‘Als vluchteling word je vaak onderschat’
Heba Dakkak (nu 19 jaar) vluchtte in 2015 vanuit Syrië naar Nederland. In recordtempo leerde ze Nederlands, haalde ze een havodiploma en begon ze aan de opleiding journalistiek. Desondanks voelt ze zich niet altijd serieus genomen.
Het is het voorjaar van 2015. Aan oorlog is Heba Dakkak allang gewend. “Het was heel normaal dat er tanks in mijn straat reden.” Haar woonplaats Aleppo is verdeeld tussen het Syrische overheidsleger en rebellen van de oppositie. Maar de situatie wordt nijpender. Rebellen willen het hele gebied in handen krijgen en vallen burgers aan. “Bombardementen en scherpschutters in onze buurt, het was een hel! We konden niet meer veilig naar school of boodschappen doen.”
Droomland
Het gezin van Heba besluit te vluchten. Ze reizen per bus naar de hoofdstad Damascus, een rit die normaal zo’n vier uur duurt. “Maar vanwege het gevaar moesten we de militaire route nemen, dat duurde vijftien uur. Verschrikkelijk! Je kon niet slapen en bij elk militair checkpoint moest je weer je papieren laten zien en werden de koffers gecontroleerd.”
Ze vluchten naar buurland Libanon, vliegen vanaf daar naar Istanbul en reizen dan verder naar Nederland. “Ik was opgelucht dat ik eindelijk in een veilig land was waar ik een nieuw leven kon beginnen. We kregen geld van de overheid en steun van allerlei organisaties.”
“Nederland is mijn droomland. Jullie klagen vaak, bijvoorbeeld over politiek, maar vergeleken met andere landen moet je heel blij zijn. Alles is beschikbaar en je mag je alles doen. Je krijgt op school bijvoorbeeld veel kansen en keuzemogelijkheden. In Syrië word je van school gestuurd als je niet meekomt. In Nederland kun je altijd een lager onderwijsniveau doen en een opleiding kiezen die het beste bij jouw interesses past.”
Atheïst
Qua geloof voelt Heba, overtuigd atheïst, zich echter zelfs in Nederland niet helemaal vrij. “In het islamitische Syrië mocht ik natuurlijk geen kritiek uiten op de islam of andere religies. Hier in Nederland wil ik dat wel, maar kan het eigenlijk óók niet. Mensen vinden al snel dat je discrimineert en noemen je islamofoob. Het verbaast me hoezeer Nederlanders wat dat betreft aan de kant van vluchtelingen en moslims staan. Hier is toch vrijheid van meningsuiting? Ik voel me haast gediscrimineerd omdat ik atheïst ben.” Aan de andere kant vindt Heba Nederland wel een van de veiligste landen qua geloof en meningsuiting. “Daar moeten jullie echt trots op zijn.”
Het eerste wat Heba in Nederland doet, is de taal leren. “In Libanon heb ik veel YouTubefilmpjes gekeken en een app gedownload om Nederlandse woorden en zinnetjes te oefenen. Daardoor kende ik de taal al een beetje toen we in Nederland kwamen. Op de taalschool die ik daarna volgde, was ik een van de snelste leerlingen!”
Jezelf bewijzen
Heba weet dat ze journalistiek wil studeren en zoekt de snelste manier om dat voor elkaar te krijgen. Hoewel ze het advies krijgt om, net als alle vluchtelingen, naar het mbo te gaan, kiest ze voor een versnelde havo-opleiding. Ze werkt hard en weet binnen een jaar een diploma te halen.
In september 2017 begint Heba aan de opleiding journalistiek. Ze wordt onzeker omdat ze het gevoel heeft dat ze niet voor vol wordt aangezien. “Als vluchteling word je vaak onderschat. Ik merkte dat studiegenoten me minder serieus namen. Bij groepswerk werden mijn ideeën vaak genegeerd. Ook buiten school kreeg ik regelmatig de vraag waarom ik zo’n moeilijke opleiding deed waarbij taal zo belangrijk is. Het maakte me onzeker en ik ging me afvragen of ik een domme keus had gemaakt door aan journalistiek te beginnen. Pas nadat ik goede cijfers haalde, namen mijn studiegenoten me serieus en waren ze geïnteresseerd in mijn ideeën. Als vluchteling moet je jezelf echt bewijzen en je plek verdienen.”
“Nederland is een prachtig land voor mensen in andere landen die een nieuwe toekomst willen opbouwen, en vooral voor kinderen en minderjarigen. Ik heb zoveel van Nederland gekregen, ik hoop dat ik daar iets voor terug kan doen. Ik zet in elk geval hard door met m’n studie. Later wil ik als journalist naar Syrië reizen en items over de oorlog maken.”
Jitse Schipper
Foto: Herman Engbers