Windesheim moet breder gebruik gaan maken van nieuwe technologie en (big) data om het onderwijs te verbeteren, vindt Kees Stolwijk.
De onlangs verschenen Versnellingsagenda voor Onderwijsinnovatie (een gezamenlijk rapport van de Vereniging Hogescholen, de Vereniging van Universiteiten en SURF) is een oproep om de digitalisering te versnellen. Op die manier kan het onderwijs flexibiliseren en kunnen studenten beter en slimmer studeren. Ik stel voor om Windesheim te transformeren in de eerste ‘slimme’ hogeschool, door vaker gebruik te maken van nieuwe technologie en (big) data. Daarmee komt de realisatie van onze ambitie om iedere student een persoonlijke leerroute te bieden en niemand meer onnodig te laten uitvallen, een stuk dichterbij.
Uit onderzoek blijkt dat het mogelijk is om nog vóór aanvang van de opleiding met grote zekerheid te voorspellen welke studenten de bsa-norm zullen halen en wie zullen uitvallen (zonder ingrijpen). Bij de pitches die bijdragen aan onze strategische koers, pleitte ik voor een recommender: een ‘slim’ systeem dat studenten op basis van data helpt om hun persoonlijke leerroute vorm te geven. Voor Netflix en Spotify zijn recommenders de gewoonste zaak van de wereld, maar voor de serieuze keuzes die studenten moeten maken in hun ontwikkeling bestaan ze nog niet. Nu nog geen probleem, maar in een toekomst vol keuzemogelijkheden zijn ze onmisbaar.
Gelukkig zijn er meer voorstanders van datagebruik binnen de hogeschool. Zij ontplooien ‘slimme’ initiatieven, bijvoorbeeld op het gebied van learning analytics, adaptief leren en het vroegtijdig signaleren van mogelijke uitvallers. Momenteel beperkt dit zich vaak nog tot individuele activiteiten van docenten. Dit verdient echter meer navolging, want onderzoek toont aan dat vroege interventies en ‘academische zelfregulering’ uitval kunnen voorkomen.
Er zijn ook tegenstanders van datagebruik in het hoger onderwijs. Zij wijzen op morele bezwaren en het risico van oneigenlijk gebruik van data, dat bijvoorbeeld tot discriminatie kan leiden. Maar je kan ook betogen dat het immoreel is om studenten de mogelijkheden van nieuwe technologie en big data te ontzeggen, als deze bijdragen aan het voorkomen van onnodige uitval. Bovendien worden de risico’s van ongewenste effecten van datagebruik geminimaliseerd met de komst van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) in mei 2018. Hierin wordt de verwerking van persoonsgegevens binnen de EU strak gereguleerd. Naar mijn mening zijn wetgeving en ons moreel kompas hier met elkaar in lijn: met persoonsgegevens hoor je niet lichtvoetig om te gaan. Maar dat wil niet zeggen dat je ze onbenut moet laten, zeker niet als ze kunnen bijdragen aan betere keuzes van studenten, het risico op uitval vroegtijdig helpen signaleren en mooie toepassingen als adaptief leren mogelijk maken. Gewoon binnen de randvoorwaarden die de wetgever hieraan stelt.
Het wordt daarom tijd dat we onze koudwatervrees overwinnen en breder gebruik gaan maken van nieuwe technologie en (big) data om ons onderwijs te verbeteren. Het wordt tijd dat Windesheim een ‘slimme’ hogeschool wordt.
Kees Stolwijk is als MT-lid van Windesheim Flevoland eindverantwoordelijk voor een breed aanbod van opleidingen. Via de verkenningstocht ‘Big Data’ voor de strategische koers van Windeheim zet hij zich in voor de mogelijkheden van digitalisering in het hoger onderwijs.
Helemaal eens met Kees. Windesheim als ‘slimme’ Hogeschool die goed gebruikt gaat maken van de mogelijkheden en kansen van de digitale wereld. Ik zie ook mijn eigen vakgebied (HR) kansen! Ik sluit me hierbij graag aan. -voordat we worden ingehaald door de tijd/ontwikkelingen om ons heen-
Bob Dees
HR adviseur