Vliegtuig, auto of de trein? Het kan ook een avontuurlijker. De mooiste vakanties maak je op de fiets, vindt aardrijkskundedocent Theo Peenstra. “Je hoort, ruikt en ziet meer.”
“Finland, Hongarije, Bosnië, Spanje… bijna overal in Europa heb ik gefietst. Op sommige vakanties fiets ik wel honderd kilometer per dag. In mijn ideale vakantie gaan we eerst met de trein ergens heen en daarna op de bonnefooi met de fiets verder. Wel een eindbestemming bedenken, maar verder wel zien hoe het gaat. Een overnachting boeken we pas als we aankomen.
Verrassingen
Als we met het gezin fietsen, zit ik met mijn dochter op de tandem. Mijn vrouw en zoon zitten op een eigen fiets. Het mooiste aan onze vakanties is dat we de hele dag buiten zijn. Je hoort, ruikt en ziet dingen waar je in de auto niets van merkt.
We fietsten ooit over een brug in Roemenië toen we een klopgeluid hoorden. We stopten en zagen vrouwen de was doen op de stenen onder de brug. Een bijzonder gezicht. Voor zover het kon maakten we een praatje met de dames. Dat zijn verrassingen die je met de auto niet tegenkomt. Met zo’n tandem heb je ook veel aanspraak. Al een hoop obers hebben er een rondje op gefietst.
Naar Azië
De mooiste reis was toch wel naar Istanbul. Het doel was om de Bosporusbrug over te steken, die het Europese deel van de stad verbindt met het Aziatische deel. We gingen over de snelweg, kwamen in de file en werden zelfs aangehouden door de politie, maar die wisten ook niet echt wat ze met ons moesten. Maar het is gelukt: we waren gewoon van Emmen naar Azië gefietst.”
Tekst: Silke Polhuijs
Foto’s: Jasper van Overbeek