Student Jorrit Overweg is slechthorend én slechtziend. Toch staat hij optimistisch in het leven: “Er zijn zoveel dingen die ik wél kan!”
“Je moet je voorstellen dat ik de hele dag door wc-rolletjes om me heen kijk. Dingen die zich recht voor me bevinden, kan ik goed zien, maar alles daaromheen niet”, vertelt Jorrit Overweg (25). De student hbo-ict heeft het Syndroom van Usher, dat doofblindheid kan veroorzaken. “Drukke situaties waar veel dingen tegelijkertijd om me heen gebeuren, vind ik moeilijk. Bijvoorbeeld op treinstations of in de gangen van Windesheim. Dan loop ik wel eens tegen mensen op. Eén keer liep ik tegen een betonnen kolom aan. Dat leverde een flink litteken op m’n voorhoofd op.”
Dikke maatjes
Het Usher-syndroom is een erfelijke ziekte die gehoor en gezichtsvermogen aantast. De gevolgen worden in de loop der tijd meestal erger. In Nederland lijden er zo’n zeshonderd tot duizend mensen aan Usher. Genezing is nog niet mogelijk, maar er zijn wel goede hulpmiddelen beschikbaar om met de ziekte te leven.
Jorrit heeft veel steun aan Nigel, een geleidehond die hij sinds januari aan zijn zijde heeft. “Een blindenstok helpt, maar daarbij moet je zelf nog opletten. Bij een hond is dat veel minder. Hij loopt om obstakels heen, zodat ik nergens meer tegenaan bots.”
Jorrit is dikke maatjes met zijn hond: “Nigel is onderdeel van de familie geworden. Ik geef ‘m veel liefde en zorg. Hij werkt immers voor me! Nigel is een echt knuffeldier dat houdt van fysiek contact en graag bij me wil zijn.” Daar is de labrador ook op uitgezocht. “Een jonge, wilde hond wordt bijvoorbeeld niet gematcht met een oud vrouwtje, want het is belangrijk dat je bij elkaar past.”
Dankzij Nigel zijn Jorrits dagen minder vermoeiend. “Tijdens een wandeling moet je lopen, om je heen kijken en focussen op obstakels. Dat kostte zoveel energie dat ik vaak gesloopt thuiskwam. Omdat Nigel sommige van die taken overneemt, hou ik nu energie over! Kan ik ook nog genieten van de wandeling of en gesprek voeren. Door Nigel kan ik veel meer tegelijk doen.”
Tikkende klok
Ook voor z’n gehoor heeft Jorrit een hulpmiddel: een cochleair implantaat (CI), dat bestaat uit een uitwendig apparaatje achter Jorrits oor en een implantaat dat operatief onder z’n huid is geplaatst. Het implantaat prikkelt de gehoorzenuw met elektrische pulsen, waardoor Jorrit geluid kan waarnemen. Hij kan prima communiceren met één persoon in een stille omgeving. “Het wordt moeilijk als mensen door elkaar praten of als er achtergrondgeluid is. Dat onderscheid kan ik niet maken. Een tikkende klok stoort mij soms al. Als we in de les in groepjes werken en het is rumoerig, krijg ik niet alles mee. Maar ik snap al snel wat er wordt bedoeld, ook als ik niet alles versta.”
Het CI kan draadloos worden gekoppeld aan andere apparatuur, bijvoorbeeld een microfoontje dat de docent om zijn nek hangt. “Zo kan ik een hoorcollege moeiteloos volgen. Of ik sluit het aan op m’n computer om muziek te luisteren of een film te kijken.”
Genieten
Korfballen, karten, skiën: allemaal dingen die Jorrit in het verleden graag deed, maar die hij nu niet meer kan doen. Hoe Jorrits handicap zich verder zal ontwikkelen, is onvoorspelbaar. Maar het kan alleen maar slechter worden. Een deprimerende gedachte? “Nee. Natuurlijk zou ik al die dingen het liefst nog wel eens doen, maar echt beperkt voel ik me niet. Er zijn zoveel dingen die ik nog wél kan en daar geniet ik van. Bijvoorbeeld van reizen of van films kijken. Ik probeer de dingen positief te zien. Ik zal bijvoorbeeld nooit kunnen autorijden, maar ik denk gewoon: dan hoef ik ook nooit de bob te zijn!”
Overgeslagen
Jorrit wil zijn technische kennis later inzetten om andere mensen met een handicap te helpen. Zo kwam hij met een idee voor een nieuwe toepassing op smartwatches. “Het zou handig zijn als zo’n horloge gaat trillen als de deurbel, de wekker of de telefoon gaat. Die geluiden hoor je niet als je doof bent, maar zo’n trilling voel je natuurlijk wel.” Het idee werd opgepikt door studenten van de Hogeschool van Amsterdam en die werken het momenteel verder uit.
Hoewel Jorrit op Windesheim veel steun krijgt, merkt hij dat er daarbuiten nog veel onbegrip is. “Toen ik solliciteerde bij de supermarkt, werd ik afgewezen vanwege mijn handicap. Terwijl ik prima geschikt was! Dat sloeg echt nergens op. Als je een handicap hebt, word je snel afgeschreven en overgeslagen door de maatschappij. Alsof je niets kunt. Maar dat is onzin. Misschien hebben we een hulpmiddeltje extra nodig, maar we zijn net zo functioneel als anderen.”
Tekst: Jitse Schipper
Foto: Herman Engbers