De pilot ‘online proctoring’ gaat komende tijd een nieuwe fase in. Projectleider Wim Jonker gaf afgelopen woensdag een update, en beantwoordde vragen.
Het idee om te gaan werken met online proctoring leeft al meer dan een jaar, en kreeg een flinke boost door de coronacrisis. Een poging van het College van Bestuur in mei/juni 2020 om dit versneld in te voeren leed echter schipbreuk in de CMR, waar met name technische vragen rezen, en vragen omtrent privacy. De Projectgroep zette haar activiteiten daarna voort, maar ‘voorzichtiger’, zoals Jonker het woensdag omschreef.
Er wordt onderzocht voor welke groepen proctoring geschikt zou zijn, en er wordt gekeken naar maatwerk voor bijvoorbeeld topsporters. De projectgroep onderzoekt alle vormen van proctoring (live, dan wel achteraf). Fraude en privacy zijn daarbij belangrijke thema’s. De komende tijd wordt er wat dat laatste betreft gewerkt aan een risicoanalyse. Vanaf half februari gaan concrete tests van start, van klein naar groter. Tevens vinden er nog gesprekken gevoerd met docenten en studenten. Daarna wordt het tijd voor de conclusies en aanbevelingen. Jonker verwacht dat dit in maart zal gebeuren, en de definitieve besluitvorming volgt dan in mei.
De vragen ‘vanuit het publiek’ hadden betrekking op verschillende zaken. Iemand wees op de mogelijkheid van fraude door een kabeltje te leggen naar een andere kamer (waar andere studenten antwoorden kunnen aanreiken). Daarnaast was er een vraag hoe lang het zou duren voordat de beoordeling van de beelden binnen zou zijn. De vraagsteller had elders ervaren dat dat maanden kon duren, waardoor een toets na maanden alsnog afgekeurd moest worden. Jonker liet weten dat zoiets uiteraard volstrekt onwenselijk was.
Daarnaast werd de vraag gesteld of het in het kader van het scheppen van draagvlak niet verstandig zou zijn als een lid van de CvB mee zou doen aan de tests. Jonker vond dat een interessante suggestie. Een vraag aan de CMR of enige leden daaruit mee zouden willen doen had, zo werd medegedeeld, helaas geen reacties opgeleverd. Wat het oordeel van de studenten over proctoring betreft: een beperkt onderzoekje had laten zien dat zij zich niet zozeer zorgen maken over privacy maar vooral over technische aspecten, zoals: ‘wat als mijn verbinding uitvalt?’ Jonker bedankte iedereen voor zijn of haar bijdrage; een en ander zal verder worden uitgezocht. Overigens viel aan het begin van deze sessie de verbinding met Wim Jonker plotseling weg. Wim was een paar minuten onvindbaar. Eenmaal teruggekeerd luidde zijn laconieke commentaar: ‘Ik hoop niet dat een student dit overkomt wanneer hij een toets maakt met proctoring.’ (MH)