“O wat is het overzichtelijk en fijn, dat er voor het tweede jaar geen klotezinnen zijn!”
Onlangs was de radio-editie van het Groot Dictee der Nederlandse Taal, die vanuit de bibliotheek in Zutphen muzikaal werd geopend door Thijs Boontjes van het Dans- en showorkest. Bovenstaande tekstregel, die Boontjes uit volle borst over de taalpuristen uitserveerde, was me uit het hart gegrepen.
Zelf haakte ik bij het eerste Groot Dictee al af, toen er werd gevraagd om de juiste spelling van przewalskipaard. Dat het geen ramp is wanneer je een woord als przewalskipaard verkeerd spelt, begrijpen de makers van het Groot Dictee inmiddels zelf ook, maar, zo verzekerde oud-Kamervoorzitter Gerdi Verbeet in dezelfde radio-uitzending: ‘We moeten wel toegewijd zijn aan de taal.’
Deze hartenkreet (let op de tussen-N ?!) raakte een snaar bij mij. Twee jaar geleden verdween het Groot Dictee van de tv omdat geen mens er meer zin in had. Eén fout per woord is nog te overzien, maar worden het er drie dan gaat de lol er wel van af. Tijd voor iets nieuws dus. Het lied van Thijs Boontjes over klotezinnen zette me aan het denken.
Wordt het volgend jaar niet eens tijd om het rode pennetje weg te leggen en in plaats van het Groot Dictee een vrolijke taalshow te organiseren? Ik zie de items al voor me: de ontroerendste zin van 2019; de mooiste metafoor; het beste lied en als uitsmijter de uitreiking van de toffe taaltrofee.
En zou het dan niet leuk zijn als die show niet in Zutphen maar op Windesheim plaatsvond, in Zwolle of Almere? Want ook voor ons geldt: we moeten wel toegewijd zijn aan de taal. Die toewijding bestaat niet alleen uit foutloos schrijven, maar zeker ook uit verzorgd en aantrekkelijk taalgebruik. Wees lief voor de lezer!
Laatst las ik: “Dat stootte mij tegen het verkeerde been, maar ik probeerde alles in goede aarde te leiden.” Inderdaad, niet direct een kanshebber voor de toffe taaltrofee. Geen enkele lezer heeft zin om te zwoegen op een tekst, net zomin als de tv-kijkers van het Groot Dictee nog zin hadden in drie fouten per woord.
Laten we daarom in 2020 op zoek gaan naar de mooiste pareltjes van de Nederlandse taal. Met een beetje geluk horen we dan Boontjes volgend jaar op de campus zingen: ‘O wat is het overzichtelijk en fijn dat er dit jaar zulke mooie zinnen zijn!’