Pedagogiekstudente Eline Visser loopt stage in Nieuw-Zeeland, bij een welzijnsorganisatie. Voor win’ doet ze verslag van haar belevenissen.
Ik heb last van heimwee. Tijdens mijn vakantie de afgelopen weken (ik heb het Zuidereiland bezocht) heb ik veel – te veel – kunnen nadenken en heb ik zelfs voor het eerst ’thuis’ gemist. Gek, dat je eerst naar de andere kant van de wereld moet om te beseffen wat je thuis allemaal hebt. Cliché, maar het is dus echt waar: je weet pas wat je hebt, als je het niet meer hebt.
Ik kan er nu al naar uit kijken om weer thuis in mijn kleine kikkerlandje te zijn en weer gewoon lekker in het ‘normale’ leven terug te komen. Ik realiseer mij nu dat Nederland zo slecht nog niet is en dat ik het toch echt meer zou moeten waarderen. Soms wil ik gewoon even Nederlands eten, Nederlandse directheid en Nederlandse humor om mij heen. Van tevoren had ik niet verwacht dat ik hier met Nederlanders om zou gaan, maar gelukkig woon ik samen met een paar Nederlandse medestudenten en dat scheelt veel.
Toch zijn het gelukkig maar korte momenten dat ik verlang naar huis en houd ik het hier prima uit. Vooral de weekenden zijn heerlijk om het land te verkennen. Een buitenlandstage is echt een goed excuus om tijdens je studie veel van de wereld te zien en te reizen. Ondanks dat ik mijn stage pedagogisch gezien niet erg uitdagend vind, leer ik ontiegelijk veel over mezelf én anderen.
Ik leer om tevreden te zijn met wat ik thuis heb en geniet tegelijkertijd dubbel zo hard van mijn tijd in Nieuw-Zeeland, want de tijd vliegt echt. Ik zit hier inmiddels al ruim twee maanden en het is een gek idee dat ik over vier maanden alweer thuis zit. Maar gelukkig heb ik nog vier maanden om dit land verder te verkennen en te genieten en natuurlijk ook nog om te doen waarvoor ik hier eigenlijk zit: aan school te werken…