Een seksueel trauma is moeilijk te behandelen. Hoe doe je dat bij mensen met een licht verstandelijke beperking? Drie vragen aan Mia Scheffers van het lectoraat Bewegen, gezondheid en welzijn.
Hoe kun je een trauma behandelen bij deze mensen?
Mensen met een licht verstandelijke beperking (LVB) hebben een grotere kans op het meemaken van seksueel geweld. Ze worden vaak overvraagd en overschat, maar zijn beperkt weerbaar. Daardoor lopen zij igrotere risico’s op grensoverschrijdende seksuele gebeurtenissen. Ook bij de zogenoemde ‘loverboy’ problematiek zijn vaak meiden met licht verstandelijke beperking het slachtoffer. Voor mensen met een licht verstandelijke beperking is het ook extra moeilijk om te gaan met de gevolgen van seksueel trauma. Psychomotorische therapie (PMT), waar het lectoraat onderzoek naar doet, richt zich op het beïnvloeden van psychische klachten met behulp van bewegen en aandacht voor de lichaamservaring. PMT is mogelijk geschikter dan verbale therapievormen, vanwege het concrete en ervaringsgerichte karakter, waardoor de verminderde cognitieve vaardigheden bij deze groep minder in de weg staan. Verder uiten de gevolgen van seksueel trauma zich niet alleen sociaal en emotioneel, zoals bijvoorbeeld in sociaal isolement en schaamte, maar juist ook sterk lichamelijk. Mensen hebben een hekel aan hun eigen lijf, voelen liever niets meer. Intimiteit en seksualiteit worden vaak problematisch. We willen de behandeling daarom versterken met een aanpak die georiënteerd is op lichaamssignalen, positieve lichamelijke gewaarwordingen en concreet oefenen met bijvoorbeeld grenzen aangeven.
Wat maakt het behandelen van seksuele trauma’s extra moeilijk?
Bij seksueel trauma wordt de lichamelijke integriteit geschonden, dit is de meest basale schending die mogelijk is. Machteloosheid, angst en wantrouwen zijn vaak groot. Daarom is de behandeling niet eenvoudig. Het lijf speelt dus een grote rol: weer het gevoel krijgen dat je lichaam van jou is, dat jij de regie hebt, is een thema waar in de PMT veel aan gewerkt wordt. Het helpt ook als de therapeut actief seksualiteit en intimiteit bespreekbaar maakt. Hulpverleners vragen daar nog steeds lang niet altijd naar, maar patiënten zijn over het algemeen opgelucht wanneer het ter sprake komt.
Wat doen de onderzoekers ?
Het lectoraat Bewegen, gezondheid en welzijn onderzoekt hoe via bewegen en positief beïnvloeden van de lichaamsbeleving de lichamelijke en geestelijke gezondheid verbeterd kan worden. Zo is al eerder een aanvullende psychomotorische behandeling ontwikkeld voor een brede doelgroep mensen met trauma-gerelateerde problemen: vluchtelingen, veteranen en mensen met vroegkinderlijk en vaak langdurig seksueel trauma. Het nu toegekende project is een vervolg op dit in november 2016 succesvol afgeronde RAAK-publiek project ‘Beweging in trauma’ . Als eerste willen we een diagnostisch instrument ontwikkelen, waarmee we in de psychomotorische therapie seksueel trauma beter kunnen screenen. Daarna willen we een behandelprogramma ontwikkelen.
Het lectoraat Bewegen, gezondheid en welzijn (lector Dr. Jooske van Busschbach) heeft een RAAK-PRO subsidie van zeven ton binnengehaald voor het onderzoeksvoorstel ‘Seksueel trauma bij mensen met een licht verstandelijke beperking: de inzet van psychomotorische therapie’. Er kunnen twee promovendi voor vier jaar worden aangesteld. Mia Scheffers is docent bij PMT en onderzoeker bij het lectoraat.
Op 30 mei 2018 is Mia Scheffers gepromoveerd aan de faculteit Medische Wetenschappen/UMCG van de RUG op haar onderzoek Body experience in patients with mental disorders/Negatieve lichaamsbeleving bij mensen met psychische problematiek.
Copromotors waren Jooske van Busschbach en Marijtje van Duijn.
Meer over haar promotie lees je hier