Özcan Akyol: Nachtelijk verkeersplan

Tien jaar na mijn studie ben ik me bewust van hoe bevoorrecht ik destijds was. En tegelijkertijd heb ik het te doen met alle studenten die nu noodgedwongen alleen op hun kamer zitten, of bij hun ouders. Studeren is ook beleven. Dat heb ik in ieder geval gedaan.

In mijn tijd in Zwolle verzonnen mijn studiegenoten en ik ons eigen vertier. Eén jongen  had de neiging om verkeersborden uit de grond te trekken. Dat was een dingetje uit Ruinerwold. Daar kwam hij vandaan. ‘Waarom laat je ze liggen?’ vroeg ik eens diep in de nacht, toen we van de Melkmarkt naar de studentenflats liepen. Nuchter waren we allang niet meer. ‘Het is toch veel leuker als we die palen en verkeersborden weer terug in de grond stoppen, maar dan op een totaal andere plek?’

Ik deed het voor: waar een stopbord stond, plantte ik een paal met daarboven het teken van een eenrichtingsweg. Iedereen had al snel door wat mijn insteek was. We volgden misschien de opleiding Journalistiek, maar we hadden niet misstaan op Planologie. Die nacht probeerden we het hele verkeersplan van de Zwolse binnenstad te veranderen, tot de hemel paars werd en de straten drukker. In De Stentor lazen we een week later een berichtje over ‘mysterieuze’ aanpassingen van de verkeersrichtlijnen. We hadden de krant gehaald nog voor we afstudeerden.

Dit geintje van ons werd routine. Pas toen we doorhadden dat de politie extra ging patrouilleren stopten we ermee. Om die reden zaten we eerder thuis. ‘Wat een suffe stad,’ zei ik eens. ‘Er is hier niets te doen.’ Met de kennis van nu was dat verwend gelul. Het enige wat misschien troost biedt, schrijf ik met de grootst mogelijke voorzichtigheid, is dat je als dertiger pas beseft dat tijd het échte kapitaal is. Later heb je daar nooit genoeg van. Dus terugdenkend aan de verkeersborden zeg ik: het was leuk maar ook tijdsverspilling. Een boek lezen, was beter geweest.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *