelfde blik op ons gezicht: are you kidding me?
Wat was er dan precies zo ‘shockerend’?
Shockerend is een groot woord, maar het lijkt of de film alle vooroordelen over Suriname wil bevestigen: Surinamers die alleen maar willen eten terwijl Sanne Vogel ze aan de afslankproducten probeert te krijgen, de moeder van het gezin die kinderen heeft van meerdere vaders en Pip Pellens die niet weet wie de vader van haar ongeboren kind is, omdat alle bewoners wel met haar witte billen willen schuren.
En waarom zou je de film dan tóch aanraden?
Omdat je door de vrolijke liedjes al wiebelend op je bioscoopstoel zit en omdat je er niks aan kunt doen dat de flauwe grappen je toch aan het lachen maken. Alleen al door het zien van de prachtige landschappen van Suriname krijg je zin in het boeken van een vakantie. De enige vraag waar ik nog mee zit is: waar is die Jan Smit toch gebleven, met z’n tuintje in zijn hart?