Wie zijn kinderen ‘mediawijs’ wil opvoeden, kan kiezen uit honderden boeken en folders. Marika Curganov onderzocht het pedagogisch gehalte van de geboden adviezen.
Dagelijks worden we ondergedompeld in een zee van beeld en geluid. Dat geldt voor ouderen en nog veel sterker voor jongeren. Maar is dat wel ‘gezond’? Ouders die daar vragen over hebben, kunnen terecht bij honderden deskundigen. Onderzoek laat echter zien dat ouders niet altijd tevreden zijn over de adviezen. ‘En dat,’ vertelt Marika Curganov van het lectoraat Jeugd en Media, ‘riep bij mij de vraag op of die adviezen pedagogisch wel goed onderbouwd zijn.’ Ze analyseerde 62 van dergelijke handleidingen, voor ouders of professionals, en daarnaast werden zes auteurs nog eens uitgebreid geïnterviewd.
En je schrok van hun antwoorden.
‘Nee. Wat me opviel was dat ze een goed doordachte en uitgewerkte pedagogische visies hadden. En dat terwijl geen van de zes een pedagogische achtergrond had. Ze kwamen uit de hoek van de communicatie, psychologie, journalistiek…’
Zijn pedagogen hier niet in geïnteresseerd?
‘Nou… het probleem is meer dat de pedagogiek zo klein is geworden. Pedagogiek is een meer filosofische manier van denken over opvoeding. Maar dat denken wordt momenteel gedomineerd door de ontwikkelingspsychologie. Daarbij gaat het vooral over de ontwikkeling van het brein.’
In het tweede deel van haar promotieonderzoek onderzocht Curganov het ‘mediagedrag’ van een specifieke groep: meisjes die fan zijn van Adventure/Fantasy literatuur. Ze spitste het toe op de drie toppers: Harry Potter, The Hunger Games en Twilight. Wat pikken ze daaruit op, en hoe worden ze daarbij begeleid? Een niet geheel toevallige keuze:
‘Ik moet bekennen dat ik jaren geleden Twilight heb gelezen en toen vond ik het al een beetje gek wat daar allemaal instond, over relaties, opgroeien en dergelijke. En ik dacht toen al: dat lijkt me leuk om te onderzoeken.’
Je had toen al de analytische blik van de onderzoeker… Maar voor je onderzoek stapte je niet naar jonge fans; je enquêteerde ruim 900 vrouwen van 21 jaar en ouder, om te weten hoe ze op hun leeservaring terugkeken. Waarom?
‘Die zijn beter in staat om te zeggen welke rol deze boeken in hun leven hebben gespeeld. En kunnen vertellen hoe ze dat beleefd hebben, samen met vriendinnen natuurlijk maar ook met andere fans online, en wat ook vaak voorkwam: met hun moeder.’
Ik vond het opvallend te lezen dat sommigen door het lezen van Harry Potter geïnspireerd werden om de wereld te verbeteren…
‘Sommige ja. Die verhalen geven richting aan gevoelens die, denk ik, al aanwezig waren. Harry Potter gaat ook over persoonlijke groei, en de strijd tegen onrecht.’
Konden de fans van The Hunger Games zich identificeren met de hoofdpersoon?
‘Ja. Zij zagen haar vooral als inspiratiebron. Het is een zwart verhaal, over kinderen die kinderen moeten doden. Maar de achterliggende thematiek van revolutie maakt het volgens sommigen een heel geschikt verhaal om mediawijsheid mee te vergroten.
Hetzelfde zag je met Twilight. Die serie wordt gekenmerkt door een duidelijk verschil tussen mannen en vrouwen. Vrouwen zijn zwakker; ze zijn pas iets waard als een man dat bevestigt. En er zijn verwijzingen naar relationeel geweld. Velen uitten daar hun zorgen over…’
Kunnen ze zich dan met de hoofdpersonage identificeren?
‘Wat je zag was dat de vrouwelijke hoofdpersonen in Harry Potter en The Hunger Games, Hermione Granger en Katniss Everdeen, gezien werden als rolmodellen met bewonderenswaardige eigenschappen, terwijl lezers bij Bella Swan uit Twilight een verwantschap voelden. Velen zeiden: ‘ik herkende me in haar’.’
De respondenten keken allemaal met plezier terug op hun ‘fan zijn’ en schreven dat de hoofdpersonen voor hen nog steeds bijzondere betekenis hebben. Curganov zou graag zien dat er in de literatuur over ‘mediawijsheid’ meer aandacht was voor de rol die dergelijke verhalen kunnen spelen in de persoonlijke ontwikkeling van jongeren. Maar ze constateert dat de auteurs niet of nauwelijks op de hoogte zijn van de ‘kritisch emancipatorische benadering’ in de pedagogiek:
‘Die benadering is erop gebaseerd dat je jongeren de vrijheid geeft om van de wereld een betere plek te maken. Dat je ze leert dat de wereld verbeterd kán worden. Die pedagogische stroming is lang geleden uit de mode geraakt dus ik had wel verwacht dat ze niet in de voorlichting doorklinkt, maar ik zie daar wél wat in. Er zit engagement in, en hoop.’
En wat betekent dat voor ‘mediawijsheid’?
‘Dat je jongeren leert om kritisch te kijken naar de inhoud maar ze óók wijst op wat er allemaal achter zit. Waarom wordt dit gemaakt? Wat is de achterliggende boodschap? Wat vind je daarvan? Wat zou je anders willen? We hebben het over de volgende generatie. Die moet ook leren te strijden voor een betere wereld.’
Dat is inderdaad niet het uitgangspunt van de bestaande literatuur.
‘Daarin zie je vrijwel uitsluitend dat perspectief van de ontwikkelingspsychologie. In welke fase verkeert zit het kind? Wat mag het lezen? Wat is schadelijk? Wat mij betreft zou het veel meer over de inhoud moeten gaan. Wat ze daarvan vinden. Tegen wie is het geweld gericht? Wat vind je daarvan?’
Je concludeert dat de mediabedrijven zouden moeten bijdragen ‘aan het versterken van de positie van jeugdigen en opvoeders in de samenleving.’
‘Ja. Moderne mediabedrijven zijn zó invloedrijk dat we ze niet van die plicht mogen ontslaan. Er gebeurt wel het een en ander. Ik denk aan Mediamasters van Vodafone, en ook facebook doet tegenwoordig veel aan voorlichting. Ik wil niet zeggen dat ze volledig verantwoordelijk moeten worden gemaakt maar het zou goed zijn als ze de ouders een beetje van die taak ontlasten, als ze zich bewust worden van hun eigen rol. Het zou bijvoorbeeld mooi zijn als in het eerstvolgende Twilight boek de fans uitgedaagd worden om na te denken.’
Zwarte superhelden, lesbische relaties… volgens mij zijn de mediabedrijven daar heel druk mee bezig. En écht realistisch is niet interessant, dan kun je niet wegdromen…
‘Dat klopt.’
Kun jij nog wel wegdromen wanneer je een televisieserie kijkt?
‘Ik geef studenten de training Analysing Media. Daarin probeer ik ze te leren om met een andere blik naar de media te kijken. Die studenten vroegen zich ook af of je, als je eenmaal kritischer hebt leren kijken, nog wel écht kunt genieten. Dat bleek gelukkig wel het geval. Ze merkten dat ze die kritische blik tijdelijk ‘uit’ konden zetten. Dat kan ik ook wel. Maar als iets me écht irriteert, dan wil ik nog wel eens diep zuchten. Dan zeggen mij dochters:
‘Mama! Sssttt!’
Dat kan ik me voorstellen. Zijn je dochters, misschien wel door jouw invloed, ‘mediawijs’?
‘In mijn proefschrift citeer ik een gesprek met mijn oudste dochter en haar vriendin, een paar jaar geleden. Ze hadden van school Twilight meegekregen, en gelezen over een vampier een meisje opsluit zodat niemand haar kan zien. Dat vonden ze wel romantisch. Toen ik doorvroeg, zeiden ze dingen als: dat doen vampiers nu eenmaal, en: hij komt uit een andere tijd.’
Ze schiepen zelf afstand tot het verhaal.
‘Ja. Ik zei tegen mijn dochter dat dat soort verhalen me zorgen baren, omdat je, als je zoiets vaak leest, kunt gaan denken dat het normaal is. Waarop zij zei: “Mam… je hebt echt geen dom kind opgevoed.”’
Marika Curganov is verbonden aan de lectoraten Jeugd en Media en Media & Civil Society. Ze promoveert komend voorjaar in Groningen. De titel van haar proefschrift luidt: ‘Kritische kijkers’.
Tekst: Marcel Hulspas
Foto’s: Jasper van Overbeek