WIN speurt naar studenten die er opvallend uitzien. Deze keer: René Karomi (21), vierdejaars student communicatie op Windesheim.
Jij bent vast veel met stijl bezig?
“Klopt! De avond van tevoren leg ik mijn outfit klaar. Waar heb ik morgen zin in? Ik begin bij één element, daar zoek ik alles bij uit. Tot in de details, ik moet er de hele dag in rondlopen. Nu draag ik een beige chino, daar moeten dan wel beige schoenzolen bij. Kleine dingen, maar voor mij de kers op de taart.”
Altijd de juiste combinaties?
“Vroeger lette ik daar helemaal niet op! Ik droeg veel te korte – of te lange – spijkerbroeken. Altijd met een simpele polo. En ja, ook zwart op zwart. Iets wat ik nu verschrikkelijk vind bij anderen, net als denim op denim. Twee jaar geleden ging ik in een kledingwinkel ging werken, toen is mijn smaak 180 graden gedraaid! Licht op donker, dat laat een kledingstuk veel beter naar voren komen.”
Wat staat er op je wishlist?
“Op dit moment draag ik het liefst wijdere broeken. Ik ga steeds een beetje meer buiten mijn comfortzone. Zo kocht ik laatst een jeans met héle wijde pijpen, maar ik heb de juiste schoenen nog niet gevonden. En een coltrui, dat vind ik bij anderen heel vet! Zelf moet ik nog wennen aan zo’n ding om je keel.”
Kleren zijn voor jou meer dan een stukje stof?
“Nu ik weet wat ik mooi vind, zit ik een stuk beter in mijn vel. Dit shirt heb ik in tien verschillende kleuren. Als de basis maar goed is, dan kan alles eromheen nog veranderen. In mijn studentenkamer heb ik de kledingstukken die ik niet meer draag aan de muur gespijkerd, ter inspiratie. De één gebruikt schilderijen, ik kies voor t-shirts.”
Tekst: Michelle van der Molen
Foto: Jasper van Overbeek