Mijn meetlint is roze. Geen stoere kleur, maar meten doet hij wel. Of zij. De naam van het gereedschap heb ik niet eens hoeven googelen. Ik heb ook spijkers en schroeven, in een opbergbakje met kattenstickers erop. Een hamer met een kleine handgreep én ik weet hoe ik een gaatje in de muur moet boren. Verven doe ik zelf, daar hoef ik niemand voor in te huren. En zagen? Kan ik als de beste.
Rara, wie ben ik? Ik ben een vrouw die heel goed voor zichzelf kan zorgen. Maar ik heb ook een andere kant: “Schat, ik krijg deze pot met wortels niet open, kun je even helpen?” “Lieverd, kun jij daar bij? Ja daar, op die bovenste plank! “Oh en nu je er toch bent, kun je misschien die lamp voor me vervangen?” Denk je dat ik geen kracht heb of dat ik geen krukje kan pakken zodat ik zelf bij die bovenste plank kan? Er bestaan duizenden filmpjes op YouTube met how to’s, voor de onafhankelijke vrouwen onder ons.
Op mijn werk ben ik een leidinggevende. Iemand die de pakjes aan mag nemen en een handtekening mag zetten. Maar waar lopen de mannelijke bezorgers met hun pakjes als eerste naartoe? Hun soortgenoot, de man. Mijn collega’s. Want dat meissie zal wel niet ‘de baas’ zijn. En wanneer ik bel naar de helpdesk, om te vertellen dat er kortsluiting is, krijg ik de vraag of de stekker van het apparaat er wel in zit. Of ik wel weet hoe ik de schuifjes in de meterkast ook weer zelf omhoog kan zetten. “U bedoelt de stoppen meneer?”
Ik ben een vrouw en mijn meetlint is roze. Maar die kleur betekent niet dat ik van het zwakke geslacht ben. Dat ik niks zelf kan en afhankelijk wil zijn. Ja, wij houden ons soms van de domme om de man het gevoel te geven dat ze nodig zijn. We zijn van ver gekomen, maar de gelijke behandeling is nog steeds een illusie en daar helpen we zelf misschien wel aan mee. Maar roze is gewoon een kleur. En ik ben gewoon een vrouw. Dat moet toch genoeg zijn.
Michelle van der Molen