Marit Stellaard, derdejaars HBO-Rechten, traint met haar paard en wagen.
Paard en wagen? Hoe kom je daarbij terecht?
‘Ik ben er vanzelf een beetje ingerold na een maatschappelijke stage op de middelbare school. Ik wilde niet binnen spelletjes spelen met bejaarden of zoiets, ik wilde lekker buiten bezig zijn. Via mijn buurman kwam ik toen bij een paardenfokker in Hoevelaken, en zeven jaar later kom ik er nog steeds.’
En nu rijd je zelf ook met wagen?
‘Ja, ik heb uiteindelijk mijn rijvergunning gehaald en toen begon ik met oefenen en wedstrijden rijden. Bij wedstrijden gaat het er om dat je paard zich zo mooi mogelijk presenteert tijdens de showproef waarbij je wordt beoordeeld door een vakjury.’
Wat moeten de paarden precies kunnen?
‘In deze sport rijd je met tuigpaarden; paarden die speciaal gefokt worden om uit te blinken in deze sport. Het zijn paarden met veel hals, een vergrijpend voorbeen en een goed ondertredend achterbeen. Ik train vooral op Grandioos, en ik rijd dan op zo’n manier op hem dat hij zijn rugspieren goed gebruikt waardoor hij beter presteert. De paarden zijn vrij druk, dus in de dagen voor een wedstrijd zorgen we ervoor dat ze flink veel energie kwijtraken, zodat ze op de dag zelf zo goed mogelijk presteren.’
Joppe Varkevisser