‘Ver-klanting van het onderwijs?

Studenten steeds meer op laten treden als ‘eigenaar van hun eigen leren’ kan leiden tot onderwijs waarin niet de educatieve professionals maar de studenten het onderwijs gaan bepalen, waarschuwt Bas van der Meijden.

Het artikel ‘Van expert naar begeleider’ baart mij zorgen. Studenten die voor de standaardroute kiezen moeten volgens de visie eerst worden ‘uitgedaagd’ om steeds meer op te treden als eigenaar van hun eigen leren en hun leerroute te personaliseren, maar later juist weer minder omdat naar een diploma toegewerkt moet worden. Is het nu steeds meer of steeds minder? Ten tweede moeten docenten met het oog daarop volgens Mark Boiten niet primair vakinhoudelijk expert zijn, ‘maar vooral in staat zijn om studenten te coachen’. Hier lijken de rollen van SLB-er en vakdocent door elkaar gehaald te worden. Na de keuze van een route heb je toch vakexperts nodig om dat onderwijs vervolgens te geven?

Ook de invoering lijkt problematisch. Afgezien van logistiek gepuzzel bij het koppelen van begeleiders en het flexibel toetsen lijkt er ook niet altijd genoeg draagvlak onder docenten te zijn. Volgens Boiten komt dat doordat docenten het gevoel hebben ‘dat er wordt “gepeuterd” aan wat zij met zo veel liefde doen. Zijn docenten niet veeleer bang dat studenten straks zelf moeten gaan bepalen wat een goede opleiding is in plaats van dat dit aan hen als educatieve professionals wordt overgelaten?

Studenten steeds meer op laten treden als ‘eigenaar van hun eigen leren’ kan bij een slechte definiëring en afbakening van wat dat inhoudt leiden tot onderwijs waarin niet de educatieve professionals maar de studenten het onderwijs gaan bepalen. Een dergelijk proces zou de uitholling van de professionaliteit van docent betekenen. Natuurlijk moeten docenten als democratische professionals in een dialogisch proces met studenten blijven bepalen hoe daaraan het best vorm en inhoud kan worden gegeven. Maar zodra studenten de inhoud en vorm van het onderwijs gaan bepalen, gaat het mis. Net zoals de dokter de diagnose en behandeling niet aan de patiënt overlaat.

De kans dat de Strategische Koers zo in de opleidingen zal worden uitgelegd en uitgewerkt is niet denkbeeldig doordat ontwikkelingen in onze samenleving de kans daarop vergroten. De pedagoog Gert Biesta heeft daar in zijn artikel De vorming van de democratische professional eens op gewezen. Volgens hem hebben een drietal verstoringen plaatsgevonden van de democratische professionaliteit in de zorg (patiënten), het recht (cliënten) en het onderwijs (studenten). Een daarvan is de zogenaamde ‘ver-klanting’. Hij bedoelt daarmee dat men is gaan doen alsof datgene wat de professional levert gelijkgesteld kan worden aan een economische transactie waarin de klant precies weet wat hij wil hebben. Terwijl een van de cruciale aspecten van professionele relaties en professioneel handelen nu juist is dat professionals ‘niet alleen leveranciers zijn maar ook een cruciale bijdrage leveren aan het formuleren van wat de cliënt nodig heeft’.

Als we niet uitkijken worden op Windesheim de technisch-instrumentele leeropbrengsten centraal gesteld, waarna de studenten als ‘eigenaar van hun leren’ zelf hun onderwijs mogen inrichten om met zo min mogelijk tijd en inspanning aan die eisen te voldoen. Dat holt niet alleen de professionaliteit uit, maar leidt gemakkelijk tot armoedig en minimalistisch onderwijs. In het jongste plan voor een nieuwe  AVO-curriculum in het domein B&E zijn die tekenen al zichtbaar. Daarin worden zogenaamde ‘barbapapa-modules’ voorgesteld: onderwijseenheden ‘die de student op maat maakt door er zelf inhoud en vorm aan te geven zoals bijvoorbeeld het werkplekleren in jaar 4 en het onderzoek in jaar 4’. We zijn gewaarschuwd.

Bas van der Meijden is lerarenopleider Geschiedenis bij B&E

Dit is een reactie op het in het interview met programmaleider Mark Boiten: Van expert naar begeleider

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *