Promoveren op het hbo? De Vereniging Hogescholen heeft het hoog op de agenda staan. Maar de weg daarnaartoe is nog lang, vertelt CvB-voorzitter (tevens bestuurslid van de Vereniging) Henk Hagoort. ‘Eerst moet de basis versterkt.’
Promoveren, aantonen dat je volwaardig wetenschappelijk onderzoek kunt verrichten, dat doe je op de universiteit. Maar waarom alleen dáár? De Vereniging Hogescholen vindt in elk geval dat de hogescholen en universiteiten (de beide poten van het unieke Nederlandse ‘binaire stelsel’) gelijkwaardig moeten zijn. Hagoort: ‘En dat betekent dat er op de professionele master van het hbo een professional doctorate moet kunnen volgen, net als je na de universitaire master een promotietraject kunt volgen.’
De universiteiten zijn hier niet tegen. De Vereniging heeft hierover een convenant gesloten met de VSNU. Waar de discussie nog over gaat is het onderscheid tussen de beide trajecten. Iemand die op het hbo is gepromoveerd krijgt straks een andere titel, en natuurlijk zal er sprake zijn van een inhoudelijk verschil. Het hbo biedt praktijkgericht onderzoek en zal dus bijbehorende promotietrajecten gaan aanbieden. Daarmee, zo is de verwachting, zal het hbo een stuk aantrekkelijker worden. Hagoort: ‘Op dit moment is het zo dat leerlingen van het vwo bijna “automatisch” naar de universiteit gaan, en die van de havo naar het hbo. Een professional doctorate kan het hbo aantrekkelijker maken voor een bepaalde categorie vwo’ers. Dat is ook in het belang van de universiteiten. Ook zij willen de studenten zo vroeg mogelijk op de juiste plek hebben. We moeten tegen vwo’ers kunnen zeggen: denk goed na! Een ander voordeel is dat de switch van universiteit naar hbo op die manier eenvoudiger wordt.’
Een groot probleem is dat de hogescholen nog niet over de onderzoeks “omgeving” beschikken waarbinnen promotietrajecten kunnen ontstaan: ‘De basis is er nog niet. Verreweg de meeste lectoraten zijn nog te “licht” om echte promotietrajecten op te zetten. Met de huidige karige financiering creëren we nooit de benodigde omgeving. De rijksoverheid moet dus meer geld investeren in praktijkgericht onderzoek. We moeten éérst de lectoraten versterken, anders gaat dit plan ten onder als een natte vuurpijl.’
Méér geld naar praktijkgericht onderzoek – en minder naar het universiteiten? Op dit moment krijgt het hbo van het Rijk voor onderzoek 200 euro per student per jaar. De universiteiten krijgen ruim dertienduizend euro per student per jaar. Die bekostiging van onderzoek op basis van het studentenaantal zorgt voor een perverse prikkel: de universiteiten willen zoveel mogelijk studenten binnenhalen, om zoveel mogelijk onderzoeksgeld binnen te halen. Hagoort: ‘Die prikkel moet eruit. Daar zijn de universiteiten óók bij gebaat, want momenteel krijgen ze veel vwo’ers binnen die geen affiniteit hebben met wetenschappelijk onderzoek; die voor de universiteit kiezen vanwege bijvoorbeeld de status. De universiteiten willen daarom best meewerken aan meer vwo’ers naar het hbo – zo lang het bedrag dat ze krijgen voor onderzoek maar niet achteruit gaat.’
Dat wordt dus nog een zware dobber. Maar het belang van het professional doctorate staat buiten kijf. De Commissie van Rijn adviseerde de minister Van Engelshoven een half jaar geleden méér geld te investeren in praktijkgericht onderzoek. Hagoort: ‘De grote transitievraagstukken waar onze samenleving voor staat – denk aan energie, de zorg, robotisering – zijn alleen maar aan te pakken door middel van praktijkgericht onderzoek.’ (MH)