Toen de redactie van WIN me vroeg of ik columns voor hen wilde schrijven dacht ik: die naam is echt iets voor mij, want ik hou van gamen en van winnen. Als docent HBO-ICT ben ik gespecialiseerd in games ontwerpen en realiseren. Winnen en scores zijn een heel belangrijk onderdeel van de game-mechanics.
De meeste studenten en docenten houden van games en spelletjes. Of dit nu hardcore gamen is via een console apparaat of Candy Crush op je mobiel; er wordt veel tijd aan besteed. Sommige spelers verdienen zelfs een behoorlijke boterham met gamen, als professionele e-sporter of houder van een Twitch-kanaal.
Voor mij kunnen we op Windesheim vaker onderwijs combineren met spelen en winnen. Om hogere niveaus te halen (levels) of gewoon om prijzen te pakken met ons onderwijs en onze projecten. Dat is een mindset. Spelletjes spelen doet iets met ons. Letterlijk met je brein.
Er komen stofjes vrij die motiveren. Korte-termijn successen helpen om een verder gelegen doel makkelijker te bereiken. Kleine stapjes helpen te focussen. En falen hoort er nu eenmaal bij. De spelers van Fortnite gaan met honderd man tegelijkertijd de arena in, slechts één wint. 99% is dus verliezer. Over selectie gesproken.
Het leukste voor een gamer is om prijzen niet alleen te winnen, maar samen. Ik denk dat heel veel onderwijs, maar ook beleid, projecten en samenwerkingen op Windesheim interessanter worden als we die ‘winnen’-mindset en het competitieve element erin opnemen.
Bij de opleidingen blinken docenten en medewerkers regelmatig uit. We kunnen veel actiever gaan zoeken in welke competities we ons kunnen onderscheiden. Welke onderzoeken kunnen we publiceren, aan welke landelijke competities kunnen we deelnemen, waarin kunnen we de beste XYZ-opleiding van Nederland worden, hoe kunnen we een Top-opleiding worden? Vereist voor deze mindset is dat je je als team heldere doelen stelt én de criteria kent om te winnen.
Wat zou het leuk zijn als rond het afstuderen van studenten ook wat meer te winnen valt? Nu ‘scoort’ iedere student als hij de propedeuse binnen heeft en bij het afstuderen, daar maken we als opleiding een feestje van.
Het blijft stil als er studenten zijn die de studie sneller dan in vier jaar doen, met veel hogere cijfers eindigen, of er bijzondere dingen bij doen en meer dan 240 punten halen. De gamewereld zou zeggen: dit schreeuwt om leaderboards en all-time high scores. Misschien kunnen we dergelijke extra niveaus en prijzen inbouwen, waar studenten naar toe kunnen werken?
Willen spelen en willen winnen kan ons dus veel brengen. Het maakt concreet, scherp en past bij de houding van heel veel studenten. Maar je moet wel het lef hebben om te falen. Want zo werkt een game: proberen, analyseren, verbeteren en nog een keer. Tot je de beste bent. En dat kunt vieren.
Bertrand Weegenaar is docent HBO-ICT in Zwolle en is betrokken bij de minor Game Studio