Windesheim gaat waarschijnlijk op 1 september weer open. Maar hoé Windesheim er dan zal gaan uitzien is nog ongewis. Een punt is duidelijk: Windesheim houdt een kwart van alle beschikbare ruimte over. Henk Hagoort heeft de opleidingen om plannen gevraagd want wat er moet of kan gebeuren, ‘dat kunnen zij het beste beoordelen.’
Collegevoorzitter Henk Hagoort is onder de indruk van de manier waarop studenten en medewerkers op de crisis hebben gereageerd. ‘We werden allemaal enorm overvallen, en dan zie je toch dat mensen, ik zal maar zeggen “op hun adrenaline” tot werkelijk ongelofelijke dingen in staat zijn. Zoals het onderwijs op afstand zich de afgelopen weken heeft ontwikkeld – ik ben daarvan diep onder de indruk. Maar ik realiseer me heel goed dat tegelijkertijd ook heel belastend was. En nu, nu zijn we van de adrenaline af en realiseren we ons dat we dit nog een tijd moeten volhouden. En dan krijgen we toch een gevoel van: “Help! Hoe gaan we dit lang volhouden!?”
Hoe verloopt de communicatie met andere onderwijsinstellingen en het ministerie?
‘De afgelopen periode was relatief makkelijk: er mocht gewoon niks, of in elk geval heel weinig. Nu komen we langzaam uit de lockdown en daarmee in een tijd met allemaal grijstinten. Wat mag er wel, wat mag er niet? In de anderhalf meter samenleving wordt ruimte schaars. Hoe kunnen we die schaarse ruimte optimaal verdelen? Daarover moeten gezamenlijk afspraken worden gemaakt door de overheid en de hogescholen, en binnen Windesheim door het College, de opleidingen en de medezeggenschap. En dat is niet eenvoudig. Neem het besluit als MBO’ers die nog niet klaar zijn dit jaar zonder diploma mogen doorstromen naar het HBO. Dat is snel gezegd maar als je zoiets nader gaat uitwerken, dan moeten daar verschillende instanties bij betrokken worden. Maar in het algemeen ben ik onder de indruk van de “compactheid” waarmee de instanties op de crisis hebben gereageerd. Het kabinet komt week na week met steeds nieuwe stappen, dat kan ook niet anders, en dan vind ik het verbazingwekkend hoe snel de ministeries kunnen schakelen.’
Zijn er al richtlijnen voor de periode vanaf 1 september?
‘Ik heb vanuit de overheid nog geen enkel concreet kader gezien over hoe we het na 1 september moeten aanpakken. Alles wat we van de overheid te horen krijgen gaat over de weken daarvóór. Over het openen van het hoger onderwijs in juni heeft het kabinet tot nu toe niets gezegd – logisch, want daarover is men nog volop in gesprek met bijvoorbeeld de Vereniging Hogescholen. Vooral het Openbaar Vervoer is daarbij een belangrijk knelpunt. Maar er ligt sinds kort een Vervoersprotocol; daar gaan we nu goed naar kijken.’
De beschikbare ruimte per student of medewerker wordt in elk geval een stuk kleiner…
‘Vóór de zomer gaan we alle ruimte zoveel mogelijk gebruiken voor toetsen die niet door toetsen op afstand vervangen kunnen worden. Verder gaan we er van uit dat we op Windesheim, door de anderhalve meter, na 1 september een kwart van de beschikbare ruimte overhouden. Op basis daarvan gaan we scenario’s maken. Dat hebben we onlangs met de MT’s besproken. Wat kunnen we binnen die grenzen doen? Het College wil de opleidingen zoveel mogelijk ruimte geven om dat zélf binnen die kaders in te vullen en hun eigen plannen op te stellen: worden het vooral lessen of toetsen? Vooral de eerstejaars, of de derdejaars? Dat kunnen de opleidingen zelf het beste beoordelen. Ik verwacht dat we aan het eind van deze maand een eerste versie van een scenario voor heel Windesheim aan de teams kunnen voorleggen.’
Wat betekent dit alles voor de Strategische Koers?
‘Ik ben opgevoed met “het kwade ten goede keren”. We kunnen van deze crisis nuttige dingen leren, die mogelijk goed aansluiten bij ons toekomstbeeld. Ik noem een voorbeeld. We hadden afgesproken met z’n allen na te denken over in hoeverre de klassieke klas, het klassikaal onderwijs, nog centraal moet staan. Nu worden we onder druk gedwóngen om daar goed over na te denken. Daarmee zeg ik niet dat ik de coronacrisis wil gebruiken om onderdelen van de Strategische Koers “door te drukken” maar ik denk wel dat we ervan kunnen leren. De crisis is een kwaad wat ook veel nadeel brengt. We ontmoeten elkaar en onze studenten niet en dat is balen. Maar uit dat kwaad kunnen goede dingen voortkomen waar we wat aan hebben voor de Koers die we hebben uitgezet.’
Tot slot, Den Haag geeft geld uit als water en steekt zich diep in de schulden. Daarbij gaan we een recessie tegemoet. Er wordt gezegd dat er straks forse bezuinigingen nodig zijn, bijvoorbeeld op onderwijs. Zie ja dat gevaar ook?
‘De voorjaarsnota van het kabinet, waarin de begroting voor 2020/2021 is vastgesteld, laat zien dat er in ieder geval voor die periode geen bezuinigingen op stapel staan. En in het voorjaar van 2021 zijn er verkiezingen. Dan zal het zeker gaan over noodzakelijke bezuinigingen en dan zullen verschillende partijen wel roepen dat er hier en daar bezuinigd kan worden. En dan zal ook het onderwijs worden genoemd. Maar ik denk dat, vergeleken met de crisis van 2008/2009, het maatschappelijk klimaat veranderd is. Ik denk dat nu veel meer de gedachte leeft dat we heel zuinig moeten zijn op onze zorg én op ons onderwijs. En terecht.