Een volle agenda. Nooit eens rust. Alles willen doen. Het lijkt normaal. Vijf Windesheimers over hoe ze vastliepen, en wat ze hebben geleerd.
‘Ik moet mezelf niet meten aan anderen’
‘Ik vind heel veel dingen leuk, dat is waarschijnlijk de reden waarom dit me overkwam. Ik ging van Delft naar Zwolle om journalistiek te studeren en vond het hier meteen geweldig. Ook de studie is fantastisch, ik ging er vol in en haalde hoge cijfers. Maar wat ik niet zo goed besefte: ik ging altijd maar door. Bij journalistiek moet je veel zelf uitvogelen. Mijn medestudenten zijn heel actief en zitten veel op social media. Je ziet ze de hele dag bezig zijn, ook in hun vrije tijd.
Ik wilde alle ballen in de lucht houden. Maar ik zag gewoon niet aankomen dat het te veel werd. Mijn ouders vroegen of ik niet wat rustiger aan moest doen. Ik gaf hen gelijk, maar ik kon het niet laten. Tijdens de zomer merkte ik dat ik vaak moe was. Maar die signalen negeerde ik eerst. Tot ik zo moe werd dat álles me zwaar afging.
Na de zomer begonnen de lessen en ik voelde me uitgeput. Uiteindelijk zat ik in een klas en dacht: ‘Ik neem hier niets meer op, ik krijg alleen maar hoofdpijn als ik het probeer.’
Ik besefte dat er iets mis was en ging een weekje uitrusten bij mijn ouders. Toen het daarna weer niet ging, moest ik terug en toegeven dat ik er doorheen zat. Ik was bijna overspannen.
De maand erop moest ik leren om mijn grenzen aan te voelen, naar mijn lichaam te luisteren en rustmomenten in te lassen. Ik ging logeren bij een vriendin op de Veluwe. Daar kun je lekker door het bos wandelen. Van die prachtige natuur werd ik heerlijk rustig. Langzaam kreeg ik ook weer plezier in afspraken maken.
Nu heb ik de draad weer opgepakt en de regelmaat teruggevonden. Ik mag dit semester beginnen met een minor. Daardoor loop ik minder achterstanden op. Één ding heb ik heel goed geleerd: als ik sneller moe ben dan een ander, dan is dat helemaal niet erg. Ik moet mezelf niet meten aan anderen.’
Felien is tweedejaars student journalistiek
‘Het is een struggle for life’
Op een dag, het was in maart 2009, werd ik wakker en zei ik tegen mij vrouw: het gaat echt niet meer, ik weet het allemaal niet meer. Ik kan niet meer nadenken, ik kan geen beslissingen meer nemen.
Daarna heb ik een maand of vier thuis gezeten. Als ik terugkijk naar de jaren die daar aan vooraf gingen, dan had ik de vaste, maar belemmerende, overtuiging dat ik altijd ‘aan’ moest staan voor mijn werkomgeving. Op een gegeven moment ging ik naar mijn werk en dan ging ik zitten zo van: ik zie wel wat er gebeurt. Ik kreeg zoveel prikkels dat ik mijn persoonlijke agenda van ondergeschikt belang maakte en me liet overstromen door allerlei vragen die op dat moment op me afkwamen. En daar was ik dan heel druk mee, waardoor ik niet aan mijn eigen werk toekwam. Ik was gewoon niet meer de regisseur van mijn eigen werk. Dat is een fuik waar je inzwemt, en dat gaat heel geleidelijk.
Inmiddels heb ik veel geleerd over hoe je daar mee om kunt gaan, bijvoorbeeld dat je ‘wekelijks onderhoud’ moet plegen, zoals dat heet in timemanagement-taal: een bezinningsmoment om te zeggen ‘wat heb ik gedaan, wat moet ik nog doen, wat komt eraan’ en ‘wat is belangrijk, wat kan wachten, wat kan een ander doen’ en ‘waar ga ik de komende tijd mijn aandacht aan geven?’.
Op de een of andere manier vinden mensen het makkelijker om aangejaagd te worden door urgente dingen in plaats van de rust op te zoeken. Dus je terugtrekken en zeggen: de komende vier uur heb ik mijn mail en mobiel uit en zit ik niet op Windesheim of niet op een vindbare plek op de hogeschool en ga ik me bezighouden met de dingen die belangrijk zijn.
In de praktijk is het voor mij nog altijd moeilijk om dat in te bedden in m’n basisgedrag, dus het is een struggle for life. Daarom ook heb ik onlangs de training ‘Nooit meer te druk’ van Windesheimdocent en coach Rob Hermans gevolgd, gebaseerd op het gelijknamige boek waar ik veel aan heb gehad. Ik vergelijk het je lichamelijke conditie, daar moet je aan blijven werken, anders raak je het kwijt.
André Tertoolen is docent aan de opleiding commerciële economie
‘Controle over je eigen leven: dát is belangrijk!’
Een bizar druk leven had ik vroeger. Ik werkte als schuldhulpverlener bij een gemeente, had een contract van 24 uur maar werkte veel meer. De hoeveelheid werk en de complexe zaken die ik mee naar huis nam, zorgden er voor dat ik steeds minder energie en plezier had. Daarnaast had ik mijn freelanceklussen. Die periode werkte ik zestig tot zeventig uur in de week. Zelfs ’s nachts was ik nog aan het werk.
Elke klus zag ik als een bevestiging van mijn succes, maar in werkelijkheid was ik helemaal niet zo succesvol. Het keerpunt kwam toen mijn dochter me vroeg waarom ik zo veel aan het werk was. Toen brak ik. Kort daarna meldde ik me ziek bij mijn werkgever en ben ik hulp gaan zoeken. Het begon met maandenlang nadenken om terug te gaan naar wat ik zélf nou eigenlijk wilde.
Vervolgens ben ik gestopt met al het werk, bezigheden en de relaties waar ik geen energie uit haalde; het welbekende grenzen stellen en aangeven en ‘nee’ zeggen. Dat is zó belangrijk!
De aanloop naar mijn uitval duurde ongeveer zes maanden maar geloof me, je bent enkele járen verder voor je er weer helemaal bovenop bent. Nu gaat het goed met me. Ik heb niet een druk, maar wel een vol leven. Ik ben veel selectiever geworden in mijn werk. Ik had de neiging om ieder vrij moment in te vullen met werk omdat anderen dat van me vroegen. In dit soort situaties moet je je afvragen: ‘Wil ik dit zelf, of doe ik het voor een ander?’ Als je zelf geen controle hebt over je werk gaan anderen dat voor je doen.
En af en toe praktisch zijn in plaats van wikken en wegen wat juist is, of wat je denkt dat anderen verwachten. Als we wat verlaat zijn en ik mijn dochter met een halfbakken staart naar school breng in plaats van twee perfecte vlechten, who cares?
Als je er voor kiest om een vol leven te lijden moet je bepaalde afwegingen maken: je kunt niet alles. Ik koos er bijvoorbeeld voor om minder tijd te besteden aan mijn sociale kring. Uiteraard vind ik het jammer om minder tijd te besteden aan vrienden, maar mijn gezin en werk gaan op dit moment voor.
Rust vind ik door mijn dikke planner. Een agenda wordt gevuld en een planner vul je zelf in. Naast mijn taken stel ik ook dagelijkse doelen. Dit helpt mij om gefocust te zijn en te blijven. Ontspanning zoek ik in yoga, paardrijden en hardlopen.
Alyssa Demkes is communicatiemedewerker bij het lectoraat GGZ en Samenleving.
’Ik benaderde alles steeds meer cognitief’
‘Mijn leven was behoorlijk hectisch; Ik werkte full time voor Windesheim. We zijn in die tijd verhuisd, naar Wierum, honderd meter van de Waddenzee. Het ouderschap vroeg ook veel van mij; ik heb vier kinderen, die alle vier thuisonderwijs krijgen. Verder was ik, denk ik, relatief jong toen ik voorzitter werd van de CMR. Een prachtige maar ook een heel verantwoordelijke klus. Al die facetten kwamen in die tijd bij elkaar, maar ik was er toen van overtuigd dat ik daarin wel een balans zou weten te vinden.’ ‘Als ik erop terugkijk, denk ik: het was weliswaar veel, maar het kan goed gaan, áls je de balans maar kunt vinden en zowel emotioneel, mentaal als fysiek veerkrachtig bent. Die balans raakte ik meer en meer kwijt. Ik merkte dat ik verwijderd raakte van mijn gevoel. Ik benaderde alles steeds meer cognitief.
‘Ik voelde me continu gestrest, had depressieve gevoelens en ik sliep niet goed. Ik had steeds meer moeite om keuzes te maken die voor mij en mijn omgeving goed waren. Het werd een opeenstapeling van energie vretende ervaringen, waarbij het me niet meer lukte om mezelf op te laden. Er was geen echt breekpunt, zo’n moment kan ik me niet echt herinneren. Maar ik weet dat ik op een gegeven moment een werkvergadering van de CMR leidde, en dat ik de vicevoorzitter moest vragen om de vergadering verder te leiden. Het lukte mij gewoon niet meer. Er waren toen genoeg alarmsignalen geweest, weet ik nu, maar ik had nog steeds niet echt geaccepteerd dat er iets aan de hand was.’
‘Kort daarop ben ik uitgevallen en kwam ik thuis te zitten. Na een half jaar ben ik begonnen met mijn re-integratie maar uiteindelijk ben ik er ruim een jaar lang uit geweest. Ik ben inmiddels weer zo’n vier jaar aan het werk. De afgelopen jaren heb ik geleerd om, met vallen en opstaan, meer balans te vinden’.
‘Maar pas sinds vorig jaar heb ik mijn balans écht gevonden: ik heb de opleiding tot trainer/coach aan het HeartMath Institute gevolgd en pas zelf ook dagelijks de HeartMath technieken (focus en ademhaling) toe die zorgen voor een betere communicatie tussen hart en hersenen. Daardoor ervaar ik reductie van stress, minder ziekte, minder angst en depressiviteit, meer energie en werkplezier, een waardevoller contact met mezelf en anderen, het maken van betere keuzes en het beter reguleren van emoties.’
Roger Linger is docent Sportkunde en was enige jaren voorzitter van de Centrale Medezeggenschapsraad. Het HeartMath coachprogramma wordt voor alle medewerkers van Hogescholen volledig vergoed. Wie hier meer over wil weten kan contact met Roger opnemen.
‘Mijn hoofd zat helemaal vol’
Ik werk sinds april bij Windesheim en ik heb heel erg moeten wennen aan de omschakeling naar een grote organisatie. Ik wist eigenlijk niet goed wat er van mij werd verwacht en wat precies mijn positie was. Direct vanaf het begin kwamen er veel taken naar me toe en ik pakte zelf ook te veel op.
Na de zomervakantie merkte ik dat mijn hoofd helemaal vol zat en dat ik snel emotioneel werd. Bijvoorbeeld al als mijn kinderen een keer te veel ‘mama’ zeiden, maar het gebeurde ook een keer tijdens een werkoverleg, toen iemand aan me vroeg hoe het nu met me ging. Ik liep helemaal vol.
Gesprekken met de bedrijfsarts en mijn leidinggevende hebben bij mij op het nippertje een burn-out voorkomen. Ik voel me bijvoorbeeld heel erg verantwoordelijk voor bepaalde dingen, waarop mijn leidinggevende vroeg: wat weerhoudt je ervan om dat niet gewoon los te laten? Vallen er anders soms doden? Dat inzicht heeft me wel geholpen om gewoon te denken: als het vandaag niet lukt, dan morgen of desnoods de dag daarna.
Ook aan de cursus ‘Nooit meer te druk’, die via de corporate academy wordt aangeboden, heb ik veel gehad. Ik heb bijvoorbeeld geleerd om helder op een rij te krijgen wat mijn taken en werkzaamheden zijn waardoor ik mijn eigen grenzen inzichtelijk maak en meteen ook beter kan bewaken. Daarnaast praktische dingen als mijn Outlook niet op de inbox te laten opstarten maar op de agenda, waardoor ik dus gelijk zie: dit en dit moet er vandaag gebeuren. Dus niet meteen als een gek aan het werk met van alles en nog wat.
Vanuit de cursus werken we met een buddy-systeem, elke vrijdag ga ik koffie drinken met een collega die zelf ook een burn-out heeft gehad. Aanvankelijk was ik daar sceptisch over: wat moet je dan vertellen en wordt het niet heel geforceerd? Maar het verliep meteen heel relaxed en het werkt erg goed. Even praten over het hoe het nu gaat en waar we tegenaan lopen. Gewoon even sparren.
Gladys Watchman is managementassistent op Windesheim in Almere
Tekst: Marcel Hulspas, Ernest Mettes, Reinhilde van Aalderen, Wouter van Emst
Foto’s: Jasper van Overbeek