Felien wilde losgaan op Lowlands, Björn wilde de hele vakantie rondrijden in een gofkarretje. Vier studenten vertelden aan Win’ hun plannen voor de zomer.
‘Als enige nuchter op Lowlands’
Is dit jouw festivaloutfit?
“Ja, dat is het door de jaren geworden, deze zomer is mijn derde keer Lowlands. Een kwestie van trial & error, een tuinbroek zit gewoon comfy. En mijn kleine spullen doe ik in een fannypack heuptas. Ik ga altijd met een groep van veertig mensen, die ken ik nog van de havo. Allemaal hipsters die van techno houden.”
Waarom is Lowlands zo chill?
“Voor mij was Lowlands magisch vanaf de eerste keer. Vijf dagen ben je in een geheel andere wereld, even weg van alles in een weiland met tentjes. De sfeer die er hangt is zo bijzonder. Iedereen komt er met dezelfde bedoeling, daardoor is het ook zo gemoedelijk. Met drank en een pilletje op zijn de mensen al helemaal toegankelijk.”
Gebruikt iedereen daar XTC?
“Ik ben de enige van mijn vriendengroep die niet gebruikt. Dat heb ik helemaal niet nodig, zo enthousiast en hyper ben ik al van mezelf. Hoewel ik wel nieuwsgierig ben, zou ik het niet gauw doen. Ik ben een heel gevoelig persoon en veel te bang dat ik daardoor ‘bad’ ga.”
Doe je vaker glitters op?
“Ik zou nooit met mijn hoofd vol glitters naar school komen. Maar op Lowlands is niks te gek en mag je even uit de band springen. Ik vind dat niet overdreven, glitters zijn gewoon een leuke manier om je blijdschap te uiten. Uiteindelijk is het allemaal groepsdruk: zowel het ‘normaal’ doen op school als het ‘lekker gek doen’ op festivals.”
Felien (20)
Eerstejaars journalistiek
‘Je kunt ter plekke overlijden’
Zo zo, Tiger Woods?
“Haha. Deze zomer rijd ik als ballenjongen over de golfbaan, op een golfkarretje met een soort stofzuiger ervoor. Daar zitten mandjes in, als die leeg zijn gooi je ze in de wasmachine. Dan vallen ze in één grote bak, die gebruikt de golfleraar weer om les uit te geven.”
Golf je zelf ook?
“Ik heb nog geen baanbrevet, maar kan het inmiddels al aardig. Bij golf krijg je minpunten op het scorebord, dat noemen ze een lage handicap. Ik heb best wel veel golfvrienden gehad, en die hadden rond de 1 of rond de 0. Onder de nul ga je naar profniveau toe, die jongens konden het dus erg goed. Ik ben al heel blij als ik een par (0) sla, dan sla je ’m in drie keer.”
Is ballen rapen niet saai?
“Het kan levensgevaarlijk zijn hoor! Als ze ‘four’ schreeuwen komt er een bal. Dan stop ik m’n karretje en scheert die soms rakelings langs mijn hoofd. Als zo’n harde bal je raakt kun je ter plekke overlijden. Voor ik er werkte waren er twee wat ruige gasten in dienst van de golfbaan. Die hadden het golfkarretje opgevoerd tot 40km/u.”
Lopen daar veel kakkers rond?
“Mijn baas vindt het belangrijk dat ook de ballenjongens representatief gekleed gaan, maar we hebben geen uniform. Op deze baan komt van alles, oude mensen, jonge mensen, profs en amateurs. Ze weerhouden me er niet van om lekker met m’n golfkarretje te racen en te slippen. Dat blijft toch het leukst.”
Björn Engelsman (23)
Tweedejaars commerciële economie
‘Ik viel flauw in de keuken’
Waar is je koksmuts?
“Die heb ik niet! Dat is echt een mythe uit vervlogen tijden. Hoe hoger je muts, hoe hoger je in aanzien stond als chef. Zelf werk ik in het Drentse Hotel-Restaurant de Oringer Marke. In de winter bijzonder rustig, in de zomermaanden letterlijk peentjes zweten. Vorige zomer werd het 49 graden in de keuken. Toen ben ik flauwgevallen!”
Stoer schort!
“Het is van leer. En dat beschermt tegen de hitte van het koken. Eigenlijk is ie voor slagers, zodat ze zich niet snijden als ze met bruut geweld vlees houwen. Omdat ie zo robuust is, hoef je niet na te denken over vlekken of andere bijzaken. Perfect dus om onbekommerd in te kokkerellen.”
Waar heb je het vak geleerd?
“Ik heb hiervoor gewerkt bij een buffetrestaurant. Ik ben daar met veel plezier weggegaan, want het werk was vreselijk. Het voelde de hele tijd alsof je parels voor de zwijnen aan het gooien was. In de keuken moest ik oppassen voor anderen die niet opletten met messen. Daarom dragen koks altijd schoenen met stalen neuzen. Anders loop je kans dat je tenen geamputeerd worden.”
Wat maak je het liefst?
“Het driegangen-menu voor de hotelgasten. Ik krijg de volle vrijheid om er elke dag weer iets anders van te maken, met de producten die we op dat moment in huis hebben. Zelf ben ik een enorme zoetekauw. Ik hou van koffie, chocolade en vanille. Dus dan kom ik al gauw op tiramisu uit.”
Luuk Cornet (20)
Eerstejaars lerarenopleiding scheikunde
‘Geen gaten in mijn nette blouse’
Waarom draag je een witte jas?
“Ik werk ’s zomers als laborant in het kindervoedings-lab van Nestlé. We dragen een labjas zodat er geen bijtende stoffen op onze kleding komen. Met zuren heb je meteen een gat in je nette blouse. En bases (zoals zeep) kunnen gevaarlijk zijn voor je huid omdat ze alle eiwitten kapot maken.”
Wat deed je hiervoor?
‘’Ik studeerde eerst mbo-3 allround laborant en daarna mbo-4 chemisch-fysisch analist. Mijn interesse in scheikunde is gewekt tijdens mijn vmbo-stage bij de Suikerunie in Groningen. Dat was tijdens de bietencampagne. Alles kookte over en stonk, er lag prut en vertrapte bieten. Machtig mooi.”
Is deze bril voor het lab?
“Nee, een gewone bril zou onvoldoende bescherming zijn. Ik draag daar over mijn eigen bril nog een extra veiligheidsbril. Je krijgt er hoofdpijn van en het is ook nog eens geen gezicht. Maar een laboratorium is natuurlijk geen modeshow.”
Wat doe je met die buisjes?
“Daarmee meet ik onder andere het vitamine-C-gehalte in de voeding. En van ingedikte melk bepaal ik het drogestof-gehalte: het percentage vaste stoffen dat is opgelost in water. Ik heb weleens zwavelzuur over mijn hand gehad, toen ik een eiwitbepaling wou doen. Dat voelde niet pijnlijk maar wel heel heet. Als je het niet afspoelt krijg je een brandblaar.”
Jacqueline Biemold (27)
Derdejaars lerarenopleiding scheikunde
Tekst: Maarten Kors | Foto’s: Jasper Overbeek