‘Deze banaan is pure kunst’

WIN speurt naar studenten die er opvallend uitzien. Deze week: Anna Liemborg (22), derdejaars lerarenopleiding Engels

Waar haal je inspiratie uit?

“De stijl van de jaren 60 en 70. In die tijd experimenteerde mensen nog veel meer met hun kleding. Kijk maar naar David Bowie en zijn vele personages. Zoals de zwaarmoedige ‘Thin White Duke’, een in zwart-wit gehulde aristocraat. Of de flamboyante rockster ‘Ziggy Stardust’, met zijn knalrode haar en plateauzolen. Zulke artiesten zie je tegenwoordig niet meer.”

Wat doet die banaan op je shirt?

“Ik kocht dit shirt in een winkeltje op Baker Street in Londen, het walhalla van de alternatieve kleding. Als kinderen mij zien trekken ze hun ouders aan de mouw en schreeuwen: ‘kijk mama, een banaan!’ Maar ze weten niet half het verhaal achter deze banaan. Het is de cover van het debuutalbum van de band van Lou Reed, The Velvet Underground. Getekend door hun producer Andy Warhol. Deze banaan is dus pure kunst.”

Een zonnebril met gele glazen?

“Die matcht mooi bij de gele stiksels van mijn Doc Martens. En mijn bananenshirt natuurlijk! Zelfs op bewolkte dagen lijkt het door de gele glazen alsof de zon schijnt. Ik word meteen vrolijk als ik hem opzet. Het is alsof je de zon in een bril hebt.”

Draag je vaker een blazer?

“Mijn ervaring is dat je onder een blazer de meest idiote shirts kan dragen. Als je uitstraalt dat je jezelf serieus neemt, doen anderen dat ook. Ik omschrijf mijn stijl als ‘netjes met een humoristisch tintje’. Tijdens mijn eerste stagedag op een middelbare school gaven docenten mij complimenten over mijn bananenshirt. Zonder blazer was ik daar voor de klas niet mee weggekomen.”

Is een lange rok ook typisch jaren 60?

“Ja, de hippies waren er dol op! Ik heb een hekel aan de skinny jeans van tegenwoordig. Ik heb liever iets luchtigers, een lange rok kun je alle seizoenen dragen. En omdat hij lang is hoef je ook niet bang te zijn dat de wind hem doet opwaaien en dat iedereen kan meegenieten, want dat is sowieso iets wat mij zou overkomen.”