Bestuurscollege wil snel flexibele toetsen
- Windesheim krijgt straks jaarlijks 16 miljoen euro extra voor verbetering van de onderwijskwaliteit.
- Het geld gaat vooral naar meer begeleiding van studenten.
Het bestuurscollege heeft een voorstel voor de besteding van dit extra overheidsgeld voorgelegd aan de centrale medezeggenschapsraad. Het noemt drie ‘focusgebieden’: meer studentbegeleiding, meer regie van studenten op de eigen leerroute en meer verbinding tussen theorie en praktijk. Daarnaast wil het college dat de hogeschool zich ontwikkelt tot een ‘lerend netwerk’, wat moet bijdragen aan de professionalisering van docenten.
Alle hoger onderwijsinstellingen krijgen oplopend tot 2024 extra geld, dat is vrijgekomen door het afschaffen van de basisbeurs voor studenten. Ze moeten aantoonbaar investeren in de verbetering van de onderwijskwaliteit, de zogenoemde kwaliteitsafspraken. Windesheim investeert daarin 5,6 miljoen euro voor 2019, waarvan nu 1,8 miljoen nog niet definitief is ingevuld. Daarna loopt het jaarlijkse bedrag langzaam op naar 15,8 miljoen euro. Het college wil, samen met de medezeggenschapsraad, eind januari een lange-termijn plan vaststellen worden voor de komende vijf jaar.
De raad is gecharmeerd van de wens van het college om snel werk te maken van mogelijkheden voor flexibel toetsen. De raad had dit bovenaan haar verlanglijstje gezet. “Dit is een veelgehoorde wens onder studenten”, aldus cmr-voorzitter Cor Niks.
Het college verwacht dat docenten straks veel meer aandacht zullen besteden aan studentenwelzijn, coaching, leeruitkomsten en de leerroutes die studenten kiezen. Mogelijk komen er gespecialiseerde begeleiders en organisatoren voor leerroutes. Daarnaast zullen docenten vaker stages, (multidisciplinaire) projecten en werkplek-leren gaan organiseren. Ook krijgen docenten het druk met het mogelijk maken van flexibel toetsen en de daarbij passende elektronische leeromgeving. Het college biedt de teams ruimte om over vijf jaar 150 fte aan extra docenten in huis te hebben.
De medezeggenschapsraad zou het liefste zien dat elke student een vaste studieloopbaanbegeleider krijgt én een vaste ‘student-buddy’: een hogerejaars student met een vergelijkbare (mbo, havo of vwo-)vooropleiding. “Studenten hebben behoefte aan kleinschaligheid, die de sociale cohesie en het studiesucces verhoogt en de studiedruk verlaagt. Binnen deze ‘begeleidingsdriehoek’ kan bovendien aandacht gegeven worden aan burgerschap en een kritische houding”, aldus Cor Niks.
Eind deze maand moet het bestuurscollege de knoop doorhakken over de bestedingsdoelen. Het uiteindelijke plan wordt dit najaar beoordeeld door accreditatieorgaan Nvao. (EM)