‘Ook in Nederland heb je tornado’s’

Hagel, bliksem en windstoten? Normale mensen blijven dan liever binnen, maar niet journalistiekstudent Gilles Tijmes. Hij trekt er bij noodweer juist op uit.

‘Voor die wolk ben jij niet meer dan een zandkorreltje op de weg’

Iedereen kent de documentaires op Discovery Channel waarin overenthousiaste mannen in grote trucks tornado’s achterna jagen, door het dolle heen als ze de wervelwind eenmaal in het vizier krijgen. Maar stormchasers zijn geen cowboys die in hun auto springen bij de eerste de beste regenwolk, wil Gilles meteen benadrukken. Het draait om geduld, een goede voorbereiding en vooral kennis van weersystemen. Gilles: “Wij stormchasers zoeken hoge instabiliteit en windschering. Warme lucht die op de koude atmosfeer botst zorgt er voor dat er buien ontstaan en plotselinge lokale verandering in de wind, dat noem je ‘schering’, zorgt er voor dat de buien interessant worden qua structuren en mogelijk extreme bijverschijnselen zoals hagel, valwinden, bliksem, windstoten of oplichtende wolken kunnen vormen.”

Alsof je aan het koken bent en alle ingrediënten moeten bij elkaar moeten passen voor het perfecte gerecht. “Soms heb je alles bij elkaar en kan er nét dat ene ingrediënt missen, waardoor je dus naar een locatie bent afgereisd waar uiteindelijk niks gebeurt.”

‘Trekrichting’ van 100 km per uur
Niets zo veranderlijk als het weer, dat weet Gilles als geen ander. Als hij samen met andere weerfanaten op pad gaat, is het dan ook altijd maar de vraag wat ze gaan aantreffen. Zoals de laatste keer dat hij erop uit trok, vorige week nog. “De kaarten zagen er supergoed uit. De buien hadden een trekrichting van 100 kilometer per uur en daalden abrupt op moeder aarde af, dan vormen ze ‘wall clouds’. We gingen richting Oss om de buien daar op te wachten. Uiteindelijk kwam het hele systeem pas later in de avond op gang, daarom zijn we doorgereden naar België. Daar kregen we toch nog een staartje mee van het noodweer dat later aaneen klonterde in een buienlijn die met minder kracht over Nederland trok.”

Bloemkoolwolken
Gilles (22 jaar) woont bij zijn ouders, op een boerderij in het Drentse Broekhuizen, een buurtschap onder de rook van Meppel. Opgroeiend tussen de maisvelden, trekkers en vieze rubberlaarzen werd de jonge Gilles zich als snel bewust van de elementen. “Als mijn oma ’s avonds uit het raam keek en bloemkoolwolken zag, wist ze al dat het mis was. Dan was er onweer op komst.”

Die interesse groeide al snel uit tot een grote fascinatie. “Toen Gilles nog maar amper boven het aanrecht uitkwam, zei hij al dat hij later in Oklahoma zou gaan studeren omdat hij meteoroloog wilde worden”, vertelt moeder Roely. “Mijn oren begonnen te klapperen van verbazing, ik kon het woord zelf amper uitspreken. Toen Gilles twaalf was zijn we naar Zuid-Holland gereden om een weerstation voor in de tuin te kopen, dat staat er nog steeds.”

In datzelfde jaar stond er ineens een vreemde auto op het erf. “Ik dacht dat stormchasen alleen maar in verre landen kon, tot ik op internet forums begon af te struinen”, glundert Gilles. “Zo sprak ik op een dag af met een groepje uit Zwolle, om op de bonnefooi naar het voorspelde noodweer in de Noordoostpolder te rijden. Dat vonden mijn ouders een minder goed idee, maar ze lieten me uiteindelijk toch gaan nadat ik met een pruillipje beloofde het voortaan even te melden als ik met vreemde mensen op stap zou gaan.”

Moeder Natuur
Maar wat vindt Gilles nu precies zo mooi aan het najagen van stormen? Om dat goed uit te kunnen leggen, maakt hij een vergelijking met zijn andere grote hobby: het bezoeken van concerten. “Als je in een grote groep mensen staat en er er komt een heel mooi nummer, dan voelt het alsof je alleen op de wereld bent, met de artiest. Met een flinke bui voelt dat ook zo, maar dan zelfs nog beter. Het weer maakt het niet uit of er mensen staan of niet, op zo’n moment voel je de kracht van Moeder Natuur en voel je je heel nietig. Het maakt dan even geen fuck uit wat je doet, of wat je zorgen zijn. Op dat moment is het alleen die bui die daar rondraast en ben jij voor die wolk niet meer dan een zandkorreltje op de weg. Dan besef je dat je eigenlijk alleen een passagier bent in het grote geheel en geen bestuurder.”

“Laatst reden we in de buurt van Klazienaveen en leek het net alsof we in een scène uit de film ‘Twister’ waren beland. We raceten met vier auto’s over landweggetjes op zoek naar een plek om de bui te kunnen opvangen. Iedere stormchaser is diep in zijn hart nog een beetje dat kind dat met opengevallen mondje naar Discovery keek.”

Complottheorien
Tijdens het ‘chasen’ is Gilles vaak aan het streamen op sociale media. “Op Twitter en Instagram heb ik veel volgers uit het wereldje.” Je zou verwachten dat zo’n nerdy hobby intelligente mensen aantrekt, zegt Gilles. “Maar in de praktijk zijn de appgroepen en forums van stormchasers toch vooral een broedplaats voor complottheorieën. Velen zijn er heilig van overtuigd dat de overheid het weer probeert te beïnvloeden door vliegtuigen ‘chemtrails’ te laten verspreiden in hun condenssporen”, lacht Gilles, hij vindt dat maar pseudowetenschappelijk geouwehoer. “I’m here for the facts.”

Poldertornado’s
De ultieme jackpot voor stormchasers is natuurlijk een tornado van dichtbij mee mogen maken. “Veel mensen denken dat die hier niet voorkomen, maar Nederland heeft de meeste tornado’s per vierkante kilometer ter wereld.” Dat vraagt om meer uitleg. Gilles: “Dat komt doordat we een klein landje zijn met relatief veel water. En een tornado ontstaat waar koude en warme lucht op elkaar botsen. Na een warme dag stijgt er een boel waterdamp op vanaf de zee, terwijl de koude lucht in de atmosfeer wervelend naar beneden wordt getrokken. Maar het loopt hier bijna nooit zo uit de hand als op de tv-beelden uit Amerika die je elke lente ziet. Dat komt doordat onze poldertornado’s zelden zoveel snelheid opbouwen, we hebben geen grote open prairies waar ze tot apocalyptische proporties kunnen groeien.”

Dodelijke slachtoffers
Vijftig jaar geleden was hier de laatste tornado met dodelijke slachtoffers, vertelt Gilles. “Op 26 juli 1967, in het Gelderse Tricht.” Hij sprak ooit een vrouw die dat van dichtbij meemaakte. “Ze zag opeens allemaal hooi en stro overwaaien. Haar man zei toen dat ze snel de baby van zolder moest halen. Alle wind sloeg op de ramen, ze hadden het geluk in een stevig hoekhuis te wonen, dat bleek bestand tegen windkracht 12. Alle zeven mensen die die dag omkwamen, verloren hun leven in háár straat. De huizen zijn in een andere kleur stenen weer opgebouwd, dus het contrast tussen oud en nieuw zie je daar nog heel duidelijk. Het verhaal van Tricht is bij iedere stormchaser bekend en om het van een overlevende te horen was heel bijzonder. Ze wilde het verhaal eigenlijk niet meer vertellen, maar omdat ik jong en geïnteresseerd was, deed ze het nog één keer, speciaal voor mij.”

“In Nederland hebben we al gauw de neiging toch nog even te gaan zwemmen als het code geel is, of de weg op te gaan met code oranje. Deze mevrouw drukte mij op het hart de waarschuwingen van het KNMI nooit in de wind te slaan, want die adviezen zouden je zomaar ooit op een dag het leven kunnen redden.”

Tekst: Maarten Kors
Foto’s: Jasper van Overbeek


Gilles: “Deze foto heb ik gemaakt ongeveer een half uurtje over de grens bij Enschede. We hadden onze ogen op een bui voor ons en we wilden proberen om bliksemfoto’s te maken. Achter ons doemde toen ineens dit gevaarte op van een andere bui. De bui was bezig met het ontwikkelen van een ‘shelf cloud’ en dus krulde de voorkant steeds meer om. Het was zo dynamisch om te zien dat het bijna angstaanjagend was.”


“Deze lichtende nachtwolken waren voor mij echt een hoogtepunt. Dit type wolken is voor mij een bewijs dat de lucht zoveel moois te bieden heeft, ook voor amateurweerliefhebbers. Dit wolkenveld was één van de grootste en helderste velden van afgelopen decennia, een genot om mee te maken!”





“De buien hadden op de dag dat deze foto is gemaakt een onwijs snelle trekrichting. Jolien, met wie ik altijd op pad ga, had een gebied gekozen dat verder Duitsland in ligt. Uiteindelijk reden we door kleine dorpjes met deze joekel achter ons aan en probeerden we in het half Engels, half Duits vanuit open autoramen aan voorbijgangers uit te leggen dat ze toch écht beter even naar binnen konden gaan. Een passage van deze formatie gaat vaak gepaard met veel wind en neerslag en soms ergere cadeautjes, dus je wil echt níet je hond uitlaten op dat moment.”

“Vorig jaar augustus reden we voor het onweer richting Amiens, in Frankrijk. In deze omgeving van graanvelden en heuvels voelde alles een stuk grootser dan wat ik daarvoor gewend was. Het stuk net achter het bordje is een uitzakking, een ‘wall cloud’. Omdat ik er nooit één in het echt had gezien, wist ik niet zeker of het er wel eentje was. Maar toen een van de meer ervaren chasers z’n blik er op had geworpen was het ineens ‘gas!’. Ik zat met m’n neus aan het raam geplakt, er gierde adrenaline door m’n lichaam en ik dacht alleen maar: Die wall cloud hád gewoon een tornado kunnen droppen.”

Er zijn 1 reacties op «‘Ook in Nederland heb je tornado’s’»

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *