Diversiteit 2/3: ‘In Nederland leerde ik mijn mening uiten’

De Koreaanse student Junyuk Lee studeerde een half jaar op Windesheim, na zijn reis ziet hij zijn eigen land in een ander licht. Junyuk vertelt zijn verhaal aan Windesheim-studente Anna Garritsen. Het interview is onderdeel van Windesheims project Verhalenvertellers in een diverse wereld.

‘Ik zie Korea nu in een ander licht’

Anna: “Junyuk is vierdejaarsstudent aan de Incheon National University van Korea. Hij kwam vorig jaar naar Nederland om zijn Engels te verbeteren en  genoot echt van de tijd hier. Hij maakte nieuwe vrienden, kreeg een bijbaan en werd langzaam maar zeker een betere versie van zichzelf. Maar door de coronapandemie moest hij eerder dan verwacht terug naar Korea.”

Junyuk: “Ik had besloten om in het buitenland te studeren. Voorheen had ik alleen als toerist gereisd. Ik bezocht al veel landen in Azië en Amerika. Maar ik had nog nooit de kans gehad om Europa te bezoeken. Het was ook bijzonder om een major in Nederland te gaan volgen.

Mijn grootste doel was om beter Engels te leren spreken, ik was daar erg slecht in. In Korea ligt de focus op grammaticale kennis en leren lezen. Hierdoor kunnen Koreanen wel begrijpen wat iemand zegt, maar weten ze niet hoe ze moeten reageren. De enige manier waarop ik mijn Engels kon verbeteren, was om in het buitenland te studeren.

Vanzelfsprekend ging mijn eerste idee uit naar Amerika of Singapore. Maar toen beval mijn vriend opeens Nederland aan. Hij vertelde me dat Nederlanders Engels bijna vloeiend spreken. Mijn eerste gedachte ging naar de Nederlandse voetbalcoach Guus Hiddink die in 2002 het Koreaanse Team naar de halve finale wist te brengen. Daardoor is hij voor Koreanen een held. Wat ik verder nog wist van Nederland? Windmolens! Tulpen! Ik besloot om in Nederland te studeren. Ik was er knap zenuwachtig over, voordat ik ging. Maar ook enthousiast.

Grote vriendelijke reuzen
Ik had geen idee wat ik kon verwachten van Nederland en Windesheim. Ik was bang dat ik geen vrienden kon worden met Nederlanders vanwege de culturele verschillen. Maar deze angst bleek onnodig, want Nederlanders zijn vreselijk aardig! Al bij de eerste ontmoeting behandelden ze me als vrienden.

In Korea is hiërarchie erg belangrijk. Je moet je altijd beleefd gedragen tegenover mensen die ouder zijn dan jij. Dit maakt het soms moeilijk om vrienden te maken. Ik was dus erg verbaasd dat Nederlanders niet naar mijn leeftijd vroegen. Veel mensen wisten niet eens hoe oud hun vrienden zijn. Het  bleek gelukkig makkelijk om vrienden te maken.

Ik had totaal niet verwacht dat iedereen zo groot was als reuzen. Voordat ik naar Nederland kwam, vertelden mijn vrienden me hoe lang iedereen in Nederland was. Ik geloofde ze niet. Ik dacht okay, ze zijn misschien wel lang, maar vast niet ZO lang. Maar… dat was wél zo. Ik weet nog hoe mijn Nederlandse klasgenoten om me heen stonden: ze staken ver boven me uit. Het was intimiderend. In Korea heb ik een gemiddelde lengte, maar in Nederland was ik een kleintje. Een keer dacht een Nederlandse bareigenaar zelfs dat ik een jaar of twaalf oud was!

Ik wilde ook Nederlands leren. Mijn vrienden leerden me eerst een paar Nederlandse vloekwoorden, zoals sokkal… soukel… sukkel! Korea en Nederland zijn twee totaal verschillende landen. Nederlanders zijn erg zorgeloos en, ook al werken ze hard, ze zijn best langzaam. Koreanen daarentegen zijn voortdurend gehaast.

Het grootste verschil tussen onze landen is ieders ervaring op de middelbare school. Blijkbaar is de Nederlandse middelbare school vrij relaxed en normaal, en hebben tieners veel vrije tijd. Hoe fijn moet dat zijn geweest. De Koreaanse middelbare school is de hel. Daar bepaalt academisch succes je volledige toekomst.

De schooldruk begint al op de basisschool. Je moet hoge cijfers halen maar de onderlinge competitie maakt dit moeilijk. In Nederland kan iedere leerling een hoog cijfer halen, zolang die weinig fouten maakt. Maar in Korea worden de cijfers bepaald door hoe goed iedereen het doet. Slechts dertig percent mag hoge cijfers halen. Dit betekent dat als je maar een paar fouten maakt, je nog steeds kan falen. Hierdoor hebben tieners nauwelijks tijd om sociaal te zijn.

Ik begon mijn middelbare-schooldag met studeren om 7:30 uur. Ik volgde mijn lessen, at lunch in twintig minuten en gebruikte de rest van mijn pauze om te studeren. Als ik thuiskwam om 16:00 uur, studeerde ik verder tot ik ging slapen.

Ik had als tiener geen tijd voor vrienden, sportactiviteiten, of mijn persoonlijke ontwikkeling. Ik voelde me gevangen… alsof ik in de bajes zat. Deze middelbare-schoolervaring was de ergste tijd van mijn leven. Veel Koreanen zullen het met me eens zijn. Het is de reden dat veel eerstejaars universiteitsstudenten spijbelen en de hele nacht door feesten, dat is om hun jeugd in te halen. Ik heb ook het gevoel dat ik veel normale tienerdingen heb misgelopen.

Ik keek echt uit naar mijn tweede semester op Windesheim. Mijn Engels was al erg verbeterd. Mijn Koreaanse accent veranderde naar een Nederlands accent. Ik had geen moeite meer om de Engelse lessen bij te houden. Ver weg van Korea voelde ik me erg vrij. Maar toen klopte corona op de deur.

‘k wilde niet teruggaan, maar ik moest wel. Ik zou eigenlijk nog een semester op Windesheim studeren, maar dit werd voortijdig afgebroken. De coronapandemie maakte het onmogelijk om in Nederland te leven; ik kon alleen nog naar de supermarkt en naar mijn bijbaan bij Pathé. Maar uiteindelijk werden zelfs de bioscopen gesloten en raakte ik het baantje kwijt. Dat was het moment dat ik dacht dat het beter was om te vertrekken en terug te gaan naar Korea.

Ik was niet blij of verdrietig dat ik op dat moment terug moest. Ik had gewoon geen keuze. Vertrekken was de meest logische optie. Ook al had ik maar zes maanden gewoond in Nederland, het was wel verdrietig om alles te verlaten dat ik had opgebouwd. Ik had nog zo veel meer ervaringen willen opdoen.

Nadat ik eenmaal terug was ik Korea, moest ik twee lange, deprimerende en isolerende weken in quarantaine spenderen. Mijn dagen bestonden uit slapen, Ramyun eten, YouTube video’s kijken, en reflecteren op mijn tijd op Windesheim.

Ik was best verdrietig om terug te zijn in Korea. Ik had zoveel goede vrienden gemaakt in Nederland. En pas toen ik terug was in Korea, realiseerde ik me hoeveel ik was veranderd. Koreaanse mensen zijn erg indirect en je mening uiten wordt gezien als onbeschoft. Je moet niet iemand die ouder is dan jij corrigeren, zelfs niet als ze een domme fout maken. Zoals je vast wel weet, zijn Nederlanders volledig het tegenovergestelde, ze zijn erg direct. Hierdoor had ik geleerd hoe ik mijn stem moest uiten. Nu ik terug ben in Korea ben ik blijkbaar directer geworden. Koreanen vinden dat waarschijnlijk gek. Maar ik ben blij met wie ik ben. Ik sta nu meer open voor verschillende culturen en soorten mensen.

Onzekere toekomst
‘Ik heb geen idee hoe mijn toekomst eruit ziet. Maar ik hoop wel om terug te gaan naar Nederland. De Nederlandse cultuur en mensen hebben me echt verrast; ik had niet verwacht dat ik het zo leuk zou vinden.

Het zou geweldig zijn om in Nederland weer onderwijs te volgen. In Nederland werken nadat ik ben afgestudeerd is ook een optie, maar zeker ben ik niet. Het enige waar ik zeker over ben ik dat ik binnenkort in militaire dienst moet. Zuid-Korea is technisch gezien nog steeds in oorlog met Noord-Korea, zij het niet actief. Elke Zuid-Koreaanse man heeft twee jaar dienstplicht. Ik heb besloten om na mijn afstuderen in dienst te gaan. Ik kijk er niet naar uit, maar ik moet wel. Daarom kom ik waarschijnlijk pas over vier jaar terug in Nederland. Maar dat ik terugkom, is zeker!

Anna Garritsen over haar interview met Junyuk

Het verhaal van Junyuk Lee werd opgetekend door Anna Garritsen, derdejaars Teachers College en LVO Engels.

“Ik ben blij dat ik in contact gekomen ben met Junyuk. Want ik wil voor mijn minor op uitwisseling naar Korea. Het interview was een goede kans om kennis te maken met een Koreaanse student en de Koreaanse cultuur. De oost-aziatische cultuur spreekt me aan, maar mijn kennis over Korea was gering. Door te praten met Junyuk ben ik de cultuur beter gaan begrijpen. Door te leren over andere culturen, kun je ook leren over je eigen cultuur en je eigen normen en waarden.”

Het verhaal van Junyuk is één van drie waargebeurde verhalen over diversiteit die WIN publiceert. WIN koos de drie mooiste verhalen die afgelopen seizoen geschreven werden voor Windesheims project Verhalenvertellers in een diverse wereld, waarbij studenten het levensverhaal van een medestudent opschrijven.

Doel van dit project is studenten positief bewust te maken van wat diversiteit inhoudt en er professioneel mee om te leren gaan. Docent Floor van Renssen van de lerarenopleiding Nederlands: “Diversiteit en ‘anders zijn’ is een lastig thema in de klas. De angst voor stigmatisering en polarisatie ligt op de loer. Docenten en studenten twijfelen: moet ik de verschillen die ik zie überhaupt wel benoemen, of kwets ik daarmee misschien mensen. De opgetekende verhalen kunnen aanleiding zijn om in het onderwijs gesprekken over diversiteit en inclusiviteit ánders te voeren.”

Tekst: Anna Garritsen
Foto’s: Junyuk Lee
Tekst interview Anna: Ernest Mettes

Lees ook:

‘Levensverhaal maakt bewust van diversiteit’

Diversiteit 1/3: ‘Mijn rolstoel gaat altijd met me mee’

Diversiteit 3/3: ‘Mijn eetstoornis had mij totaal in zijn greep’

Er zijn 1 reacties op «Diversiteit 2/3: ‘In Nederland leerde ik mijn mening uiten’»

  1. Rob Maat schreef:

    Mooi artikel! Geeft een herkenbaar beeld wat veel van onze internationale Exchange studenten op Windesheim en in Nederland ervaren. Natuurlijk nog mooier om te zien, dat de internationale studenten ook een positief effect hebben op de persoonlijke en interculturele ontwikkeling van onze Windesheim studenten. Petje af voor Anna en fingers crossed, dat reizen naar Korea snel weer mogelijk wordt.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *