Windesheimstudent Noah (zijn naam is gefingeerd op verzoek van de geïnterviewde) worstelde in eenzaamheid met zijn eetstoornis en zijn tweestrijd tussen afvallen en gezond blijven. Totdat zijn beste vriendin zijn ouders waarschuwde dat er iets aan de hand was. Na veel ruzie en ellende gaat het nu beter met Noah. En de band met zijn ouders en vriendin is hechter dan ooit.
Noah vertelde zijn verhaal aan student Eline van der Wal. Onderstaand interview van Eline was onderdeel van Windesheims project Verhalenvertellers in een diverse wereld.
‘Ik ben het waard om te leven’
Noah (20) was zestien toen hij onschuldig begon met afvallen. ‘In het begin zag ik geen gevaar. Ik wilde gewoon van mijn buikje af, dus begon ik geen tussendoortjes meer te eten.’ Het afvallen ging Noah niet snel genoeg, het vet moest weg en wel per direct. ‘Ik zag na een paar weken nog geen resultaat. Dat zorgde ervoor dat ik nog minder ging eten. Ik sloeg het ontbijt over, nam geen eten meer mee naar school en loog erover tegen mijn ouders. Ik had nog maar één doel en dat was afvallen.’
Het ging al maar slechter en slechter met Noah. ‘Thuis en op school hadden ze niet zoveel door. Als ze vroegen: ‘moet je niet wat eten?’, dan loog ik dat ik net had gegeten of dat ik niet zo’n honger had. Soms at ik om er maar vanaf te zijn, zodat ik het vervolgens weer uit kon kotsen boven de wc.’ Dit ging lange tijd goed. Totdat hij op een dag thuiskwam en de hel losbrak.
‘Ik weet die dag nog goed. Ik was net thuis van school en trok de deur open naar de keuken, waar mijn vader en moeder overstuur aan tafel zaten. Ze keken op en mijn moeder schoot gelijk in tranen. Ik had op dat moment nog niet het idee dat het om mij ging.’ Noahs vader probeerde zijn moeder te kalmeren. Ondertussen vroeg hij of Noah even wilde gaan zitten, want ze wilden wat belangrijks met hem bespreken. Noah ging zitten en wachtte geduldig af. Toen zijn moeder eenmaal was gekalmeerd, richtte zijn vader zich weer tot Noah. Er volgde een lange stilte, totdat zijn vader die doorbrak: ‘Noah, we weten af van je eetstoornis.’
In vertrouwen
‘Ik was boos, boos op de wereld en boos op het feit dat ze erachter waren gekomen. Toen ik eenmaal het huis was uitgestormd en weer wat bij zinnen kwam, realiseerde ik me wie hen dit had verteld. De enige die ik in vertrouwen had genomen was mijn beste vriendin. Ik had nooit gezegd dat ik last had van een eetstoornis, maar wel dat ik wilde afvallen.’ Noahs beste vriendin was steeds meer vragen gaan stellen. Ze was ongerust, omdat ze het gevoel kreeg dat Noah begon door te slaan in het afvallen. ‘Ik wimpelde die vragen van haar altijd af. Ze was zij de enige die ongerust was over mij. Mijn ouders hadden nog nooit wat laten blijken.’
Na de discussie met zijn ouders stond Noah voor hij het wist voor het huis van zijn beste vriendin. Kokend van woede wachtte hij tot zij de deur opendeed. ‘Ik heb haar toen voor alles uitgemaakt, waar haalde ze het lef vandaan om het aan mijn ouders te vertellen.’ Het geschreeuw hield op toen haar vader thuiskwam en Noah wegstuurde. ‘Ik liep weg en liet mijn vriendin overstuur achter bij haar vader.’
Tranen
Na veel ruzie en ellende stortte Noah in. ‘Het laatste moment dat ik me herinner was dat ik door de gangen in school liep. Een paar uur later opende ik mijn ogen in het ziekenhuis. Mijn ouders schrokken op van hun stoel en stonden direct naast mijn bed. Mijn moeder begon me te knuffelen en ik barste in tranen uit. Snikkend murmelde ik dat ik het nooit zover had willen laten komen. Mijn ouders waren geen moment boos, ze waren allang blij dat ik wakker was geworden.’ Op dat moment wist Noah niet dat het de vraag was geweest of hij überhaupt wakker zou worden. ‘De eerste woorden van de dokter bleven die hele dag in mijn hoofd rondspoken: “Noah, besef je wel dat je er ook niet meer had kunnen zijn?” Wat de dokter daarna zei ging het ene oor in en het andere oor uit, ik besefte ineens heel goed dat ik dood had kunnen zijn.’
Noah zag in dat het zo niet langer kon doorgaan, het roer moest om. ‘In het begin was er veel onrust in mijn hoofd. Ik leg het aan iedereen altijd uit als de tweestrijd tussen de engel en de duivel, omdat mensen dit sneller begrijpen. Iedereen kent wel het beeld uit films dat er op de schouders van een personage een engel en een duivel komen. De engel probeert het personage aan te zetten tot positieve dingen en de duivel tot negatieve dingen. In mijn geval vervang je de engel met gezond worden en de duivel met mijn eetstoornis. In het begin ging er geen dag voorbij zonder deze tweestrijd.’
Dankbaar
Op dit moment gaat het goed met Noah. Hij is nu al anderhalf jaar ontslagen uit de kliniek en is volop aan het studeren op Windesheim. ‘Het is niet dat ik er totaal geen last meer van heb, want dat heb ik zeker nog. Alleen heb ik een manier gevonden om ermee te leren leven. Op momenten dat ik het moeilijk heb of veel stress ervaar komt mijn eetstoornis nog weleens om de hoek kijken. Gelukkig weet ik nu na veel hulp hoe ik mijn eetstoornis de baas kan zijn, in plaats van andersom.’
‘Terugkijkend naar mijn verleden ben ik mijn beste vriendin ontzettend dankbaar. Ze heeft achteraf misschien wel mijn leven gered. Ik zou niet weten wat er zou zijn gebeurd als ze het niet aan mijn ouders had verteld.’ Zelfs na wat er gebeurde bij de voordeur, liet zij hem nooit links liggen. ‘Ik heb lang met haar gesproken en gelukkig zag zij ook in dat ik allesbehalve mezelf was, het was altijd mijn eetstoornis en ik tegen de rest. Mijn eetstoornis had mij totaal in zijn greep.’
Als Noah zijn verhaal heeft verteld staan zijn ogen vol met tranen. ‘Ik voelde me in die tijd zo eenzaam en alleen. Ondanks dat de eetstoornis mijn eigen schuld was, verlangde ik naar een arm om me heen die zei dat het goed kwam. Die me vertelde dat ik oké was en dat ik alles maar had gedroomd. Alleen was het geen droom.’
Die arm waar Noah toen zo erg naar verlangde, heeft hij nu wel om zich heen. ‘Het doorstaan van deze ellende heeft mij ook iets positiefs gebracht. Ik ben hechter dan ooit met mijn ouders en met mijn beste vriendin. Zij lieten mij inzien dat ik het waard ben om te leven en er mag zijn.’
Eline van der Wal (zie foto), derdejaarsstudent Journalistiek over het interview:
“Ik vond Verhalenvertellers een bijzonder traject. Het laat je verder kijken dan je eigen studie en vriendenkring. Achter elk gezicht dat op Windesheim rondloopt schuilt een verhaal en door dit project ging ik daarbij stilstaan. Ik vond het een eer om het verleden van Noah op papier te mogen zetten. Je hoort bijna nooit dat er ook mannen zijn die met een eetstoornis vechten. Het gaf voor mijn gevoel een nieuw perspectief. Ik heb vaker interviews gehad over dit onderwerp, maar deze jongeman raakte mij door de kracht achter zijn woorden. De drang om beter te worden en zijn eetstoornis onder controle te houden was wonderbaarlijk. Het laat zien dat je alles kan zolang je blijft vechten.”
Lees ook:
‘Levensverhaal maakt bewust van diversiteit’
Diversiteit 1/3: ‘Mijn rolstoel gaat altijd met me mee’
Diversiteit 2/3: ‘In Nederland leerde ik mijn mening uiten’
Worstel jij mogelijk ook met een eetstoornis en vind je het fijn om daar met iemand over in gesprek te gaan? Bij het Studiesuccescentrum werken psychologen die met je hierover in gesprek kunnen gaan en/of kunnen verwijzen naar passende hulp.
Vragen? Mail naar: studiesuccescentrum@windesheim.nl of bel: 088 469 9100