Windesheimstudent Iris (haar naam is gefingeerd op verzoek van de geïnterviewde) worstelde in eenzaamheid met haar angststoornis. Tijdens haar stage stootte de HRM-student tegen een muur van onbegrip. “Ook op Windesheim beseffen docenten en medestudenten onvoldoende dat er studenten rondlopen die dagelijks strijden met hun angst.”
Iris vertelde haar verhaal aan medestudent Tessa Buitenhuis. Onderstaand interview schreef Tessa voor het project Verhalenvertellers van de Windesheim-minor Professioneel omgaan met diversiteit
‘Waarom pas ik nergens tussen?’
“Ik ben Iris, student Human Resource Management op Windesheim. Stagelopen, studeren, presteren en een leuk sociaal leven hebben: het is voor studenten niet vreemd dat er veel ballen in de lucht gehouden moeten worden. Maar hoe zwaar denk je dat die ballen wegen als je last hebt van psychische problemen? Van iets wat van buitenaf niet direct zichtbaar is, maar van binnen wel zijn schade aanricht? In mijn hoofd is er veel gaande waar anderen geen benul van hebben, maar wat wel effect heeft op mijn leven.
Ik liep stage terwijl ik leed aan een angststoornis. Lees mee wat ik tijdens deze periode ’s avonds in mijn dagboek schreef.”
Dagboek 31 augustus
Ik had een spannende dag, veel ogen die op mij gericht waren. En ik wilde het zo graag goed doen allemaal. Ik had moeite met het rustig houden van mijn ademhaling, soms vergeet ik even hoe lastig ik het vind om zoveel ballen in de lucht te moeten houden. Het liefst bleef ik in bed liggen vandaag. Ik wierp een blik op het cadeau voor mijn vriend, zou hij het mooi vinden? Toen besefte ik weer wat me te doen stond: stage! Snel pakte ik de autosleutels en stormde de deur uit.
Om 09.00 uur precies stond ik voor het kantoor van mijn nieuwe stagebedrijf. Mijn hart klopte in mijn keel, ik was buiten adem en met klamme handen probeerde ik mijn zware tas stevig vast te houden. De deur zwaaide open. Ik werd begroet en vanaf dat moment vloog de dag voorbij. Ik begroette wel veertig mensen, leerde veel nieuwe dingen en kreeg direct verschillende werktaken naar me toegeworpen. Ik ga de HRM afdeling ondersteunen met veel administratieve werkzaamheden en gesprekken. Ik merkte meteen dat er veel van mij verwacht zal worden.
Pauze, ik had echt even pauze nodig.
Om 18.00 draaide ik de sleutel in het slot, eindelijk was ik weer thuis. Met een pulserende pijn in mijn voorhoofd had ik geen energie meer om te koken. Ik heb wat restjes van gisteravond warm gemaakt en ben daarmee op de bank gaan liggen. Mijn hoofd zat overvol, overvol met vragen, nieuwe prikkels, onzekerheden en zorgen over de dag van morgen. Ik vraag me af of ik het wel goed genoeg gedaan heb vandaag. Of mijn collega’s mij wel aardig vonden en of ik dit allemaal wel kan?
Op mijn telefoon zag ik dat ik mailtjes en opdrachten heb vanuit school die af moeten. Ik besloot dat het vandaag niet meer ging lukken en heb mijn favoriete serie opgestart om even lekker te ontspannen. Langzaam voelde ik mijn hartslag dalen en was ik even weg uit de realiteit.
Mijn vriend zegt dat het allemaal wel goed komt, maar ik heb er nu al weinig vertrouwen in.
Dagboek 30 september
Vandaag zat ik alleen in het achterste kantoor. Mijn lichaam deed pijn en ik had moeite met het onder controle houden van mijn ademhaling. Ik probeerde de tranen die ik voelde opkomen met alle macht tegen te houden. Maar dat bleek lastiger dan gedacht. Ongeveer een halfuur hiervoor had ik eindelijk de moed verzameld om mijn leidinggevende te vertellen hoe ik me voelde, hoe overprikkeld ik was en hoe erg ik een momentje voor mezelf nodig had.
Ik droeg tijdens het werk steeds vaker mijn oortjes met muziek, omdat er een verbouwing aan de gang is boven in het pand. Ik kon me door het lawaai een stuk minder goed concentreren. Ik merk dat muziek me helpt, het brengt me meer rust in mijn hoofd en ik ben ervan overtuigd dat ik hierdoor een stuk minder fouten maak. Het was mij al snel duidelijk dat het niet gewenst is om fouten te maken als je werkzaamheden doet voor de salarisadministratie.
Het feit dat ik mijn oortjes in had werd alleen niet gewaardeerd door mijn stagebegeleider, het zou de indruk gewekt hebben dat ik niks aan het doen was. Hoewel ze altijd op de hoogte is geweest van mijn behoeftes, omdat ik dit in het sollicitatiegesprek had aangegeven, heeft ze het toch voor elkaar gekregen om mij een onwijs rotgevoel te geven nadat ik haar in vertrouwen nam.
Door de kritiek van mijn stagebegeleider besloot ik me te verschuilen in het achterste kantoor. Ik kreeg een beklemd gevoel in mijn hele lichaam en mijn handen trilden zo erg dat ik moeite had mijn broodje vast te houden. Een traan liep over mijn wangen en ik vroeg mezelf af: ‘’Waarom pas ik nergens tussen?’’
Ik hoop dat ik ooit mijn plek vind.
Dagboek 30 november
Nog maar twee maanden en dan is deze stage voorbij! Ik moet eerlijk bekennen, die gedachte maakt me rustig. Ik voel mijn spieren gelijk ontspannen. Een week geleden heb ik voor de zoveelste keer mijn begeleider van school moeten inschakelen en met veel moeite heb ik de ondersteuning gekregen die ik nodig had. Mijn problemen zijn hier niet mee opgelost, maar ik voel me wel een stuk energieker.
Vandaag kon ik fris beginnen aan mijn stagedag. Ik heb mijn oortjes in gehad en voelde me erg gefocust. Hulp vragen vond ik moeilijk, maar soms kun je niet anders en is het de beste manier. Ik voelde me trots op hoe ik de afgelopen periode doorstaan heb, ik kan meer dan ik zelf denk.
Terwijl ik op het punt stond mijn laptop dicht te klappen na een lange dag, lichtte het scherm van mijn telefoon op en zag ik een berichtje van mijn vriend binnenkomen: ‘je bent echt goed bezig, ik hou van je’. Mijn hart maakte een sprongetje en er schoot een glimlach op mijn gezicht, wat zou ik ook zonder hem moeten?
“Ik ben blij dat ik jullie een kijkje heb kunnen geven in mijn dagboek. Na deze stage is de studie natuurlijk nog niet voorbij, het vierde jaar staat voor de deur. Ik word straks weer op Windesheim verwacht, waar de druk om te presteren hoog ligt en ik veel prikkels ontvang. Waar soms geen plek is om je te kunnen afzonderen. Ik voel me er vaak nog onbegrepen en niet gezien. Ik hoop dat docenten en medestudenten zich bewust zijn van het feit dat er studenten door de gangen lopen die misschien elke dag in strijd zijn met hun angst. Ik vind namelijk dat iedereen zich thuis moet voelen op Windesheim, ook ik, mijn angst en ik.”
Tessa Buitenhuis, vierdejaars HRM, over haar interview met Iris:
“Ik stond er vroeger niet zo vaak bij stil dat er studenten op de campus rondlopen die ‘onzichtbare’ klachten met zich meedragen tijdens hun studie. Door het interview met Iris en door haar verhaal op papier te zetten, heb ik een nieuwe kijk gekregen op mentale gezondheid in combinatie met studeren. Ik vind het onwijs bijzonder dat Iris mij in vertrouwen heeft durven nemen en dat ze niet bang was om haar verhaal met mij te delen.”
Lees ook de andere interviews van de serie Omgaan met diversiteit:
‘Ik werd nooit getest op dyslexie’
‘Door tinnitus leef ik in angst’
‘Mijn nieuwe start in Nederland’