Cvb-voorzitter Henk Hagoort droomt van een hoger onderwijs waarin studenten de regie hebben, zo vertelde hij in het Financieel Dagblad. Zij moeten hun eigen studie kunnen samenstellen. Dat klinkt als een terugkeer naar het ‘vraaggestuurde’ onderwijs dat exact tien jaar geleden uit het Instellingsplan werd geschrapt. Een interview met de toenmalige cmr-voorzitter Jan Willem Bruins.
De Centrale Medezeggenschapsraad dwong in 2007 af dat die term werd geschrapt. Waarom?
‘Het college wilde al het onderwijs reduceren tot de oneliner “vraagsturing”. Maar het was een oppervlakkig begrip waarin veel aannames zaten die niet bleken te kloppen. Zo ging men er van uit dat studenten weten wat ze moeten leren en dus weten wat ze zouden moeten vragen, dat ze over een intrinsieke motivatie zouden beschikken om die vragen dan ook te stellen, dat ze overzicht zouden hebben van wat het werkveld vraagt én dat ze in staat zouden zijn zelf een leertraject samen te stellen. Het bleek al snel dat studenten zo niet in elkaar zitten. Het was ook meer een marketingconcept dan een goed doordacht onderwijsconcept. Er werd een oneigenlijke tegenstelling tussen het ‘oude’ aanbodgerichte en het ‘nieuwe’ vraag gestuurde onderwijs gecreëerd. In werkelijkheid konden studenten altijd al – ook nu – ongeveer de helft van hun studie met eigen keuzes inrichten.’
Hagoort wil ook dat studenten daarbij persoonlijke begeleiding krijgen.
‘Twaalf jaar geleden hadden we ook “studieloopbaanbegeleiders” met de taak studenten bij hun persoonlijke leertrajecten te begeleiden. Maar als de keuzes in een persoonlijke leerweg gemaakt worden vanuit een “onbewust onbekwame” positie, levert de begeleiding van zo’n “studieloopbaan” niet veel op. Het werd al snel weer een soort studiebegeleiding en dat is natuurlijk een belangrijke taak van iedere docent.’
De wereld verandert, aldus Hagoort. We gaan naar ‘Leven lang leren’ en dit maakt er onderdeel van uit…
‘Je moet onderscheid maken tussen het “hoe” en “wat”. Hóé er gestudeerd gaat worden zal zeker veranderen. Denk aan e-lerning of blended learning. Maar wát er gestudeerd zal worden, dat wordt in hoge mate bepaald door de eisen van het werkveld en door de maatschappelijke opdracht die het hoger onderwijs heeft. Belangrijk is dat je de spanning begrijpt tussen de behoefte van de student, de eisen van het werkveld en onze taak tot cultuuroverdracht. Het hoger onderwijs volgt niet alleen de samenleving, het vormt ook de samenleving.’
Wat zijn de risico’s van een te grote aandacht voor de behoefte van de student?
‘Hagoort maakt in het interview een vergelijking tussen de omroep of de reiswereld en het onderwijs. Om te laten zien wat de consequenties zijn van de snel veranderende vraag van de consument. Maar die vergelijking is problematisch. Bij de omroep is de vraag als behoefte van “de klant” immers een neutraal gegeven. Die behoefte moet bevredigd worden. Maar in het onderwijs is de vraag opgevat als persoonlijke behoefte juist géén goed ordeningsprincipe. Het onderwijs heeft op dit punt veel meer verwantschap met de grote religieuze tradities, waarin men er ook van uitgaat dat die vraag eerst nog ‘gevormd’, nog ontwikkeld moet worden. In de moderne geseculariseerde cultuur worden persoonlijke preferenties steeds meer leidraad voor het handelen. Wat “ik” wil, staat centraal. Daar moet het onderwijs niet aan meedoen. Dan ontstaat, zoals de filosoof Thomas Ziehe het omschrijft, een ‘cultuur van vermijding’. De mens streeft nu eenmaal naar het aangename en mijdt het onaangename. In het onderwijs gaat het óók om zaken die niet aansluiten bij de persoonlijke preferenties van studenten. Juist dán kan een student leren boven zijn eigen beperkte horizon uit te stijgen.’
Dat streven de vraag van de student centraal te stellen, vind je ook terug in het nieuwe onderwijsconcept…
‘Bij de introductie van het nieuwe onderwijsconcept van Windesheim was er weer dezelfde marketing als 12 jaar geleden: ‘Kies je eigen weg!’. De veel geprezen pedagoog Gert Biesta corrigeert Windesheim terecht en verandert het in ‘Kies de juiste weg!’
Is ‘vraaggestuurd onderwijs’ dan niet meer dan een mooi verhaal?
‘Het zou méér kans kunnen hebben als Windesheim aandacht besteed aan drie zaken. We moeten leren van wat er twaalf jaren geleden gebeurd is. We moeten de veelkleurige werkelijkheid van het onderwijs niet reduceren tot de oneliner on demand. We moeten onderscheid maken tussen voltijdonderwijs voor jonge mensen en het bij- en nascholings onderwijs voor volwassen. On demand moet geen marketingconcept zijn maar wortelen in een visie op de pedagogische triade tussen student, docent en leerinhouden. Het hoger onderwijs moet jonge mensen vormen die onze kennis- en waardencultuur kunnen overdragen. Die taak verdraagt zich niet altijd met het al te veel luisteren naar ieders persoonlijke behoeften.’ (MH)
Jan Willem Bruins is opleidingsmanager Social Work en was van 2005 tot 2011 voorzitter van de centrale medezeggenschapsraad.
Hulde! Ik sluit me aan bij wat Jan Willem zegt. Niet ego-logisch, maar eco-logisch, zoals Biesta mooi verwoord. In onderwijs hebben we te maken met meer doeldomeinen dan het kwalificerende – en vraagt de pedagogiek van de onderbreking van docenten om het prachtige risico van onderwijs te omarmen.
Ben het eens met de kritische noot van Jan Willem. Hierbij aansluitend: het HBO leidt op voor een beroep. Het gaat niet om een ‘studie’ maar je wordt voorbereid voor het uitoefenen van een beroep. Het beroep Social Werker heeft bijvoorbeeld een (internationale) missie, waarin bepaalde waarden centraal staan en waarbij door de beroepsgroep noodzakelijk geachte competenties uitgangspunt vormen. De student wordt gesocialiseerd in een bepaalde beroepspraktijk en kan zich registeren als hij zich houdt aan de codes van het beroep. Persoonlijke keuzes staan in het perspectief van een verantwoorde beroepsuitoefening.