Een nieuwe methode om de Rijksbijdrage over de domeinen te verdelen, zorgt ervoor dat de directeuren voortaan veel eerder weten over hoeveel geld ze in het volgende jaar kunnen beschikken.
De Rijksbijdrage (pakweg 5500 euro per student per jaar) wordt door Den Haag altijd berekend op basis van de gegevens van twee jaar eerder. (De bijdrage voor 2019 dus op basis van cijfers over 2017.) Deze aanpak is nadelig voor groeiende opleidingen, die hun groei pas twee jaar later ‘verzilverd’ zien. Daarom koos Windesheim er ooit voor om de interne verdeling van de Rijksbijdrage uit te voeren op basis van cijfers die maar één jaar oud waren. Concerncontroller Martin Zandvoort: ‘Daarmee werd het probleem van de ‘vertraging’ deels ondervangen maar het had als nadeel dat we de begroting voor het komende jaar betrekkelijk laat konden afronden. Recent zijn we daarom ook wat die interne verdeling betreft overgestapt op twee jaar vertraging.’ De domeinen weten voortaan eerder welk deel van de rijksbijdrage ze kunnen verwachten, en de Windesheimbegoting kan sneller worden afgerond. (MH)