Toen ik na de vakantie door sportkantine in het X-gebouw liep, moest ik denken aan mijn middelbare schoolcarrière op de landbouwschool in een Achterhoeks dorpje. Ik had (een unicum daar) een leraar die vegetariër was. De leerlingen, die bovengemiddeld vaak zoon waren van varkensmesters en kippenfokkers, vroegen hem het hemd van het lijf over hoe hij toch tot deze ‘dwaalleer’ was gekomen. Kalm legde hij dan uit: er is tien kilo graan nodig voor één kilo vlees, regenwouden worden gekapt voor veevoerproductie, broeikaseffect, dierenleed et cetera. Met dierenleed had ik tijdens de praktijklessen dierhouderij ook al kennisgemaakt. De beelden van de legbatterijkippen en de veel te krappe varkensstallen ben ik nooit vergeten.
Het werd me toen al duidelijk dat dit systeem niet deugde. Ik besloot vegetariër te worden. Dat heb ik een jaar of twee volgehouden en toen ontdekte ik de biologische slager en kocht ik daar het vlees. Vanaf dat moment heb ik kapitalen uitgegeven om mijn geweten te zuiveren: wat heb ik een geld weggedragen naar de biowinkel en de ecologische kledingzaak, naar dure treinreizen omdat ik zo nodig CO2-arm wilde reizen, de vleesvervangers en de groene stroom! Om van alle gedoe van het boodschappen doen bij de verpakkingsarme winkel nog maar te zwijgen.
Ik realiseerde me daar in die kantine dat op Windesheim het leven ook niet makkelijk is als gutmensch. Ik betaal een vermogen voor een salade, terwijl twee meter verderop de frituur staat te lonken (ook financieel). Vrijwel alles is voorverpakt en echt goede vegetarische snacks zijn zelden aanwezig. Na een zomer vol bosbranden, hittegolven en overstromingen zou de klimaatcrisis, net als de coronacrisis, op Windesheim ook wel voor drastische beleidswijzigingen hebben gezorgd.
En inderdaad: er was een metalen Windesheimmok. Ik besloot hem direct te laten vullen met een havermelk-latte in die sportkantine. De medewerker keek me echter glazig aan… de Latte paste sowieso niet in de mok en havermelk had hij ook niet. Wel sojamelk. Dat wil zeggen, alleen in de C-koffiehoek. Ik droop af en ging sip op kleurige trap zitten in het X-gebouw, die met de Sustainable Development Goals van de Verenigde Naties. De kleuren waren inmiddels behoorlijk verbleekt.
En die sojamelk-latte bleek ook nog eens 50 cent duurder dan een koemelk-latte! De duurzaamheidsboete. Duurzaamheid blijft ook op Windesheim een luxe marketingverhaal, slechts weggelegd voor diegenen die het zich kunnen permitteren.
Zo. Dus.