Windesheim heeft de hogeschoolbijdrage voor studenten die in een bestuur van een vereniging zitten vastgesteld op maximaal 250 euro per persoon per maand. In de praktijk keert Windesheim een percentage van dat maximum uit.
De tegemoetkoming, die ook wel bestuursbeurs wordt genoemd, is beschreven in de nieuwe Regeling profileringsfonds van Windesheim, waarmee de medezeggenschapsraad onlangs instemde. De hoogte van de maandelijkse tegemoetkomingen wordt voortaan elke drie jaar herzien.
De maandelijkse uitkering is bedoeld voor besturende leden van studentenverenigingen, studieverengingen en -stichtingen, die voor het bestuurswerk extra tijd vrijmaken naast hun studie. De bestuursbeurs maakt deel uit van de Regeling profileringsfonds, een overkoepelende hogeschoolregeling bestemd voor studenten die door persoonlijke omstandigheden en bijzondere redenen studievertraging oplopen.
Contributie
In het geval van de verenigingen wordt het geven van beurzen uit dat fonds door Windesheim tevens gezien als een soort hogeschoolbijdrage aan het studentenleven. Vandaar dat er alleen geld wordt uitgetrokken voor bestuurders van verenigingen als die zich in hun activiteiten richten op Windesheimstudenten en zich ook open stellen voor alle studenten.
Een andere voorwaarde is dat de studentenorganisaties door Windesheim erkend moeten zijn voor een driejaarlijkse periode. Daarbij moeten ze kunnen aantonen dat ze minimaal 50 aan Windesheim studerende leden hebben, die jaarlijks contributie betalen van minstens 20 euro.
Kleine verenigingen (50 tot 100 leden) mogen jaarlijks een tegemoetkoming aanvragen voor één bestuurslid, de grootste verenigingen (die 250 tot 300 leden hebben) mogen tegemoetkomingen voor vijf bestuursleden aanvragen.
Praktijk
In de praktijk keert Windesheim slechts een percentage van de 250 euro uit, omdat het een jaarlijks maximum in de begroting stelt aan de uitgaven voor bestuursbeurzen.
Zo werd er het afgelopen jaar 90.000 euro uitgekeerd. “Als er bijvoorbeeld 135.000 euro door alle verenigingen wordt aangevraagd, dan zou 90.000 ongeveer 65 procent daarvan betekenen. Afgesproken is dat de maandelijkse tegemoetkomingen aan de leden in datzelfde percentage worden uitgekeerd. De hoogte van het maandbedrag is dus afhankelijk van het jaarbudget, het aantal leden en het aantal aanvragen die de verenigingen doen”, aldus manager Studentzaken en Services Douwe Rijpstra. Een grote studentenvereniging bijvoorbeeld, die voor vijf bestuursleden in totaal 15.000 euro aan beurzen had aangevraagd, kreeg dus uiteindelijk een kleine 10.000 euro per jaar toegekend.
Het geld mag vanaf dit studiejaar ook anders verdeeld worden binnen de vereniging. Rijpstra: “Nieuw in de regeling is dat het bestuur van de studentorganisatie zelf kan aangeven over hoeveel bestuursleden het toegekende budget wordt verdeeld.”
Discussie
De medezeggenschapsraad is al jaren met het bestuurscollege in discussie over de hoogte van de bestuursbeurzen. Tot 2017 kregen alle bestuursleden van kleine en grote verenigingen hetzelfde vaste bedrag, 1000 euro per jaar. Dat werd door de raad als te laag bevonden.
Er werd een een gullere nieuwe regeling bedacht door oud-cvb lid Jan Willem Meinsma, waarmee studenten uit het bestuur van grote studenten- en studieverenigingen tot 5100 euro per jaar van Windesheim konden krijgen.
Toen er door die veranderde regeling in 2017 maar liefst 227.000 euro door de verenigingen werd gedeclareerd (terwijl dat in de oude regeling 64.000 euro was), besloot het bestuurscollege dat er een maximum moest worden gesteld aan het jaarlijkse budget voor de beurzen. En dat de variatie in uitkeringen, waardoor bestuurders van grote verenigingen een hogere vergoeding kregen dan die van kleine, moest worden teruggedraaid.