Anne van de Weg, student Master of Educational Needs, is gek op rugby en het leven er omheen. Ze doet verslag van haar wilde belevenissen op (en naast) het rugbyveld.
We zitten met z’n vieren bepakt en bezakt in de geleende Peugot 206 met lekke uitlaat, op weg naar Holwerd. Het is weer zover: Beachrugby Ameland 2018 is van start! Op de boot trekken we de eerste, tweede en derde biertjes open en proosten alvast op een mooi weekend.
Zaterdag 16 juni spelen we in totaal zes wedstrijden gedurende de dag: de eerste drie winnen we en de laatste drie verliezen we, helaas. Maar al met al: geen verkeerde score! Uitgelaten rennen we na de laatste wedstrijd in onze string en sport-bh de zee in en spoelen het zweet, zand, bloed en stukken schelp van ons lijf. We zwaaien ondertussen naar een herenteam dat poedeltjenaakt in de golven duikt.
Jeanne D’Assendorp
’s Avonds is het dé avond: we eten samen als club en de ‘courtsession’ wordt gehouden. Het thema van ons weekend Ameland is ‘Swolsche Blauwvingers’ en eenieder heeft een persoonlijke ‘middeleeuwse’ taak gekregen voor dat weekend. Ik ben ‘Jeanne D’Assendorp’ en ga voorop in de strijd op het veld én de feesttent! Daar hoort natuurlijk een passende outfit bij, dus in de weken voor Ameland ben ik bezig geweest om de juiste rekwisieten te verzamelen.
Volledig uitgedost stappen we op fiets de richting de strandtent, terwijl de hofdames hun jurk omhoog trekken en de hertogin haar pruik stevig vasthoudt. Onderweg komen we andere rugby’ers tegen die ook in een thema verkleed zijn. De ref van de laatste wedstrijd treffen we fietsend aan in een glinsterend, strak zilveren skipak met sprankelende hoofddeksel. Hij roept: ‘Jullie zien er ook goed uit! Veel plezier!’ Lachend roep ik hetzelfde terug.
Technisch braakje
Eenmaal bij Het Baken, een strandtent en ons verzamelpunt op Ameland, zoekt iedereen z’n plekje op en bereidt zich voor op de courtsession: iedereen wordt naar voren gehaald door de captains van de teams en moet een Nobeltje naar binnen tikken als straf, beloning of een combinatie van dat alles. Zo moet Simone drinken omdat zij zichzelf bloot heeft gegeven aan een minderjarige (per ongeluk) en onze captain omdat zij een ‘technisch braakje’ had gelegd voor de wedstrijden van zaterdag (ook al ontkent ze dit nog steeds). We lachen, drinken en zingen.
Al zingend horen we een ‘tegenpartij’ zingen: de Lady Wasps uit Nijmegen. Met een stel dames stiefelen we die kant op en de zang-battle is AAN. Karin blaast als minstreel op haar mondharmonica voor de juiste toon. Om en om zet elk team een lied in en vallen we elkaar bij totdat we door ons repertoire zijn en de stemmen schor. We drinken, lachen en zingen nog de hele avond door.
Opstartproblemen
Zondagochtend spelen we om 10.00 uur onze eerste wedstrijd van de dag. De eerste scrum van de wedstrijd wordt gegeven en met een diepe zucht zak ik door mijn knieën om laag te gaan. Mijn tegenstandster lacht: ‘Gaat het?!’ ‘Oh ja… Opstartproblemen. Ik ben een diesel! Het is niet persoonlijk hoor!’ Ze lacht uitbundig en ik ruik de kegel in haar adem: vandaag is iedereen brak.
Na de wedstrijd lopen we terug naar ons plekje in het zand en lopen we langs de Lady Wasps. ‘Hey! Vrouw met het zwaard! Jij kon goed zingen gisteravond! Dat ene liedje… Zeg buur, zeg buur, ik zou je willen vragen of jij, of jij wil hobbelen met mij!?’ Ze gooit haar hand naar achter onder haar rug, duwt haar bekken omhoog terwijl ze een omgekeerd hobbelpaard imiteert. We lachen, drinken en zingen nog de hele dag door.