Er liggen plannen op de formatietafel om de basisbeurs – al dan niet in een andere vorm – opnieuw in te voeren. Dat meldt de Telegraaf vandaag. Een akkoord is er nog niet.
Van de vier formerende partijen zijn de twee christelijke partijen fel gekant tegen het leenstelsel. Het CDA wil de basisbeurs weer invoeren voor bachelorstudenten, de ChristenUnie wil hem ook aan masterstudenten geven.
Maar zo gemakkelijk is het nog niet, want wie gaat dit betalen? Op de volgende begroting staat nu al een tekort van 500 miljoen euro dat deels veroorzaakt wordt door hogere leerlingen- en studentenaantallen.
Het CDA loste dit in zijn verkiezingsprogramma op door tweehonderd miljoen te bezuinigen op het totale budget van universiteiten en hogescholen, bleek uit de doorrekeningen van het Centraal Planbureau. De ChristenUnie dacht aan een versobering van de ov-studentenkaart: die zou alleen nog moeten gelden voor de nominale studieduur. Verder wilde de partij het mes zetten in de instroom van kunstopleidingen: die kan wat haar betreft worden gehalveerd.
Volgens de Telegraaf is het de vraag hoe hard de christelijke partijen de kwestie willen spelen. De variant van het CDA, waarin alleen bachelorstudenten aanspraak kunnen maken op een beurs, zou nu op tafel liggen.
De studentenbonden pleiten altijd al voor een terugkeer van de basisbeurs. “We zien dat veel jongeren bang zijn om te lenen en dat geld leidend wordt bij de keuze om wel of niet te gaan studeren. Dit mogen we niet laten gebeuren”, reageert voorzitter Rhea van der Dong van het Interstedelijk Studenten Overleg. “Wij roepen de formerende partijen op om de basisbeurs weer in te voeren en zo iedereen de kans te geven om te studeren.”
Het afschaffen van de basisbeurs zou het hoger onderwijs op termijn zo’n 700 miljoen euro per jaar moeten opleveren. (HOP, Irene Schoenmacker)