Weet een surveillant precies wat hij moet doen in het tentamenlokaal?
Windesheim heeft hogeschoolbrede instructies geschreven voor de surveillance rondom de schriftelijke toetsing. Want een surveillant – meestal een kwieke 65-plusser – moet veel meer regeltjes kennen dan je denkt.
Rode boekje
Ze staan voor grote zalen en hun publiek is muisstil: surveillanten. Ze hebben misschien wel het meest curieuze beroep van Windesheim. Tijdens de toetsen lopen ze rustig rond en controleren of iedereen zich aan de regels houdt. Als ze daarbij zelf een foutje maken, wordt dat hen door de studenten – die meestal bloednerveus zijn voor de tentamens – niet in dank afgenomen.
Tien jaar geleden waren de regels voor toetsafname bij elke opleiding anders. En ze werden verschillend geïnterpreteerd door de surveillanten zelf. Er was vaak verwarring, bijvoorbeeld over jassen die al dan niet mee naar binnen mochten, of hoe laat een student het tentamenlokaal mocht binnenkomen of verlaten.
Docenten en bedrijfsbureaus kregen regelmatig klachten van studenten, dat surveillanten zich niet goed aan de regels zouden houden. Maar dat viel moeilijk na te gaan. Gaandeweg werden daarom een aantal algemene regels opgesteld die voor de hele hogeschool gelden.
“Een paar jaar geleden besloten we om de kwaliteit van de surveillance eens goed onder de loep te nemen en waar mogelijk nog te verbeteren en standaardiseren”, vertelt Windesheims coördinator toetsorganisatie Gerrit Vissinga van de dienst Bedrijfsvoering. Met als uitkomst Windesheims nieuwe ‘Rode Boekje’ voor surveillance. “Dat hebben we samengesteld in samenwerking met uitzendbureau Randstad, die de pakweg 150 surveillanten in Zwolle aanlevert.” De surveillanten moeten voortaan dit boekje uit het hoofd kennen en een certificaat behalen om het werk te mogen doen. In het boekje staan de hogeschoolbrede regels voor toetsafname die gelden binnen alle domeinen. Opleidingen kunnen daarvan afwijken of aanvullende regels stellen, zoals bijvoorbeeld het toestaan van een rekenmachine of een wetboek, maar die regels moeten ze per toets op een apart formulier aan de surveillant doorgeven.
Spiekbriefje
Voor een buitenstaander lijkt het misschien eenvoudig: formulieren uitdelen en zorgen dat niemand spiekt. Wie het Rode Boekje leest weet wel beter. Van spieken – of beter ‘fraude en/of in strijd met de voorschriften handelen’ – bestaan heel veel varianten. Hulpmiddelen gebruiken die niet zijn toegestaan, of middelen die wel zijn toegestaan ‘frauduleus’ gebruiken of na het tentamen meenemen voor anderen. Spiekbriefjes dus in alle soorten en maten, een lesboek, telefoon, smartwatch of rekenmachine.
Studenten zijn vindingrijk bij het bedenken van spiekbriefjes, weet Vissinga. “Veel mensen vragen zich af waarom waterflesjes met een etiket verboden zijn, die regel is ingesteld nadat een student was betrapt met een aan de binnenzijde beschreven etiket op het flesje.
Studenten komen vooral in de verleiding om spiekbriefjes in hun kleding te verbergen. Daarom is het dragen van petten en sjaals verboden. Jassen en tassen mogen al helemaal niet mee naar de tafel. En als ze niet in een hoek of buiten het lokaal kunnen liggen, controleert de surveillant of ze ver genoeg buiten bereik liggen.
Klok en centimeter
De surveillant moet opletten dat een student niet bij anderen afkijkt of op een of andere manier plagiaat pleegt of kennis uitwisselt tijdens de toets. Ook daarin kunnen studenten erg inventief zijn. Vissinga: “Zo worden kladblaadjes met de goede antwoorden soms naar de hoek van de tafel geschoven, opdat de bevriende student ernaast het kan lezen. Ooit werd een student betrapt die met een heel dikke markeerstift goede antwoorden op het kladformulier aankruiste, zodat het zelfs van ver te zien was door medestudenten. Sindsdien zijn markeerstiften bij multiplechoice-tentamens verboden.”
Sommige studenten vragen een medestudent die op hen lijkt, om zich voor hen uit te geven en het tentamen te maken. Of ze vervalsen hun pas. Aan de surveillant de taak om de collegekaart, pasfoto en het identiteitsbewijs met arendsogen te bekijken en vergelijken.
Laatkomers zijn storend bij een tentamen waar meestal toch al veel spanning omheen hangt. De surveillant is daarom een half uur van tevoren aanwezig om de lokaalinrichting te controleren. Zit er minimaal 90 centimeter tussenruimte tussen de rijen en 80 centimeter in de rijen achter elkaar?
Een kwartier voor het tentamen kunnen de eerste studenten binnen komen. Op het aanvangstijdstip gaan de deuren dicht. Studenten die te laat zijn moeten samen buiten wachten, ze krijgen twintig minuten na aanvang toch nog één gelegenheid om binnen te komen. Pas na dertig minuten na aanvang mogen studenten die snel klaar zijn met hun tentamen naar buiten. Vissinga: “Daarvoor ontstaat ook vaak onvrede, maar dit is bedacht om te voorkomen dat ze de laatkomers op de gang informatie over de toets kunnen doorspelen.”
Toiletbezoek kan natuurlijk niet verboden worden, maar de surveillant doet alles om spieken te beperken. Hij laat studenten één voor één gaan, loopt mee tot aan de toiletruimte en controleert of de telefoon niet stiekem mee gaat.
Puzzelen
In het Rode Boekje staan ook regels waar surveillanten zich zelf aan moeten houden. Een surveillant moet zich correct en als autoriteit gedragen. Hij zorgt dat iedereen de juiste formulieren krijgt en ondertekent en alles op de juiste plek wordt ingeleverd. Hij zorgt voor doodse stilte in de zaal en kan in duidelijk verstaanbaar Nederlands de instructies voorlezen. Het is een pré als hij goed Engels spreekt, vanwege mogelijk aanwezige internationale studenten.
De surveillant houdt alles en iedereen in de gaten. Steekproefsgewijs controleert hij of ergens ongeoorloofde aantekeningen of losse briefjes in zitten. Rustig rondlopen is daarbij belangrijk. Een surveillant moet de zaal goed kunnen overzien, maar daarbij geen irritante geluiden opwekken met bijvoorbeeld hoge hakken, krakende schoenzolen of een rammelende sleutelbos.
Andere activiteiten dan surveilleren zijn niet toegestaan, zoals een puzzel doen of de krant lezen. Vissinga: “Ooit viel een surveillant in slaap tijdens het tentamen, tot grote hilariteit onder de studenten. Ze geven de surveillanten vaak bijnamen, bijvoorbeeld Pietje-precies, Brilmans of De Generaal, want het percentage oud-militairen ligt relatief hoog.”
Onvoorzien
En als je als surveillant dat mooie Rode Boekje helemaal uit je hoofd hebt geleerd, kan er over de regels toch verwarring ontstaan. Want mag een doorzichtig waterflesje mee als daar een ondoorzichtige dopper op zit? Moet een rastamuts beschouwd worden als een pet?
En ondanks de regels kan er altijd iets onvoorziens gebeuren tijdens het tentamen. Jacinta Rigter somt, samen met José Poelhekke en Marijke van Heiningen van de toetsorganisatie Social Work, moeiteloos voorbeelden op: kapotte klokken, irritant piepende deuren of luidruchtige studenten op de gang. Grasmaaiers, lawaaierige evenementen, verbouwingen, weercodes oranje of rood. “Maar ook de surveillanten zelf doen al snel iets niet goed in de ogen van een student. Knorrende magen, rammelende broodtrommeltjes, smakkende of hard fluisterende surveillanten…. we hebben het allemaal voorbij horen komen. Soms zie je het helemaal voor je, zo kregen we een klacht over surveillanten die elkaar lang niet gezien hadden en niet konden wachten tot na het tentamen om elkaar de foto’s van de kleinkinderen te laten zien.”
Vissinga: “Wij kennen die verhalen ook, van bijvoorbeeld die surveillant ergernis opwekte omdat hij met zijn centimeter de afstand tussen alle tafels ging opmeten. Tja, er kan veel over surveillanten gezegd worden, maar ze nemen hun taken wel serieus.”
‘Samen een kladblaadje volschrijven’
“Ik heb het idee dat de surveillanten nooit zo goed begrijpen wat nou wel en niet de bedoeling is tijdens een tentamen. Zo mag je altijd tien minuten tot een kwartier van tevoren het tentamenlokaal in. Eenmaal bij je tafel krijg je vervolgens een kladblaadje. Wat ik dus weleens heb meegekregen, is dat heel veel studenten in dat kwartiertje hun kladblaadje al volschreven, terwijl ze druk overlegden! En die surveillanten? Die liepen er mooi tussendoor en vonden het allemaal wel prima. Volgens mij dachten ze dat dat briefje gewoon onderdeel was van het tentamen.”
Sanne van Diermen (22)
vierdejaars social work
‘We drukten de surveillanten aan de kant’
“Twee jaar geleden volgde ik op school een internationaal programma over de financiële sector. Dat betekende een scala aan internationale studenten: uit Italië, Frankrijk en Zuid-Korea bijvoorbeeld. Een van de onderdelen van dit programma was een rekentoets. Eenmaal in het lokaal, waar het tentamen zou worden afgenomen, bleken de surveillanten geen Engels te kunnen. Op zich geen probleem. Maar toen bleek ook nog eens dat we volgens de surveillanten geen rekenmachine mochten gebruiken! Hoe leg je dat die buitenlandse studenten vervolgens uit? Op het moment dat we daarachter kwamen, moest het in het lokaal namelijk al stil zijn. En toen begon het hoor: ‘No rekenmachine!’ en ‘We need to see your ID-kaart!’ Na tien minuten hebben we de surveillanten daarom toch maar aan de kant gedrukt en hebben we alles netjes vertaald.”
Rick Jacobsen (21)
vierdejaars bedrijfseconomie
‘Het werd gewoon een spel’
“Op onze tafels hadden we tijdens een tentamen markeerstiften liggen. Maar toen kwam er dus een surveillante langs die ons vertelde dat we geen markeerstiften mochten gebruiken. Waarom niet; dat zou ik niet weten. Dus zij legde vervolgens bij iedereen de markeerstiften op de grond naast de tafel. Alleen lieten wij ons niet kennen, dus pakten we steeds die stiften er weer bij, waarna zij ze wéér op de grond legde. Het werd bijna een soort spel.”
Theanne Links (17)
eerstejaars bedrijfskunde
‘Mogen jullie wél kletsen?’
“Normaal gesproken is het tijdens je tentamen altijd stil. Iedereen is geconcentreerd aan het werk. Natuurlijk is het weleens wat rumoerig, en dan tikt een surveillant je vaak meteen op de vingers. Maar wat willen die surveillanten vervolgens, als het helemaal stil is? Koffie halen! ‘Ja, ik ga even koffie halen, heb jij er wat in?’, klinkt het dan aan de andere kant van de klas. Dus wij moeten stil zijn en jullie mogen wél kletsen? Over koffie?”
Kevin Meijer (25)
vierdejaars sociaalpedagogische hulpverlening
‘Steeds weer die schermen’
“Tijdens een tentamen zat ik in een lokaal met van die elektrische zonneschermen. Die dingen deden het niet helemaal goed, dus daar wilden de surveillanten wat aan doen. Helaas lukte dit niet al te best, dus zij druk in discussie bij die knoppen. En een halfuur hè! Dat was nogal afleidend voor veel mensen, dus die hebben na afloop zelfs een mailtje naar de examencommissie gestuurd.”
Johan van Althuis (21)
tweedejaars journalistiek
Tekst: Ernest Mettes
Het zou leuk zijn als er niet alleen over, maar ook mét surveillanten werd gesproken.
Ik ben sinds kort surveillant en merk, datcde surveillanten goed weten wat wel en niet mag. Studenten proberen je uit: bij mij had iemand een Red Bull op tafel. Toen ik zei dat alleen water mag in een fles zonder etiket, toverde hij met een lach een fles spa tevoorschijn.
Ik ben sinds kort surveillant en merk, datcde surveillanten goed weten wat wel en niet mag. Studenten proberen je uit: bij mij had iemand een Red Bull op tafel. Toen ik zei dat alleen water mag in een fles zonder etiket, toverde hij met een lach een fles spa tevoorschijn.