Via online onderwijs kan de Lerarenopleiding Technisch Beroepsonderwijs heel Nederland bereiken. Maar de virtual classroom heeft voor- en nadelen, vindt Wieke Holdampf. En de student en de docent moeten het leuk vinden.
Onze opleiding koos voor de ‘win-webstructuur’: de ene week les op Windesheim en de andere week online les in een ‘virtual classroom’. Op deze manier hoeven studenten maar één keer in de twee weken naar Windesheim te reizen. De webweek is gebaseerd op synchrone communicatie: de virtual classroom is op vaste tijden open, zodat de groep samen de les volgt.
Welke nadelen heeft de online manier van lesgeven? Zowel de docent als de student hebben meer voorbereiding nodig qua vaardigheid en apparatuur. Nadelen voor de docent zijn de tijdsinvestering vooraf. Een virtual classroom moet organisatorisch maar ook technisch voorbereid worden. Een ander nadeel voor de docent is dat je niet kan zien of je studenten actief betrokken zijn. Een student kan wel ingelogd zijn maar toch afwezig, omdat hij bijvoorbeeld even een luier verschoont. Dit kan ondervangen worden door af toe een formatieve toets of vraag (poll) in te brengen. Ook zijn de online groepsprocessen soms lastig inzichtelijk te maken, want je mist de non-verbale communicatie.
Ook de student ervaart nadelen. Zo dient de student ook tijd te investeren om zich de omgeving eigen te maken. Het werkt bijvoorbeeld nogal frustrerend als je geluid het niet doet maar je wel wat in wilt brengen. Ook de keuze voor synchrone communicatie waardoor de lessen tijdafhankelijk zijn is een nadeel voor de student: studenten moeten een vaste tijd in hun agenda blokken om de les te kunnen volgen.
Maar de virtual classroom heeft ook veel voordelen voor de docent en student. De docent heeft vele keuzemogelijkheden in de onderwijsvormen die mogelijk zijn tijdens een virtuele les. Van hoorcolleges tot studentpresentaties of gestructureerde diepgaande discussies. Ook de inbreng van groepswerk kan direct worden gedeeld, gepresenteerd en besproken. Een ander voordeel is de ‘orde problematiek’; lessen waar iedereen door elkaar praat komen niet voor want studenten steken netjes hun digitale vinger op en de docent bepaalt wanneer er gelegenheid is om te ‘praten’. De extra informatie die een docent verkrijgt via de chatruimte is ook een bijkomend voordeel. Zo ziet de docent welke vragen er spelen tijdens zijn uitleg of welke opmerkingen er zijn. Indien nodig kan hij reageren.
Dit is tevens een voordeel voor de student; ook de wat ‘stille’ student stelt makkelijk vragen via de chat. Door het aanbieden van plaatsonafhankelijk onderwijs heeft onze opleiding studenten uit een groter geografisch gebied aangetrokken. Het opnemen en beschikbaar stellen van deze lessen is tevens een voordeel voor de student. Doordat alles online heeft plaatsgevonden, ben je niet afhankelijk van waar de camera stond en is zowel het beeld als geluid van dezelfde kwaliteit.
Terugkijkend vond ik het werken met virtual classroom een bijzondere en positieve ervaring. Het was nieuw dus veel experimenteren. Persoonlijk trok mij dit aan. Wat er gebeurde in de praktijk was opvallend; zowel bij studenten als docenten ontstond een soort van tweedeling. De ene groep vond het geweldig en/of praktisch terwijl de andere groep het maar ‘een gedoe’ vond. Deze tweedeling loste zich bij studenten geheel pragmatisch op: studenten die vanaf een eigen locatie online aanwezig wilden zijn, logden in terwijl de andere studenten naar Windesheim kwamen om daar de virtual classroom toch face-to-face te volgen. Wat betreft de tweedeling tussen docenten zou ik pleiten voor ‘passie’. Het werken met een virtual classroom vergt andere vaardigheden dan face-to-face onderwijs. Laat de docenten die hierin plezier ervaren professioneel scholen. En docenten die hierin geen motivatie ervaren, blijven en/of laten doen waar zij sterk in zijn.
Wieke Holdampf is docent onderwijskunde, psychologie en pedagogiek bij de Lerarenopleiding Technisch Beroepsonderwijs