Nog niet eens zo heel lang, voor de ‘corona-crisis’, mailde een collega van mij me met een vraag die ongeveer neerkwam op waarom het in de Westerse wereld nu zo mis dreigt te gaan. En met ‘misgaan’ bedoelde deze collega het isolationisme, het opkomende nativisme en de opkomst van nationalisme van het onfrisse type. Vooral het feit dat ‘weldenkende mensen’ dergelijke ontwikkelingen ook wel prima vinden en ze zelfs wel nastrevenswaardig vinden, baarde haar zorgen.
Mijn antwoord op deze vraag was ‘decadentie’. Decadentie is je diepste richtinggevende beschavingsprincipes opofferen om uiterlijke mythes in stand te houden. Decadentie is bijvoorbeeld onze natuurlijke leefwereld opofferen omdat we onze consumptiedrift maar niet willen begrenzen. We zijn tegen kinderarbeid en milieuvervuiling maar willen allemaal elk seizoen een nieuwe garderobe dus bezwijken we toch voor de smerige fast-fashion van de Primark. Principes kosten geld mensen!
Decadentie heb je in het groot en in het klein, maar ze leidt als we het niet binnen de perken houden uiteindelijk tot hetzelfde: een wereld die onleefbaar is. Decadentie is ook lichtvaardig met grondrechten omgaan. Dat gebeurde afgelopen tijd op Windesheim ook. Toen het zogenaamde online protocoring als serieuze toetsmogelijkheid overwogen werd moest ik direct aan de ‘teleschermen’ uit George Orwell’s ‘1984’ denken. Dat waren televisies die ook de huiskamer filmden en afluisterden om burgers in de gaten te houden en te manipuleren. Hij schreef er al over in 1949.
Bij mij gingen alle alarmbellen wel af. Het viel me vies tegen dat er nog behoorlijk wat collega’s van mij wel enthousiast waren over deze toetsvorm. En er zou misschien ook wel wat voor te zeggen zijn geweest als er een volwaardig volstrekt evenredig en toegankelijk alternatief zou zijn waarbij studenten niet gedwongen worden om afstand te doen van artikel 10 van onze grondwet.
‘Nood breekt wetten’ is een argument dat ik veel hoorde. Dat argument kun je echter niet te vaak gebruiken en al helemaal niet als het gaat om de grondwet. Dan moet er oorlog uitbreken, heel veel doden gaan vallen of het einde der tijden moet aanstaande zijn. Ja, dan soms wel… in alle andere gevallen is het decadentie. Is het ongemak van het niet kunnen afnemen van meerkeuzetoetsen op Windesheim door ‘corona’ reden om dit van studenten te vragen? Antwoord: driedubbeldikke NEE!!!!!!.
Dan hoor ik ook wel eens collega’s zeggen: ‘maar de studenten willen het ook graag’. Mijn antwoord is dan als we tegen studenten zeggen dat ze in verband met ‘corona’ hun toets kunnen halen door drie keer in hun blote kont rond de kerk te hinkelen, een groot deel daar zondermeer mee akkoord zou gaan. Als je macht hebt over mensen kun je ze tot veel dingen dwingen, zo werkt dat nu eenmaal. Dus leestip voor alle collega’s die wekenlang naïef geloofd hebben in online-proctoring: lees ‘1984’ van Orwell en de grondwet (waarvan iedere Nederlander geacht wordt hem te kennen) nog eens: https://www.denederlandsegrondwet.nl/id/vkugbqvdtdwz/artikel_10_privacy.
Gelukkig gaat het ‘feest’ niet door dankzij de weldenkendheid van de leden van de centrale medezeggenschapsraad, waarvoor hulde!
Reactie op column 1984 in de Win:
In de HskWin schrijft mijn collega en Win columnist Eelco Boss dat het hem ‘’vies’’ ‘’tegen’’ valt dat sommige collega’s sociaal werk niet zoveel moeite hebben met online proctoring. Ik ben een van die collega’s. Dus die opmerking komt wel even binnen.
Tijd voor een zelfreflectie. Waarom heb ik er niet zoveel moeite mee de persoonlijke ruimte van een student binnen te dringen met online tentamineren? En breek ik een interne morele code binnen de opleiding sociaal werk? Want dat suggereert de woorden ‘’vies’’ en ‘’tegen’’ zijn natuurlijk wel. “Vies’’ is namelijk een norm. ‘’Vies’’ suggereert ook dat er ‘’schone’’ mensen zijn. Dat heeft met het groepsvormingsproces te maken dat mensen eigen is. Groepen formuleren altijd tweedelingen om een ‘’wij’’ gevoel te creëren. Alleen door ‘’schoon’’ te zijn en ‘’tegen’’ een ‘’vieze’’ ander te zijn, kun je groepsnormen ontwikkelen. Schoon betekent in dit geval ‘’tegen online proctoring’’.
Maar klopt dat wel? Ga ik wel tegen de groepsnorm van het sociaal werk in met mijn pleidooi voor online proctoring? Ik denk juist van niet. Ik ben ooit afgestudeerd als maatschappelijk werker. Maatschappelijk werkers dringen voortdurend gevraagd en ongevraagd iemand zijn persoonlijke levenssfeer binnen. Dat heet bemoeizorg. Bemoeizorg is best een dingetje. En ja, dat heeft inderdaad met privacy schending te maken. Maar sociaal werkers hebben dat mandaat gekregen van de Internationale Federatie Social Work (IFSW. Het is breed gedragen ook. De Internationale Federatie van Sociaal Werkers bestaat uit 141 professionele sociale werkverenigingen die meer dan 3 miljoen sociaal werkers vertegenwoordigen. Dat maakt het beroep sociaal werk ook zo bijzonder. Wij hebben het mandaat gekregen om ongevraagd iemand zijn persoonlijke leven binnen dringen. Zeker als de nood aan de man is. We leren daar wel prudent en met respect mee om te gaan tijdens de opleiding. Je blijft een ‘’vriendelijke bezoeker’’ in iemand zijn huis.
Tijdens de opleiding dringen we daarom ook voortdurend de persoonlijke geest van studenten binnen. Tijdens zogenaamde Persoonlijke en Professionele Ontwikkeling (PPO) lessen doen we niet anders. Daar leren studenten zichzelf bloot te geven in groepen van vijftien medestudenten. Ten overstaan van een groep priemende blikken moet je je zielenroerselen durven te tonen aan de docent. Dat is doodeng natuurlijk. Maar we vinden dat je dat moet kunnen. Dat je moet weten wat jouw ziel beweegt aan gevoelens en betrachtingen. Je vraagt dat in je beroep later immers ook van je cliënten. Ervaar maar eens hoe dat is.
Ik heb vroeger ook niets anders hoeven te doen tijdens mijn opleiding sociaal werk. Praten over mijn ouderlijke hechting, mijn gezinsrol, mijn onzekerheden. Keken mensen mee? Ja. De hele klas. Was dat vrijblijvend? Nee. Je werd ervoor becijferd zelfs! Was het leerzaam. Ja. Ik weet nu hoe ongemakkelijk het is om een client te zijn en binnen gedrongen te worden in je (innerlijke) leefwereld.
De vraag is natuurlijk, kunnen we van elke Windesheim student verwachten dat ze zich binnen durven te laten dringen door online proctoring? Nee. Als ik er wat dieper over nadenk denk ik dat mijn ‘’voor zijn’’ een vorm van beroepsdeformatie was. Je open stellen voor ‘’vreemden’’ is eng. En anderen toelaten in je huis en geest is zeker geen sinecure. Zeker als je dat nooit eerder geleerd en ervaren hebt.
Ik heb dus wel begrip voor de ‘’algemene’’ beslissing van de CMR om online proctoring af te schaffen. Lang niet alle studenten op Windesheim zijn hier persoonlijk op voorbereid. Maar vind ik dat ik een morele sociaal werk code breek doordat ik geen moeite heb met online proctoring? Nee. Hoe ongemakkelijk ook. We doen op de opleiding sociaal werk niet anders. Kijken in je eigen en elkaars zielen roerselen.
Ik als student ben het volledig eens met Elco Boss, ik ben blij dat online proctoring afgeschoten is door de CMR. Ik ben ze daar zeer dankbaar voor, ik zou er niet aan moeten denken dat op mijn laptop een programma komt die alles bijhoud inclusief de omgeving. Ik snap de reactie John te Horst, maar ook voor zo’n opleiding vind ik dat ook zij recht op privacy hebben. Dat de school mee kan kijken is al een ding maar dat het bedrijf van dat online proctoring programma uitvoert met de informatie weet niemand, van de grote online procotring bedrijven was er geen een waar alles klopte op papier en dat is nog niet eens de praktijk. En er zijn genoeg andere mogelijkheden van toetsen, vaak nog beter als een meerkeuzen toets. Alles wat je op internet of ergens anders kan vinden hoef je eigenlijk niet meer te weten, je moet het kunnen toepassen of met die informatie leren omgaan. Natuurlijk is sommige informatie wel makkelijk om te weten. dat licht ook aan de opleiding maar die info leer je ook wel zonder kennis toetsen. Daarom nogmaals dank aan de CMR