Journalistiekstudente Julia Onclin studeert dit semester in Parijs. Voor WIN doet ze verslag van haar belevenissen.
Het is gedaan met Nederlands praten, want mijn semester in Parijs is begonnen! En hoewel ik nog maar drie dagen in dit mooie land ben, heeft deze stad mijn hart al veroverd.
Toen ik op de tweede introductiedag ’s ochtends rond een uur of negen op de rotonde bij de Arc de Triomphe liep, realiseerde ik me pas dat deze hele ervaring echt is en geen droom. De toeterende auto’s, de excusez-moi’s en de bonjour’s. Ik ben echt in Parijs.
Droomuitzicht
Eén van de campussen waar ik colleges ga volgen, bevindt zich in een zijstraat van de Champ-Élysées. Elke keer als ik daar les heb moet ik afreizen naar hartje Parijs en word ik geconfronteerd met de schoonheid van deze bijzondere stad. Van de oude gebouwen tot de kunst die overal terugkomt.
Ook het uitzicht vanuit de studio die ik via de school huur, is een echte droom. Elke avond opnieuw kan ik genieten van een beeldschone zonsondergang boven de karakteristieke Franse flatjes met grote openslaande balkondeuren en metalen barrières voor de ramen.
Directe Nederlanders
Op dit moment heb ik twee introductiedagen gehad waarbij ik mijn klasgenoten heb leren kennen. Wat is het grappig om te zien hoe anders iedereen is. De manier van praten, bewegen en omgaan is per persoon en per cultuur uniek. Dat maakt elkaar leren kennen echter niet makkelijk. Zo direct als wij Nederlanders van nature zijn, is niemand en dat probeer ik in mijn achterhoofd te houden.
Ook is de taal nogal een ding. Zo spreken Fransen over het algemeen geen woord Engels. Dat is iets wat ik in deze eerste week geleerd heb. Toen ik aankwam in Parijs en een Uber pakte naar het gebouw waar ik een studio huur, raakte de chauffeur namelijk een beetje verdwaald. Hoe kan het ook anders, de weg achter het gebouw waar ik woon is een regelrechte bouwput.
Echte uitdaging
Overal staan kranen en rijden graafmachines en er zijn bouwvakkers in overvloed. Ik had geen idee dat de mensen hier geen Engels spraken en probeerde een groepje Fransen om hulp te vragen. Dat bleek nog niet zo makkelijk te zijn. Gelukkig is mijn Frans goed genoeg dat ik ze in het Frans om hulp kon vragen.
Tijdens mijn verblijf hier is de taal en cultuur denk ik de échte uitdaging. Ik moet Frans gaan praten of ik het nou wil of niet. Ook moet ik mijn Nederlanderschap een beetje achter me laten, want de songlyrics ‘Praat Nederlands met me, even Nederlands met me’, gaat hier zeker niet op.
Bisous et à la prochaine fois,
Julia Onclin
Prachtig verwoord Julia. Geniet geniet en geniet ervan.
XxX