De hoe-blijf-ik-fit-in-coronatijd-tips overspoelen mijn mailbox. Ik weet het, ik zit veel stil. Voorheen liep ik regelmatig rondje Windesheim: een volledig overdekte wandeling door alle gebouwen op de campus. Dus nu ik vooral in mijn studeerkamer van zeven vierkante meter zit probeer ik af en toe mijn record hooghouden te breken met de voetbal die ik van Windesheim kreeg.
Literatuur
Ik heb het idee dat de hoe-blijf-ik-fit-in-coronatijd-coaches niet denken aan jezelf trainen via een goed filosofisch boek. Of een vrolijk theologisch standaardwerk. Of goede literatuur. Ik kan het aanbevelen. Juist als de tijd een soort brij wordt en de dagen door elkaar gaan lopen heeft je geest goede training nodig. Begin met elke dag een half uur.
Ik waarschuw je: je weet niet wat je overkomt als je zo ronddwaalt in de wereld van grote geesten, subtiele denkers en gevoelige schrijvers. Je stijgt uit boven de waan van de dag van coronaperikelen, studiepunten of de matige defensie van je favoriete voetbalclub.
Betekenis
Al eeuwenlang zijn mensen bezig met vragen over zin en betekenis. Over wat liefde is en vriendschap. Ze voeden hun verlangen en kennis. Ze zoeken naar bronnen om na te denken over wat echt belangrijk is. Ik laat je proeven. Een paar woorden uit een tekst van de filosoof Emmanuel Levinas: ‘De kleine goedheid’ (uit: Altérité et transcendance). Lees onderstaande tekst vandaag en morgen nog een keer. Kijk wat de woorden met je doen:
De kleine goedheid
“Tussen alle verwording van menselijke verhoudingen houdt de goedheid stand. Ze blijft mogelijk ook al kan ze nooit een systeem of sociaal regime worden. Elke poging om het menselijke helemaal te organiseren is tot mislukken gedoemd.
Het enige wat levendig overeind blijft is de kleine goedheid van het dagelijks leven. Ze is fragiel en voorlopig. Ze is een goedheid zonder getuigen, in stilte voltrokken, bescheiden, zonder triomf. Ze is gratuit en juist daardoor eeuwig.
Het zijn gewone mensen, ‘simpele zielen’, die haar verdedigen en ervoor zorgen dat ze zich telkens weer herpakt, ook al is ze volstrekt weerloos tegenover de machten van het kwaad. De kleine goedheid kruipt overeind, zoals een platgetrapt grassprietje zich weer opricht. Ze is misschien wel ‘gek’ – een ‘dwaze goedheid’ – maar ze is tegelijk het meest menselijke in de mens.
Ze wint nooit, maar wordt ook nooit overwonnen!”
Martin Jans is studentenpastor van Windesheim, ArtEZ en KPZ Zwolle