Journalistiekstudent Sil Biesbroek studeert tot de zomer in de hoofdstad van Marokko, Rabat. Voor win’ doet hij verslag van zijn belevenissen.
Ik sta op een treinstation in een stad waar ik de weg nauwelijks ken. Een kleine vrouw met lachende ogen kijkt mijn kant op. Ze leunt tegen een pilaar bij de uitgang van het station. Dit moet Fatima zijn. Ik loop op haar af en schud haar hand, ze heet me hartelijk welkom in Marokko.
Vlakbij het strand
Dit semester verblijf ik bij Fatima en haar familie. Ik ben in Rabat om een half jaartje te studeren aan het ILCS, een partneruniversiteit van Windesheim. We wonen hier in een oude wijk omringd door zandkleurige muren. Vanaf de voordeur is het hooguit vijfhonderd meter lopen naar het strand.
Op mijn school, die zo’n drie kwartier verderop ligt, volg ik colleges in journalistiek en communicatie. Beide vakken komen zeer van pas wanneer je in een nieuw land en in een andere cultuur terechtkomt. Zo werkte ik aan een artikel over het Marokkaanse schoolsysteem en leerde ik direct veel over de talen die er gesproken worden in Marokko: voornamelijk Darija (Arabisch dialect), Arabisch, Frans, Tamazight en Spaans.
Eigen kring
Ondanks dat ik me welkom voel, is het soms best even zoeken naar mijn plek in de groep. Er zijn geen andere uitwisselingsstudenten die ongeveer dezelfde ervaring beleven als ik. Buiten school hebben de meeste mensen hun eigen kring waar ze mee optrekken. Best vergelijkbaar met Windesheim misschien. Mijn beeld van uitwisselingsstudenten die in Zwolle studeren, is dat ze vooral met elkaar optrekken.
Na vier weken krijg ik steeds meer het idee dat ik mijn draai hier begin te vinden. Door een stap naar voren te doen en eens te vragen wat mensen in het weekend zoal doen, ontstaan er vanzelf redenen om samen iets te ondernemen.
Afgelopen weekend kwam ik terecht in Sale, een buurstad van Rabat aan de overkant van de Bouregreg-river die de twee steden van elkaar scheidt. We gingen wandelen met Belva, de hond van mijn klasgenoot Moad. Hoewel deze jonge Belgische herder speels rondsprong op het strand van Sale, wordt hij getraind om te bijten op commando. Moad vertelt mij dat honden, zeker in Sale, gezien worden als een goede manier om jezelf te beschermen.
Dezelfde taal
Dit soort wandelingen zorgen ervoor dat ik de nieuwe omgeving waar ik me in begeef in een ander daglicht kan zien. Met de uitleg van iemand die een stad door en door kent, leer je namelijk zoveel meer. Tenminste, als je dezelfde taal spreekt.
De studenten spreken over het algemeen goed Engels, al zitten er ook tussen die vooral Frans spreken. Mijn Frans is, ondanks een half jaar voorbereiding, nog steeds als een poedel zonder haar. Ik weet me te redden, maar mijn teksten verdienen geen schoonheidsprijs.
Dat is best lastig soms. Want ik woon bij een gezin dat geen Engels spreekt. Door de halve dag ‘comment ca va?’ te zeggen tegen elkaar, zorgen we ervoor dat er een gemoedelijke sfeer hangt. Maar wanneer ik wat serieuzere vragen heb, tel ik mijn zegening voor het bestaan van Google translate.
Leuk om te lezen. Je poedel zonder haar vond ik zeer beeldend.?
Kook je zelf of eet je mee met het gezin?
Wens je veel plezier en tot het volgend verslag.