De introductie van het nieuwe onderwijsconcept gaat lang niet overal zonder slag of stoot, bemerkt Mark Boiten.
Het project dat de invoering van het nieuwe onderwijsconcept faciliteerde gaat het laatste jaar in. Met ingang van september 2018 starten de eerstejaars van alle opleidingen in een vernieuwd opleidingsprogramma.
Nu met het nieuwe instellingsplan de volgende onderwijsvernieuwing voor de deur staat, is het belangrijk om te benutten wat de opleidingen in de afgelopen jaren hebben geleerd en opgebouwd. Dat is nogal wat.
Het onderwijsconcept daagde opleidingen uit om in samenspraak met studenten en werkveld kritisch te kijken naar opleidingsvisie en -programma en deze te vernieuwen. We legden de verantwoordelijkheid bij de opleidingen. Veel opleidingsteams zijn positief over de professionele ruimte die ze hebben ervaren en zeggen dat ze als team zijn gegroeid. Maar dat gaat niet overal zonder slag of stoot. Het levert vaak verhitte discussies op tussen docenten.
Veel opleidingen maken bijvoorbeeld de keuze voor het leren in communities of projecten, met opdrachten vanuit het werkveld. Deze verbinding tussen theorie en praktijk wordt als inspirerend ervaren door studenten en docenten. Maar docenten die hun ‘vak’ zien verdwijnen in zo’n project vinden dat vaak lastig. Hun vak staat ineens niet meer op het rooster, ze geven hun vertrouwde college niet meer en moeten groepjes studenten coachen bij het werken aan praktijkopdrachten. Ze moeten zich als docent voor een deel opnieuw uitvinden.
Het onderwijsconcept heeft op dat vlak de lat hoog gelegd. En alleen tijd om aan nieuwe rollen te wennen is niet genoeg. We zullen meer dan voorheen werk moeten maken van didactische vernieuwing, andere vormen van begeleiding en coaching en de expertise om onderwijs te ontwerpen.
Niet allel studenten zijn enthousiast over het werken in communities en projecten. Voor sommige studenten is de overgang groot. Ze ervaren chaos in het werken aan complexe opdrachten; ze missen de comfortabele structuur van vakken volgen en toetsing per vak. Het in groepen aan (praktijk)opdrachten werken vraagt daarnaast om extra aandacht voor zaken als samenwerking, taakverdeling en beoordeling.
Het lijkt voor opleidingen soms logisch om gebruik te maken van aspecten van het ontwerp van andere opleidingen, maar de valkuil is dat de opleiding dat aspect zelf te weinig doordenkt; overnemen en invoeren is dan niet genoeg.
Het is belangrijk om studenten zorgvuldig te introduceren in andere vormen van leren, zeker als daarin meer verantwoordelijkheid voor het eigen leren van ze wordt gevraagd. Daarvoor is nodig dat studenten en docenten samen het gesprek voeren over wat studenten in hun leren nodig hebben.
Met de invoering van het onderwijsconcept hebben de opleidingen dat gesprek nieuw leven ingeblazen. Laat Windesheims ambitie van een persoonlijke leerroute voor iedere student de uitnodiging zijn voor de intensieve voortzetting daarvan!
Mark Boiten is
projectleider Nieuw Onderwijsconcept