Windesheimdocent Birgit Pfeifer promoveerde op 10 november aan de Vrije Universiteit Amsterdam op het onderwerp school shootings.
Wanneer spreek je van een school shooting?
‘Dat is een gewelddadige aanslag op een school waarbij de dader willekeurige slachtoffers probeert te maken. Vaak wordt er een vuurwapen gebruikt, vandaar het woord shooting, maar er zijn ook gevallen waarbij de dader bijvoorbeeld een bijl als wapen gebruikte. Een gericht aanslag op een persoon, bijvoorbeeld uit wraak, valt niet in deze definitie. Het is Goddank een zeldzaam fenomeen en tot nu toe in Nederland niet gebeurt. In Duitsland, net over de grens, en ook in Finland zijn casussen bekend.’
‘De daders verschillen erg van elkaar. Sommigen waren einzelgänger, sommigen juist populair onder medestudenten, sommigen kwamen uit probleemgezinnen en sommigen uit een warm nest. In de helft van de gevallen werden achteraf psychische problemen vastgesteld. Het is dus tot op heden niet mogelijk om een betrouwbaar profiel van deze jonge daders te maken omdat er gewoon te weinig overeenkomsten zijn. Wat opvalt is wel dat ze allemaal hun daad goed voorbereiden en dat ze de school shooting altijd op de ene of andere manier aankondigen. Dat laatste, daar heb ik onderzoek naar gedaan. Ik heb van zeven school shooters autobiografische teksten waarin ze aan hun geplande daad refereren geanalyseerd, bijvoorbeeld video’s en afscheidsbrieven. Mijn inspiratie om dit op deze manier aan te pakken was Marilyn Manson die in de documentaire van Michael Moore “Bowling for Columbine” zegt, dat nog nooit iemand echt naar de daders heeft willen luisteren.’
Het standaard beeld van de typische school shooter is dat het gepeste einzelgänger zijn met een psychische ziekte, uit een probleemgezin met een agressief verleden.’
‘Uit wetenschappelijke studies blijkt dat dit beeld wellicht op een aantal schooters van toepassing is, maar dat er ook shooters zijn die aan dit beeld helemaal niet voldoen. Vandaar geen betrouwbaar profiel. Ik wilde snappen wat deze jongens beweegt.’
En wat heb je uit hun teksten afgeleid?
‘Je kan je zien dat de daders met een existentiële crisis kampen. Door hun daad willen ze zich als ware “onsterfelijk” maken. Hun eigen middelmatigheid blijken ze te willen ontvluchten door zichzelf een identiteit aan te meten van een engel der wrake, uitverkoren om als martelaar te sterven.
Het is niet de existentiële crisis an sich, die de school shooters tot hun daad hebben gebracht. Zoiets leidt naar een zoektocht naar zingeving. School shooters construeren hun eigen “zingeving”. Zij construeren persoonlijke mythes, rituelen en ook transcendente ervaringen, net als traditionele religies die bieden. De modus operandi van de daad, het performatieve karakter van een school shooting, kan je als ritueel zien. Het gevoel dat ze uitverkoren zijn en superieur aan anderen, zijn persoonlijke transcendente ervaringen.’
Kun je dat als docent zien aankomen, die zoektocht?
‘Jongeren voorbereiden op het leven betekent ook dat ze moeten leren omgaan met de “facts of life”. We kunnen niet allemaal beroemd worden, ook al werken we nog zo hard. Soms gebeuren er dingen in het leven die zinloos voor ons zijn. We moeten ons niet alleen afvragen wat belangrijk voor ons persoonlijk is maar ook hoe we een bijdrage kunnen leveren aan de samenleving. Kritisch denken wapent ons tegen zwart-wit ideologieën die in strijd zijn met hoe wij onze samenleving willen organiseren.’ (MH)