Als ik tegenwoordig in aanraking met studenten kom, bijvoorbeeld na een lezing, of tijdens een andersoortig evenement waar ik mag optreden, informeren ze vaak naar het pad dat ik heb bewandeld om schrijver én presentator te worden.
‘Dank u wel,’ riep een jongen van Windesheim laatst.
‘Dan zien we elkaar misschien wel binnenkort bij Jinek of De Wereld Draait door.’
‘Hoe bedoel je?’ vroeg ik oprecht.
‘Nou, dat we daar samen aan tafel zitten, om te praten over iets.’
‘Maar wát kan jij dan?’ Daar had hij geen antwoord op.
Het is een kwaal waar meer jongens en meisjes mee rondlopen: ze willen dolgraag op televisie of influencer worden, maar begrijpen niet dat je daar daadwerkelijk iets voor moet kunnen. Zelfs de meest lege Instagram-sterren zijn elke dag hard aan het werk voor het beste kiekje of de coolste video, en alles moet ook nog worden gemonteerd et cetera. Monnikenwerk.
Ik kom het bij andere opleidingen eveneens tegen. De studenten vertellen allemaal dat ze azen op een bestaan als rijk, succesvol en invloedrijk iemand, maar na een beetje doorvragen, blijken dat stuk voor stuk ongefundeerde dromen, gebaseerd op een naïef zelfbeeld.
Mijn eerste dag op Windesheim zal ik nooit vergeten. Aan het begin van ons eerste college, in het schemer van de maandagochtend, vroeg de docent aan de klas waarom ze voor de opleiding Journalistiek hadden gekozen. Iedereen mocht het kort uitleggen.
De ene helft wilde ‘net zoiets als Floortje Dessing’ gaan doen, en de anderen zagen de carriere van Matthijs van Nieuwkerk wel zitten. Er is niets mis met groot dromen. Ik wilde troonopvolger van Harry Mulisch worden, om maar wat te noemen. Alleen is het wel zo fijn om te beseffen dat zulke ambities verantwoordelijkheden met zich meebrengen.
Die bestaan met name uit hard werken en vooral alles wegcijferen voor de ultieme plek die je wilt bereiken. Veel jongeren beleven de studententijd als een soort carnaval. Ik vertel altijd, aan wie het maar wil weten, dat je als student uitzonderlijk veel vrije tijd hebt.
Je kunt daar op twee manieren mee omgaan: of je gaat elke avond zuipen in het studentencafé, of je vult de vrije uren op zo’n manier in dat ze bijdragen aan je ontwikkeling.
Ik realiseer me dat ik nu als een dominee overkom, mijn excuses, maar ik schrijf dit alles omdat ik weet dat tijd steeds schaarser wordt naarmate het volwassenleven begint.
Ik ben niet tegen lol trappen, wel tegen verspilling van een waardevolle periode. Iedereen kan fantaseren. Weinigen kunnen hun dromen daadwerkelijk verwezenlijken.