Het is niet eenvoudig zo’n kantoorleven thuis. Als docent aan een opleiding waar bewegen centraal staat is het een hele opgave om steeds voor je computer te zitten. Voordat we Corona hadden was mijn baan afwisselend genoeg om ‘vierkante ogen’ te voorkomen. Ook bleef ik goed fit en geconcentreerd door les te geven in de praktijk: een loopje richting het kantoor van mijn collega’s, of om even op de gang te staan kletsen met studenten. Goed voor lijf en leden.
Maar op dit moment is alles anders. Bijna elk contact is geregisseerd via Teams. Alle opdrachten die we met studenten doen worden digitaal verstuurd, gemaakt en nagekeken. Ik denk dat we best goede opdrachten aan studenten sturen met heldere procedureafspraken, maar we krijgen toch nog veel vragen om verduidelijking. Hoe maak je online instructies duidelijk genoeg? Zelfs wanneer er meerdere studenten en collega’s meekijken met zo’n tekst blijven er vragen. Voorlopige conclusie, we lopen tegen de grenzen aan van wat je wel en niet kunt uitvoeren zonder live uitleg.
Caseload
Ook alle geplande beleidsveranderingen op Windesheim gaan gewoon door terwijl we thuis werken. Daarbij lijkt het tempo soms belangrijker te zijn dan de richting. En dat zorgt voor extra druk. Druk die ook digitaal voelbaar gaat worden door de veranderende systemen.
Ik ben eigenlijk een goede planner. Ook begeef ik me makkelijk in de ICT-wereld, kan zelf computerprobleempjes oplossen en heb geen hekel aan achter het scherm zitten. Maar ik loop zo langzamerhand wel aan tegen de hoeveelheid ballen die ik in de lucht moet houden.
De mail loopt steeds verder vol, ik moet een grote hoeveelheid opdrachten aanmaken en nakijken, ik moet thuisstudieclips ontwikkelen en uitzetten, werken met nieuwe ict-systemen, belafspraken maken en vergaderen in Teams.
Natuurlijk zijn docenten en medewerkers niet de enigen met dit probleem, ook studenten hebben een soortelijke caseload. Wat nu?
Ballen
Bij mijn opleiding PMT hebben we hier een mooie oefening voor: je laat een cliënt rondes lopen door een ruimte en geeft hem na elke ronde een extra voorwerp dat hij moet vasthouden. De oefening gaat vooral over het moment dat de cliënt ervaart dat zijn handen en armen toch wel erg vol met voorwerpen komen te hangen. Wanneer is het genoeg? Kan er nog één ding bij? Of laat hij alles uit zijn handen vallen om er dan pas achter te komen dat het ook anders kan of moet? De voorwerpen staan symbool voor de taken die je moet doen, je kunt niet alle ballen in de lucht houden.
Ik schat in dat veel studenten en collega’s op dit moment hun handen behoorlijk vol hebben met alles wat we moeten doen. Deadlines halen, tentamens maken, overvolle agenda’s, repareren wat er fout gaat en we gaan maar door. Tot… alles uit elkaar valt en we het anders moeten gaan aanpakken.
Dus studenten, praat eens met je docent over mogelijkheden voor minder maar wel grotere opdrachten. Collega’s, praat eens met je beleidsmakers of het mogelijk is om grote veranderingen nog even uit te stellen. Managers, vraag eens rond of je niet te hard van stapel loopt met het implementeren van de strategische koers.
Overval
Mijn inziens is het cruciaal dat we vooral in contact met elkaar besluiten nemen over wat beter kan. Door de Coronamaatregelen zitten we al vol extra taken, lopen we achter de feiten aan en kun je niet goed delen wat je bezig houdt. Dan voelen te snelle beslissingen van het management als een overval. Te veel werkstress zorgt voor minder productiviteit, weerstand en uiteindelijk zelfs stilstand. Ons motto mag wat mij betreft zijn: ‘Alleen ga je sneller maar samen kom je verder”.
Cor Niks is docent psychomotorische therapie bij de calo
Beste Cor,
Een herkenbaar verhaal. De oefening spreekt die je beschrijft spreekt me aan. Maakt veel inzichtelijk, letterlijk voelbaar. Wat is de stap daarna? Keuzes gebaseerd waarop?