Opeens moest al het onderwijs online. ‘Een revolutie in onderwijsland’ wordt het al genoemd. Maar hoe bevalt die nieuwe manier van les geven eigenlijk? En hoeveel van die online manier van werken blijft er straks, na de coronacrisis, hangen?
Daarover bespiegelen we met docenten van Windesheim. Als eerste is aan de beurt Teun Lucassen, docent aan de opleiding hbo-ict.
Overschakelen naar online onderwijs moet voor jou niet al te ingewikkeld zijn geweest…
Ik ben op twee manieren met online onderwijs bezig geweest, namelijk het geven van een groter hoorcollege aan 45 studenten over Game Design en het coachen van een projectteam binnen Game Studio. Wat ik merk is dat de studenten momenteel enorm open staan voor alle nieuwe ervaringen en dat ze er met elkaar het beste van willen maken. We ontdekken nieuwe interactiemethoden, en doordat alles nu anders gaat dan normaal coach ik ook anders. Ik zie het veel meer als een ontdekkingstocht voor iedereen, inclusief mijzelf.
Wat doe je anders?
In plaats van voorschrijven hoe je bepaalde dingen in een project aanpakt, ben ik ervaringen met mijn studenten aan het delen over hoe alles nu verder gaat. Daarin leer ik net zo veel als mijn studenten.
En jij niet als enige docent, denk ik.
Absoluut! Heel onderwijzend Nederland is ineens expert geworden in online onderwijs en dat is van hele hoge waarde.
Dus wat jou betreft overheersen de positieve ervaringen.
Zeker, ik heb op mijn netvlies staan dat onze studenten maximaal studiepunten gaan halen. Dat de onderwijskwaliteit niet zo hoog is als normaal, is iets wat we moeten accepteren.
Tekst: Marcel Hulspas
