‘Wat goed is aan constructieve journalistiek, is helemaal niet nieuw’

Journalistiek moet ‘constructief’ zijn. Oplossingen aandragen. Dat is een van de pijlers van de journalistiekopleiding. Maar er is veel kritiek op deze ‘constructieve journalistiek’ ofwel CoJo. Jeroen Trommelen en Thomas Muntz van Investico, ‘Platform voor onderzoeksjournalistiek’, omschreven de aanpak onlangs als ‘de betonrot in de journalistiek’. Een interview met Jeroen Trommelen.

Thomas en jij zijn hierover met enkele docenten van Windesheim in debat gegaan. Hoe verliep dat debat?
‘Het was een beschaafd debat waarin we ons hebben verzet tegen de schijn-consensus dat we het ‘eigenlijk’ met elkaar eens zouden zijn. Dat is niet zo. Het is ook geen ‘definitiekwestie’, zoals werd geopperd. Constructieve Journalistiek onderscheidt zich wel degelijk door het aandragen van specifieke oplossingen, en door het vermijden van een te kritische toon. Dat de CoJo-verdedigers dat ontkenden, was niet bevorderlijk voor de discussie. Zelfs de tekst die we van de website van Windesheim hadden gehaald (‘constructieve journalistiek is gericht op mogelijkheden, kracht en groei’) werd door hen niet gesteund: “Die tekst hebben wij ook niet geschreven”.’

Constructieve journalistiek lijkt voortgekomen uit het idee dat journalistiek ‘positief’ moet zijn omdat ‘negatief nieuws’ de lezer afschrikt. Onderschrijf je het bestaan van dat ‘afschrikwekkende’ effect?
‘Als je boodschap de lezer, kijker of luisteraar niet bereikt, doe je als journalist iets verkeerd. Maar om dat te verhelpen bestaat een breed repertoire aan middelen die het vak niét ondermijnen: beter geschreven of gepresenteerde stukken; minder gemakzucht; bétere en diepgaandere verslaggeving; eerlijker, faire, evenwichtige journalistiek met inachtneming van meerdere perspectieven. Wij denken dat nieuwsconsumenten gaandeweg kritischer zijn geworden en dat je die moet bedienen met betere journalistiek. Niet met discutabele oplossingen-journalistiek.’

Maar is ‘de wereld verbeteren’ nu niet juist een zeer veel voorkomende drijfveer onder journalisten?
Zeker: veel journalisten willen de wereld verbeteren. Wij ook! Maar goede journalistiek stelt nu eenmaal grenzen aan de middelen die je daarvoor kunt gebruiken. Wij van Investico doen aan onderzoeksjournalistiek: we willen elke stap in ons onderzoek kunnen bewijzen en op basis dáárvan uitspraken doen die niet zomaar van tafel kunnen worden geveegd. Oplossingen moeten onderdeel zijn van je onderzoek: als X. de oplossing is voor probleem Y., waarom gebeurt het dan niet? Die vraag moeten we stellen en laten beantwoorden door de feiten, of door geïnterviewden; verantwoordelijken – degenen die kunnen en moéten handelen. En dit alles met passie en vakmanschap.’

Hier op Windesheim worden studenten, vooral in hun eerste jaren, en tot veler verbazing, platgegooid met de opdracht/het verzoek ‘constructieve elementen’ aan hun stukken toe te voegen. Hoort zoiets wat jou/jullie betreft überhaupt thuis binnen een journalistiekopleiding?
Het probleem is vooral dat wij nog steeds geen idee hebben wat Windesheim nu met ‘constructieve elementen’ bedoelt. Zoals wij al zeiden in het debat: alles wat goed is aan CoJo, is niet nieuw – wees kritisch maar niet cynisch, probeer het publiek erbij te betrekken en toon meerdere perspectieven op een situatie – en wat nieuw is, is niet goed: ‘constructieve journalistiek is gericht op mogelijkheden, kracht en groei’. (MH)

Er zijn 1 reacties op «‘Wat goed is aan constructieve journalistiek, is helemaal niet nieuw’»

  1. Ik was ook aanwezig bij het debat.
    Het leidde nadien tot een stellingname mijnerzijds bij een op diepgravend onderzoek gebaseerd artikel van FTM (Follow The Money). De schijn van mogelijke belangenverstrengeling bij de ontwikkeling van medische hulpmiddelen leidde tot stevige uitspraken. Ik vind die uitspraken veel te ver gaan en die treffen nu een hele sector. Zie: https://www.linkedin.com/feed/update/urn:li:activity:6491574484540153856

    Ik zie mijn reactie als het toepassen van principes van constructieve journalistiek. Eric Smit (FTM) bestrijdt dat. Het lijkt mij nuttig dat ik support krijg. Of niet. Ik verwacht sowieso wel iets vanuit het Kenniscentrum 🙂

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *